Spierweefsel - terminologie

10 belangrijke vragen over Spierweefsel - terminologie

Hoe vind de lengte- en diktegroei van spieren plaats?

Lengtegroei vindt plaats door toevoeging van sacromeren. Diktegroei vindt plaats door toevoeging van nieuwe filamenten, gevolgd door overlangse splitsing.

Wat is een T-tubuli/ transversale tubuli?

Het is een verlenging van het celmembraan (buisvormige instulpingen) die doordringt tot in het centrum van de skelet- en hartspiercellen. De T-tubuli zorgt ervoor dat de hartspiercellen krachtiger kunnen samentrekken door de calciumafgifte uit het sarcoplasmatisch reticulum door de cel te synchroniseren.

Wat functie van nebuline en waar vind je het terug?

Het flankeert actine en het bepaald dus ook de lengte van de actinefilamenten. Het is een molecuul wat deel uitmaakt van een sacromeer
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat is titine en waar vind je het terug?

Het zorgt ervoor dat de myosinefilamenten ergens in het midden blijven, hierdoor blijft het sacromeer stevig. Titine loopt van de Z lijn naar de M lijn.

Wat is desmine en waar ligt dit?

Het zorgt ervoor dat de myofibrillen met elkaar en op sommige plaatsen met het celmembraan verankerd zitten. Ze worden bij elkaar gehouden door crosslinks: de plectines. Desmine ligt ter hoogte van de Z lijn.

Waar zorgen cytochalasine en falloïdine voor?

Cytochalasine bindt aan het + uiteinde van de actinefilamenten en verhinderd zo de verlenging van F-actine.
Falloïdine bindt sterk aan F-actine en verhinderd zo de dissociatie.

Uit welke 3 subeenheden bestaat troponine en wat zijn de functies?

- troponine T: maakt de link met de tropomyosine zodat het op de goede plaats zit.
- Troponine C: de bindingsplaats waar dat calcium (dat vrij is gekomen uit het ER) zich zal binden.
- Troponine I: in rust verhinderd hij dat de myosinekop kan vasthechten aan actine.

Wat gebeurd er als calcium gaat binden op troponine C?

De groeve en de tropomyosine moleculen gaan zich anders draaien waardoor die bindingsplaats op het actine geëxposeerd wordt waardoor de myosinekop wel kan binden. Als het calcium verdwijnt zal de binding tussen de myosinekop en actine weer worden verbroken.

Wat zijn de alfa-efferent en de delta-efferent? En wat zijn C-vezels?

De alfa-efferent zijn de dikste motorische vezels met de dikste myelineschede waardoor ze de prikkels als snelst geleiden. De delta-efferent heeft de dunste motorische vezels, met de dunste myelineschede waardoor hij de prikkels als langzaamst geleidt. C-vezels zijn niet gemyeliniseerde zenuwvezels, deze zijn het traagst.

Wat zijn intrafusale vezels?

Het zijn gemodificeerde spiercellen die alleen in de spierspoeltjes zitten. Ze zorgen ervoor dat de spier in tonus staat, dat hij altijd een beetje in contractie staat zodat je de veranderingen kan detecteren (door de motorische spanning).

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo