Samenvatting: Celbio
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van celbio
-
1 DNA en chromosomen
Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Chromatin remodeling complex
heel groot eiwitcomplex dat precies om een nucleosoom heen past. hij kan het DNA een beetje verplaatsen zodat eiwitten er goed bij kunnen. Hier is wel ATP voor nodig. -
als DNA heel strak verpakt is = geen genexpressie
heterochromatine -
als DNA los verpakt is = veel gen expressie
euchromatine -
2 DNA replicatie, reparatie, recombinatie
Dit is een preview. Er zijn 10 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
Laat hier meer flashcards zien -
Stap 1 DNA replicatie
initiator eiwit verbreekt de H-bruggen tussen de strengen waardoor een van de strengen als template streng kan dienen, hij zoekt dus ook het beginpunt -
3 cytoskelet
Dit is een preview. Er zijn 9 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3
Laat hier meer flashcards zien -
Polarisatie (groeien): microtubuli
De tubulins (rondjes) bevatten GTP. Deze binden aan het groeiende deel van het microtubuli. Als deze GTP-tubulins lang genoeg gebonden zijn wordt het GTP omgezet in GDP (donker groene rondjes). -
5 transport
Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 5
Laat hier meer flashcards zien -
Transport door poriën (gated transport)
nucleaire eiwitten in hetcytosol komen via een binding aan een nucleaire importreceptor decelkern binnen. Op dezelfde manier gaan stoffen ook decelkern uit. -
Transport over membranen (protein translocators)
- eiwitten met een
signaalsequentie binden aan import receptors op het membraan. - Deze veranderen van vorm en gaan open.
- Het eiwit kan nu door de poort heen.
- Eenmaal in bijv. het mitochondrium vouwt het eiwit weer terug naar zijn functionele vorm. De
signaalsequentie laat nu ook los en een ‘mature’ mitochondriaal eiwit ontstaat.
Als er eenhydrofoob stuk in het eiwit zit, blijft deze ook in het membraan zitten d.m.v. signaal peptidase. HetNH2 - deel zit in het ER en het –COOH deel blijft buiten het ER (=transmembraaneiwit ) - eiwitten met een
-
Transport via vesicles (blaasjes)
eiwitten en andere moleculen worden door het ER ofGolgi-systeem afgesnoerd en vervolgens in blaasjes vervoerd. -
RER (ruw ER) functies
Eiwitsynthese (door de vele ribosomen die aan het RER gehecht zijn).- -
Glycolysering - -
Membraanfabriek (maakt integrale eiwitten enfosfolipiden voor membranen) - - Je vindt vooral veel RER in cellen die veel uitscheiden (plasmacellen, levercellen)
-
SER (smooth ER) functies
- - Niet betrokken bij eiwitsynthese
- - Vetstofwisseling, synthese cholesterol (levercellen)
- - Synthese steroÏdhormonen
- - Absorptie, synthese en transport van vetten
- - Ontgifting (lever- en niercellen)
- - Afbraak van glycogeen in glucose (levercellen)
- Ca opslag in spiercellen (komt vrij bij contractie)
- - Niet betrokken bij eiwitsynthese
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden