Samenvatting: Cellen, Bouw En Functie
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Cellen, bouw en functie
-
celmembraan
Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 04/06/2017
Laat hier meer flashcards zien -
Wat gebeurt er bij contact tussen 2 glycocalyx van 2 cellen en hoe heet dat.
stoppen van deling. Contact-inhibitie -
welke onderdelen in de cel hebben hetzelfde membraan als de cel.
kern, mitochondrien, endoplasmatisch reticulum, golgi-systeem, lysosoom. (bij planten de plasticiden) -
wat is een fosfolipide en hoe is die opgebouwd.
vetten die naast twee vetzuren een fosfaatgroep bevatten. (vet van glycerol en 3 vetzuren) -
Waaruit bestaat het celmembraan en benoem de onderdelen .
Bestaat uit dubbele laag fosfolipiden, cholesterolmoleculen komen voor, sfingolipiden komen voor (raft), glycolipiden komen voor aan de buitenzijde van het membraan(waaraan polaire koolhydraten kunnen hechten). In het membraan zijn membraanporien (bestaat uit eiwitten). Ook membraaneiwitten zitten in het membraan met functies als transport of receptor. -
Mitochondrieen, ER, Ribosomen, Golgi-systeem, Lysosomen, cytoskelet, plasticiden, vacuolen
Dit is een preview. Er zijn 11 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 05/06/2017
Laat hier meer flashcards zien -
Welk proces vindt plaats in de mitochondrieen.
Langs de membranen liggen enzymen die zorgen voor de verbranding waarbij ATP (adenosinetrifosfaat) en CO2 en H2O vrij komen. -
Geef en benoem het verschil in de twee soorten E.R.
Er is glad E.R. dat een rol speelt in de aanmaak van koolhydraten en vetten. Er is ook ruw E.R. en dat heeft een eiwittransport-functie. -
Hoe heet het netwerk van draden en buisjes door de cel, waar zorgt het voor en uit welke onderdelen bestaat dat
Cytoskelet. Draadvormige structuren te vinden die de functie van 'skelet' en 'spieren' hebben; het zijn de microtubuli en de microfilamenten (actinefilamenten).
De microtubuli zorgen dat vorm cel gehandhaafd blijft, ook rol bij vormveranderingen van de cel en verplaatsing van organellen.
Microtubili rol bij de mitose en meiose en rol bij transport. Het transporteren zelf door motoreiwitten.
De microfilamenten zorgen voor bewegingen en vormen van het membraanblaasje bij fagocytose. -
hoe heten de vochtblaasjes in de celen welke soorten zijn er.
Vacuolen. Voedselvacuolen, contractiele vacuolen, en de centrale vacuole in plantecellen . -
Verschillen plant en dierl.cel, transport, weefsels en organen, bacterien en virussen
Dit is een preview. Er zijn 16 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 06/06/2017
Laat hier meer flashcards zien -
Geef de verschillen tussen een plantaardige en dierlijke cel.
De plantaardige cel heeft plasticiden, een centrale vacuole, celwand, middenlamel en cellulose en pectine. De dierlijke cel heeft lysosomen. -
Wat zijn membraanporien en hoe werken ze.
Membraaneiwitten in de vorm van poortjes in het membraan. Ze worden membraanporiën genoemd.
Open membraanporiën laten stoffen door als ze maar niet te groot zijn. Door diffusie, kost de cel geen energie.
De aard van de membraaneiwitten bepaalt welke moleculen of ionen het membraan passeren.
-Waterkanaaltjes (aquaporines) die uitsluitend water doorlaten.
-Transportkanalen voor kaliumionen.
-Membraaneiwitten die tegelijkertijd twee ionen in tegengestelde richting het membraan laten passeren. (de uitwisseling van HCO3--ionen en Cl--ionen in rode bloedcellen. )
-Grotere deeltjes (glucosemoleculen) gaan binding aan met het transporteiwit. Dat omsluit de moleculen en geeft ze af aan de binnenkant.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden