Startpagina / Samenvattingen / Class notes - Cellen / collageen-celwand-cellulose

Architectuur van de cel - (bind)weefsel in het extracellulaire matrix

Q: Hoe weet de cel in welke richting hij de cellulose microfibrillen moet verlengen?

cellulose synthase complex , zijn transmembraan eiwitten. Dit zit vast aan de binnenkant van de cel aan een microtubuli en aan de buitenkant van de cel maakt het de cellulose microfibrillen die zorgen voor een nieuwe celwand. Dus de binnenkant van de cel bepaalt hoe de microfribillen aan de buiten kant van de cel liggen.

Q: Hoe binden de cellen aan het extracellulaire matrix (ECM)?

Dit doen ze met speciale eiwitten genaamd intergrinen. Intergrinen is een transmembraan adhesie receptor, die bind aan de ECM fibronectinen en aan actine cytoskelet aan de binnenkant van de cel. fibronectinen is een ECM molecuul, wat bindt aan collageen en intergrinen. Dus wat er gebeurd is dat fibronectine aan collageen en intergine bindt en dat de intergrine recetor aan fibronectine en de cel bindt (aan actine cytosklet). Dit maakt het contact tussen cel en ECM mogelijk.

5 belangrijke vragen over Architectuur van de cel - (bind)weefsel in het extracellulaire matrix

Planten weefsel: de celwand, hoe is dit opgebouwd?

de celwand is opgebouwd uit polysacharides en andere moleculen zoals pectine (nog aan het groeien) en cellulose (ouder deel van de plant).

in principe worden de celwand buiten de cel gemaakt. het bestaat uit cellulose microfibirllen. De stevigheid van de celwand wordt bepaalt door de microfibrillen en den tugordruk.

Hoe weet de cel in welke richting hij de cellulose microfibrillen moet verlengen?

cellulose synthase complex, zijn transmembraan eiwitten. Dit zit vast aan de binnenkant van de cel aan een microtubuli en aan de buitenkant van de cel maakt het de cellulose microfibrillen die zorgen voor een nieuwe celwand. Dus de binnenkant van de cel bepaalt hoe de microfribillen aan de buiten kant van de cel liggen.

Hoe worden de collageen fibrillen gesecreteerd en verwerkt?

collageen (eiwit) wordt door fibroblasten gesecreteerd als een procollageen en dan wordt het geprocessed door specifieke proteinases.
eiwitten kunnen niet buiten de cel gemaakt worden, dus wordt het procollageen eiwit in de cel gemaakt en door middel van blaasjes naar buiten getransporteerd. Het transport is dan alleen mogelijk als er een voorganger is van collageen genaamd procollageen. Buiten de cel wordt het blaasje met procollageen kan open knippen en er met proteinases een collageen van te polymeriseren.

Hoe binden de cellen aan het extracellulaire matrix (ECM)?

Dit doen ze met speciale eiwitten genaamd intergrinen. Intergrinen is een transmembraan adhesie receptor, die bind aan de ECM fibronectinen en aan actine cytoskelet aan de binnenkant van de cel.

fibronectinen is een ECM molecuul, wat bindt aan collageen en intergrinen.

Dus wat er gebeurd is dat fibronectine aan collageen en intergine bindt en dat de intergrine recetor aan fibronectine en de cel bindt (aan actine cytosklet).

Dit maakt het contact tussen cel en ECM mogelijk.

In dierlijke en menselijke organismen bevatten glycosaminoglycan, wat is en doet dit?

Dit is een herhaling van twee verschillende suikers. Deze polysachariden (GAGs) zijn negatief geladen. Deze moleculen kunnen veel ionen binden en water opnemen. Dit zorgt ook voor en osmotische mechanisme. Zit zorgt voor tegen druk in bindweefsels. Deze GAGs zitten gekoppeld aan eiwitten en vormen een soort borstel met als haartjes GAGs.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

Cellen

Bekijk samenvatting