Samenvatting: Chapter 2: Livestock And The Environment | divers

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Chapter 2: Livestock and the environment | divers

• 1 Trends and prospects in the livestock sector

  Dit is een preview. Er zijn 15 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• Welke trend zien we in de consumptie van livestock producten als we naar de landen kijken? Figuur 2

  http://www.fao.org/docrep/012/i0680e/i0680e02.pdf

  - Alleen in subsaharan afrika geen stijging in consumptie. 

  - voormalig centraal geplande economieën tonen daling rond 1990.

  - Grootste stijging in oost/zuidoost Azië en latijns-Amerika en de Caribbean.

  - Milde groei in ontwikkelde landen maar nog steeds een hogere consumptie dan in de ontwikkelde landen.

• Wat zijn de drijfveren voor de sterke groei in consumptie (m.n. in de ontwikkelingslanden)?

  - Economische groei: hoger inkomen.

  - Populatiegroei --> 9 miljard.

  - Urbanisatie --> verandering voedingspatroon.

  -Sociale + culturele factoren.

  - Aanwezigheid natuurlijke bronnen. 

• Figuur 3: welke land heeft de laagste en welk land de hoogste consumptie?

  Hoogste: USA.

  Laagste: Japan --> vis.

• Figuur 3: Welke ontwikkeling zien we naarmate landen rijker worden. 

  Vanaf een bepaalde hoogte van GDP daalt de consumptie van vlees weer iets.

• Wat zijn de trends in productie?

  Figuur 3: sterke groei van productie in ontwikkelingslanden. 

  - vlees/eieren: ontwikkelingslanden stijgen boven ontwikkelde landen uit.

  - Melk: gat ontwikkelde-ontwikkelingslanden wordt kleiner.

  Figuur 5: Sterke groei van productie van vogelvlees en daarna varkensvlees --> eenmaagigen.

  minder sterke groei van rundvee vlees en schapen/geitenvlees.

• Wat zijn drijfveren voor de productiegroei?

  Lagere prijzen = makkelijker toegankelijk:

  Goedkope input.

  Technologische verandering.

  Schaalefficiëntie.

• In welke 2 richtingen vind productiegroei plaats?  

  - Groei in slachtingen.

  -Groei in dierlijke output.

• Wat houdt de technologische verandering in productie in? Voor wie is dit nadelig?

  Innovaties op het gebied van voeding, huisvesting, fokken, transport, controle (ziekten) en marketing.

  Smallholders kunnen hierdoor minder goed concurreren. 

• Wat zijn drijfveren voor de groeiende handel?  

  - Verhoogde consumptie.

  - Economische Liberalisatie.

• Waardoor is handel over lange afstanden mogelijk?

  - ontwikkelingen in transportmiddelen. 

  - Snellere + grotere schaal.

  - Langere afstanden: plaats consumptie-productie kan hierdoor veranderen.