Schoonmaken - Polaire atoombinding en dipoolmoleculen

19 belangrijke vragen over Schoonmaken - Polaire atoombinding en dipoolmoleculen

Herhaling: hoe noem je de binding tussen twee atomen ook alweer? En waaruit bestaat deze binding?

  • Atoombinding of covalente binding
  • Uit een gemeenschappelijk (negatief) elektronenpaar

De atoombinding tussen H2 is anders dan de atoombinding tussen HCl. In H2 trekken beide H'tjes even hard aan het elektronenpaar en zit het e--paar dus in het midden. Hoe zit dit bij HCl en hoe noem je deze binding in dit geval?

Bij HCl trekt het Cl-atoom sterker aan de elektronen dan het H-atoom. Hierdoor ontstaat er een relatief meer positief geladen deel van het molecuul () en een relatief meer negatief geladen deel van het molecuul ( ).
Dit noem je een polaire (atoom)binding.

Hoe is uitbloei weg te halen?

Uitbloei is oplosbaar in water, dus door een regenbui. Soms zitten er zoveel zouten in de muur, dat er nog lang uitbloei blijft 'bestaan'.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Tussen wat voor 'soort' atomen kan een polaire atoombinding plaatsvinden?

Alleen tussen niet-metaalatomen (rechts v/h trappetje + het H-atoom)

De binding tussen een metaalatoom en een niet-metaalatoom is eigenlijk een uit de hand gelopen polaire binding en dit mag je geen polaire binding meer noemen. Deze binding vind je in zouten. Wat gebeurt er in een zout met de elektronen uit het elektronenpaar en hoe noem je deze binding?

Doordat het ene atoom zoveel harder aan het elektronenpaar trekt dan de ander springt het elektron van de ene écht over naar de ander --> er ontstaan twee ionen.
De binding vindt dan dus plaats tussen ionen en niet tussen atomen en heet een ionbinding.

Hoe blijven de atomen van een molecuul bij elkaar?

In een molecuul houdt het negatief geladen gemeenschappelijk elektronenpaar beide positieve atoomresten bij elkaar en omgekeerd: beide atoomresten trekken aan het gemeenschappelijk elektronenpaar.

Bij polaire atoombindingen tussen N-X, O-X, en F-X (stikstof, zuurstof en fluor) en een ander atoom (X) zit de altijd aan dezelfde kant. Is dit aan de X-kant of aan de N-, O- of F- kant?

De delta- () zit altijd aan de kant van het stikstof, zuurstof of fluor atoom (N-, O, of F-), want deze trekken harder aan het elektronenpaar dan het andere atoom (X).

Waarom is het niet vanzelfsprekend dat er met dezelfde kracht aan het gemeenschappelijk elektronenpaar wordt getrokken, wanneer het molecuul uit twee verschillende ionen bestaat?

Iedere atoomsoort 'trekt' met een bepaalde kracht aan het elektronenpaar.

Wanneer noem je een stof polair en wanneer noem je een stof apolair?

  • polair: stoffen die uit dipoolmoleculen bestaan
  • apolair: stoffen die uit moleculen bestaan zonder dipool

Tussen welke atoomsoorten kan een polaire atoombinding voorkomen?

Een polaire atoombinding komt voor tussen een N-, O- of F-atoom en een ander niet- metaalatoom.

Hoe noem je de binding wanneer de van het ene molecuul aan de van het andere molecuul trekt?

  • dipool-dipool binding

Wat gebeurt er met het kookpunt van een stof als het dipool-dipoolbindingen aan kan gaan tov van een stof die dat niet kan maar wel dezelfde molecuulmassa heeft? Bonus: Waarom is hierbij van belang de molecuulmassa te noemen?

Gaat omhoog, want het versterkt de vanderwaalsbindingen en er moet dus meer energie (warmte) ingestoken worden om de bindingen te verbreken.

Bonus: hoe groter de molecuulmassa hoe groter de vanderwaalsbindingen hoe groter het kookpunt. Je moet dus wel weten of het over dezelfde molecuulmassa gaat, anders kan deze eventueel het effect van de dipool-dipoolbindingen opheffen.

Leg voor zowel H2O als voor CO2 uit of het dipoolmoleculen zijn?

H2O: Ja dit is een dipoolmolecuul, want:
  • het bevat polaire atoombindingen tussen de H-O
  • de ruimtelijke structuur heft de delta+ en delta- niet op (zie afbeelding)

CO2: Nee dit is geen dipoolmolecuul, want:
  • hoewel het wel polaire atoombindingen bevat tussen de C-O
  • heft de ruimtelijke structuur deze delta+ en delta- op (zie afbeelding)

Hoe ontstaan ionen? Wanneer komen ze voor?

Ionen ontstaan doordat het verschil tussen beide atoomsoorten zo groot is dat het elektron helemaal overgaat van het ene naar het andere atoom.
Ze komen voor bij de combinatie van een metaal en een niet-metaal.

In welke binastabel kun je het dipoolmoment vinden en bij welke waardes is er sprake van een dipoolmolecuul?

  • Binas 55
  • Bij iedere waarde ongelijk aan 0

Hoe kan het dat bij de hydratatie van een zout de ionen samen geen ionbinding meer vormen en een vaste stof vormen maar opgelost blijven?

Door de dipoolmomenten van watermoleculen gaat de negatieve kant van het watermolecuul (O-kant) naar de positieve ionen toe zitten en andersom. Hierdoor worden de ionen als het ware omringd door water en kunnen ze niet bij elkaar komen om een vaste stof te vormen (zie afbeelding)

Hoe heet een stof met moleculen die geen dipool zijn ?

apolaire stof

Waardoor is het smelt- en kookpunt van een polaire stof in het algemeen hoger dan van een apolaire stof met vergelijkbare molecuulmassa?

Door de dipool-dipool aantrekking (die ontstaat in een polaire stof) is de vanderwaalsbinding tussen de moleculen sterker. De sterkte van een binding kun je merken aan het smelt- en kookpunt.

Hoe heet de aantrekking tussen de d- en d+ kant van de moleculen?

dipool-dipool aantrekking

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo