De aarde onze hofleverancier - Periodiek systeem

10 belangrijke vragen over De aarde onze hofleverancier - Periodiek systeem

Op basis van het geleiden van elektrische  stroom in de vaste en vloeibare vorm kan je de stoffen in drie groepen opdelen. Hoe heten de stoffen die nooit elektrische  stroom  geleiden, wat zijn de eigenschappen ervan? Noem ook een paar voorbeelden.

Moleculaire stoffen. De stoffen bestaan uit moleculen, ze hebben een molecuulrooster en een vanderwaalsbinding / molecuulbinding. Voorbeelden zijn water en de stoffen die uit aardolie gehaald kunnen worden.

Op basis van het geleiden van elektrische  stroom in de vaste en vloeibare vorm kan je de stoffen in drie groepen opdelen. Hoe heten de stoffen die altijd elektrische  stroom  geleiden, wat zijn de eigenschappen ervan? Noem ook een paar voorbeelden.

Metalen. Deze stoffen bestaan uit positieve atoomresten met losse elektronen, ze hebben een metaalbinding en een metaalrooster. Voorbeelden zijn ijzer, koper, goud en zink.

Op basis van het geleiden van elektrische  stroom in de vaste en vloeibare vorm kan je de stoffen in drie groepen opdelen. Hoe heten de stoffen die in vloeibare vorm wel maar in vaste vorm niet elektrische  stroom  geleiden, wat zijn de eigenschappen ervan? Noem een paar voorbeeld.

Zouten. Zouten bestaan uit ionen en hebben een ionrooster en een ion binding, een zout is altijd vast bij kamertempratuur. Een voorbeeld is keukenzout.

  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Hoe komt het dat zouten in vloeibare vorm wél stroom geleiden, maar in vaste vorm niet?

Als het zout in een vaste vorm is zitten de ionen op een vaste plek in het kristalrooster. De ladingen dus ook. Hierdoor kunnen de elektrische ladingen zich niet verplaatsen. Als een zout gesmolten is zijn de ionen los van elkaar en kunnen ze dus ook stroom geleiden.

In welke groepen zijn de elementen van het periodieksysteem grofweg in te delen?

In metalen en niet-metalen.

Hoe moet je de opbouw van een ion voorstellen?

Een positief geladen ion heeft meer positieve lading, dus meer protonen, dan negatieve lading, elektronen. Een negatief geladen ion heeft meer elektronen dan protonen. Het aantal protonen bepaalt nog steeds bij welk atoom het hoort en ligt dus vast. Een positief geladen chloride heeft 17 protonen en minder dan 17 elektronen, een negatief geladen chloride heeft 17 protonen en meer dan 17 elektronen. Als een elektron één elektron meer of minder heeft dan het aantal protonen is de lading +1 of -1.

Noem 5  voorbeelden van bekende zouten met de uitleg erbij.

1 Keukenzout --> natriumchloride --> natrium is een metaal, chloor niet. Het is dus een zout.

2 Klei --> bestaat uit kleimineralen, deze groep mineralen bestaat uit zouten.

3 Basalt --> een steensoort die ontstaat bij het afkoelen van lava --> bestaat uit allerlei stoffen die tot de groep van de zouten behoren.

4 Graniet --> een stollingsgesteente van magma --> bestaat uit allerlei zouten.

5 Mineralen --> gesteentes die metalen bevatten.

Hoe heet een kristalrooster bij een moleculaire stof en hoe werkt dat rooster?

Een molecuulrooster. De moleculen zijn in dit rooster verbonden door de vanderwaalsbinding.

Waarom is de vanderwaalsbinding zwakker dan de atoombinding in het molecuul?

Omdat de protonen door hun eigen elektronen worden afgeschermd van de elektronen van het andere molecuul is de vanderwaalsbinding zwakker dan de atoombinding.

Wat is het verschil tussen een vanderwaalsbinding en een covalente/atoom binding?

Een vanderwaalsbinding is een binding tussen moleculen en een covalente binding is een binding tussen atomen, dus binnen het molecuul zelf.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo