Maag/darm kanaal

34 belangrijke vragen over Maag/darm kanaal

Hoe toon je verschil aan van osmotische en secretoire diarree?

Middels een vastenproef. Bij een vastenproef zal een osmotische diarree staken, terwijl een secretoire diarree blijft voortduren.

Tevens verschil in osmolaliteit van feces:
Secretoire diarree (veel elektrolietuitscheiding): osmol gap=290 mmol/l-([Na] + [K]). Dit zal rond de 145 bedragen (140 mmol/l Na en 5 mmol/l K (zoals serum). Bij osmotische diarree is dit beduidend lager!!

Verdenking van bacteriële overgroei

Glucose geniet de voorkeur boven lactulose als substraat bij het onderzoek naar bacteriële overgroei van de dunne darm.

Dosering: 2 g/kg lichaamsgewicht, maximaal 50 g in 250 ml; monstername à 15 minuten gedurende 2 uur. Een stijging > 12 ppm wordt als afwijkend beschouwd

Bepaling van de passagetijd van mond tot caecum

Lactulose, een koolhydraat dat niet in de dunne darm wordt geabsorbeerd, kan worden gebruikt om de passagetijd van mond tot caecum te bepalen. Dosering: 10 g in 100 ml; monstername à 10 minuten gedurende minimaal 3 uur. Het substraat heeft het caecum bereikt als twee opvolgende ademmonsters meer dan 10 ppm stijging vertonen. Het klinisch nut is verwaarloosbaar; wel kan de test van waarde zijn bij farmacologisch onderzoek
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat kan een fout-negatieve ureumademtest veroorzaken

PPI of antibiotica gebruik. Daarom minimaal 2 weken staken met PPI of antibiotica gebruik alvorens ureumademtest uit te voeren.

Pathologie van IBD (welke ziektebeelden)

Colitis ulcerosa en de ziekte van Crohn zijn de twee belangrijkste aandoeningen die worden gerekend tot de chronische inflammatoire darmziekten

maar ze verschillen o.a. wat betreft anatomische lokalisatie, aanwezigheid van transmurale uitbreiding (Crohn) en perianale problemen (Crohn). Colitis vaak op een plek geconcentreerd.

Lactoferrine en Calprotectine hebben dezelfde specificiteit

Klopt

Is de afkapwaarde hoger of lager bij kinderen betreft calprotectine?

Hoger (nl 200 ipv 100) doordat darmmucosa nog niet volgroeid is, en dus hoger calprotectine van nature aanwezig is zonder pathologie.

Hoe wordt IBS gedefinieerd:

Rome criteria: tenminste 12 weken in afgelopen 12 maanden last van buikpijn (onbegrepen) met volgende 2 van 3 kenmerken:

  1. Buikpijn verminderd door defecatie
  2. verandering frequentie stoelgang
  3. verandering consistentie feces    

Bacteriële overgroei; etiologie/oorzaken?

  • Veranderde anatomie (operatie, colectomie, gastric bypass, alvleesklierchirurgie)
  • Obstipatie of andere passageproblematiek
  • PPI gebruik en evt verminderde barrierefunctie voor bacteriën van buitenaf.  

Diagnostiek SIBO (bacteriele overgroei)

Glucose of lactulose ademtest. 20 ppm stijging na 90 minuten (H2). Vaak eerste en tweede piek. Eerste is suggestief voor SIBO, terwijl tweede piek fermentatie in darm weergeeft. Geen koolhydraten eten <24 uur, en geen antibiotica in afgelopen maand.

Wat is protein losing enteropathie

Eiwitlekkage uit darmweefsel door onstoken of abnormale darmmucosa. Vaak als gevolg van Crohn of colitis ulcerosa

Wat als marker voor protein losing enteropathie

Alpha-1 antitrypsine. Dit is een protease inhibitor die stabiel is in feces, en niet geproteolyseerd wordt in de maag. Vaak als fecale expressie per 24 uur. Tevens portie feces mogelijk. Soms meer dan >100* verhoogd in Crohn, afhankelijk van ziekteactiviteit.

Ook correlatie a1AT in feces bij colitis?

Nee, daar geen marker voor ziekteactiviteit

Waar gebruik je a1AT in feces dus voor?

  • Diagnostiek onbegrepen hypoalbuminemie
  • Diagnostiek ziekteactiviteit en respons op therapie bij Crohn en Colitis ulcerosa

Stoorfactoren a1AT in feces?

Diarree heeft wel invloed op klaring van a1AT, dus andere referentiewaarden. Het verhoogd de klaring. Echter uitgedrukt per gewicht droge feces heeft het geen invloed op concentratie betreft referentiewaarde

A1AT in feces bij a1AT deficiëntie?

Bij fenotype Pi ZZ, is er zeer weinig tot geen a1AT in het systeem aanwezig (20%), daarom zijn daarbij referentiewaarden niet bruikbaar.

Valkuilen beperkingen a1AT in feces?

  1. Neonaten/kinderen, humane melk/borstvoeding, bevat a1AT, dus verhoogd in feces zonder pathologie
  2. Diarree, verhoogd a1AT klaring
  3. Intestinaal bloedverlies bij hemoccult, levert bijdrage aan a1AT klaring.  

Wat is een suikeradsorptietest en waar wordt het voor toegepast?

gebruikt voor het onderzoek van de dunnedarmdoorlaatbaarheid bij enteropathie en ontstekingsprocessen van de darmwand.

Door meting van de mate van diffusie door de darmwand van twee niet-absorbeerbare suikers van verschillende molecuulgrootte kan een indruk worden gekregen van de barrièrefunctie en het oppervlak van de darmwand.

Voorafgaand aan test 8 uur nuchter

Bij welke ziektebeelden kunnen afwijkende uitslagen gevonden worden bij de suikerabsorptietesten?

Coeliakie, auto-immuunenteropathie, gebruik NSAID's of cytostatica, Crohn, colitis ulcerosa, ondervoeding, pancreasinsufficiëntie

Wat is het principe van transport van mannitol en lactulose, en worden deze in het lichaam gemetaboliseerd?

De molecuulgrootte bepaalt niet alleen de mate van absorptie (hoe kleiner de diameter, hoe meer wordt geabsorbeerd), maar ook de voornaamste route (kleinere moleculen passeren transcellulair, grotere paracellulair via de tight junctions).

Hoe beïnvloeden ontstekingen (zoals Crohn of IBD) en enteropathie (vlokatrofie) de lactulose/mannitol ratio?

  • Ontstekingsprocessen verminderen de effectiviteit van de intercellulaire tight junctions, waardoor de paracellulaire passage en dus de opname van lactulose sterk toeneemt
  • Bij enteropathie (vlokatrofie) neemt het absorberend oppervlak af, wat vooral de transcellulaire opname van mannitol doet dalen

Coeliakie en de suikeradsorptietest, welke patronen zie je?

In de actieve fase van coeliakie bestaan vlokatrofie (enteropathie), met afname van de mannitolabsorptie, en crypthyperplasie, die de lactuloseabsorptie doet stijgen. In combinatie leidt dit tot sterke verhoging van de lactulose-mannitolratio, corresponderend met de ernst van de darmafwijkingen.

Suikeradsorptie interpretatie bij Crohn en Cystic fibrose?

  • Bij actieve ziekte van Crohn is de lactulosepermeabiliteit verhoogd terwijl de mannosepermeabiliteit onveranderd is, wijzend op toegenomen darmpermeabiliteit als gevolg van ontsteking
  • Exocriene pancreasinsufficiëntie gaat gepaard met stijging van de permeabiliteit voor lactulose zonder significante verandering van die voor mannitol. Bij patiënten met cystische fibrose zonder pancreasinsufficiëntie is de darmpermeabiliteit normaal

Welke antistoffen worden door plasmacellen gemaakt bij coeliakie?

IgA-TTG, IgA-EMA en anti-gliadine. Bij IgA deficiëntie zijn deze vaak van het IgG type. Meest sensitief is de IgA-TTG. Bij geringe vlokatrofie daalt de sensitiviteit van deze antistoffen sterk.

Kan coeliakie leiden tot malabsorptiesyndroom, en welke bevindingen/klachten passen daarbij?

Ja, diarree, steatorroe, gewichtsverlies, groeivertraging en deficiënties van de vetoplosbare vitamines, ijzer, foliumzuur en calcium

Met welke ziektebeelden is coeliakie geassocieerd? En welk geslacht meer?

syndroom van Down (7-14%), type 1 diabetes mellitus (4%), selectieve IgA-deficiëntie (3%), positieve familieanamnese (10%), geïsoleerde IgA-deficientie (3%), ziekte van Sjögren en schildklierziekten (1-2%), dermatitis herpetiformis.

70% is vrouw

Verschil  guaiac-test (gFOBT) vs IFOBT

G-fobt afhankelijk van peroxidase activiteit in hemoglobine -> ook aanwezig in dierlijke producten (rood vlees)
i-fobt heeft deze interferentie niet

IFOBT wel of niet gekalibreerd, kalibrators wel/niet gestandaardiseerd en vergelijking tussen labs

De kalibrators zijn niet gestandaardiseerd naar een hoger referentiepreparaat en de antilichamen verschillen per methode. Hierdoor kunnen gemeten concentraties tussen methoden verschillen.

Lactose intolerantie, hoe genetisch?

Lactasepersistentie berust meestal op de aanwezigheid van twee single nucleotide polymorfisms in het lactasegen: C/T-13910 en G/A-22018

Individuen met lactose-intolerantie hebben de wildtype oftewel de normale variant van het MCM6 gen (genotype -13910CC)

Hoe zit dat genetisch dan bij lactose tolerantie?

In 80% van de Europese bevolking is sprake van één of twee gemuteerde allelen van het MCM6 gen (genotype -13910CT of -13910TT). Hierdoor blijft de activiteit van lactase op volwassen leeftijd bestaan en is er dus sprake van lactase persistentie en kunnen deze mensen lactose op volwassen leeftijd verdragen

Geef bij vitamines de toxiciteit evenals vetoplosbaarheid aan




Zie afbeelding

Geef pathofysiologie van Vitamine B1 (thiamine tekort), en welke ziektebeelden zijn hiermee gerelateerd

Door een tekort van B1 ontstaat een tekort aan ATP in hersenen, of een stapeling van lactaat, omdat pyruvaat moeilijk de TCA cycle in kan gaan in dat geval.

Ziekte: Korsakoff Wernicke (alcoholisme = B1 depletie), beriberi (spierzwakte)

Vitamine B6, achtergrond en toxiciteit

Vitamine B6 is een heterogene groep van natuurlijke pyridinederivaten en hun fosfaatesters, waaronder pyridoxine (en de alcohol pyridoxol), pyridoxal, pyridoxamine en hun fosfaatesters. De belangrijkste active stof is pyridoxalfosfaat (PLP).

Vitamine B6-intoxicaties, bijvoorbeeld door gebruik van energiedranken of hoge doseringen vitaminepreparaten, kunnen resulteren in ernstige neurologische afwijkingen, i.e. sensorische en motorische neuropathie, waarbij patiënten uiteindelijk niet meer zelfstandig kunnen lopen.

Wat zijn consequenties van tekort en teveel aan vitamine C?

  • Bij een tekort aan vitamine C treedt eerst een probleem op bij de synthese van carnitine en vervolgens een mankement bij de collageenhydroxylering, zodat het collageen instabiel wordt. Scheurbuik (scurvy) treedt op

  • Hoge doses vitamine C worden doorgaans goed getolereerd, hooguit maagklachten van voorbijgaande aard, en is zonder toxische gevolgen in de gezonde populatie. Vitamine C kan worden gemetaboliseerd tot oxalaat en sommige zeldzame gevallen van nierstenen bij langdurig gebruik van hoge doses vitamine C zijn beschreven

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo