Startpagina / Samenvattingen / Chemie Module 1 / atoom-protonen-neutronen

Atoombouw - Subatomaire deeltjes

6 belangrijke vragen over Atoombouw - Subatomaire deeltjes

Wat is een subatomair deeltje?

Een deeltje dat kleiner is dan het atoom.
- Proton, Neutron of Elektron

Teken de structuur van een atoom en vermeld de volgende begrippen: nucleuonen, elektronen, protonen, neutronen, ijl.

Een atoom heeft een ijle structuur en is opgebouwd uit:

- een atoomkern waarin protonen en neutronen zitten (ook kerndeeltjes of nucleonen genoemd)
- Een ijle elektronenwolk rondom de atoomkern

Geef de karakteristieken van de subatomaire deeltjes.

Proton: zit in atoomkern, heeft een relatieve atoommassa van 1,00727 en een relatieve lading van +1

Neutron: zit in de atoomkern, heeft een atoommassa van 1,00867 en heeft geen lading

Elektron: zit op de elektronenmantel, heeft een massa van 0,000545 en een relatieve lading van -1

A-Z-symbool deeltje betekenis binnen subatomaire deeltjes.

E= elementsymbool
Z= atoomnummer (aantal elektronen = protonen)
A= Massagetal (aantal elektronen + neutronen)

Geef de definitie voor het atoomnummer Z

Geeft het aantal protonen van het atoom weer. Omdat een atoom in zijn geheel ongeladen (elektrisch neutraal) is, stelt Z ook het aantal elektronen voor. Elke atoomsoort wordt bepaald door dat atoomnummer, dat vermeld wordt in het PSE.

Geef de definitie voor het massagetal A

Is een benadering van de werkelijke atoommassa. Omdat dit bepaald wordt door de nucleonen of kerndeeltjes, stelt A de som van het aantal protonen en neutronen voor.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

Chemie Module 1

Bekijk samenvatting