Chemische reacties - Hoe herken je een chemische reactie - OPDRACHTEN
12 belangrijke vragen over Chemische reacties - Hoe herken je een chemische reactie - OPDRACHTEN
A1: Noem vier kenmerken van een chemische reactie
2:De stofeigenschappen van de beginstoffen veranderen .
3:Een chemische reactie kost warmte vrij.
A2: Bij alle scheikundige reactie treed een energie-effect op.
a:Wat is een exotherme reactie?
b: Wat is een endotherme reactie ?
c: Welke vormen van energie kunnen er bij een chemische reactie voorkomen ?
a:kies goede antwoord.A; Bij een exotherme reactie :is warmte nodig /komt warmte vrij.
b:Bij een endotherme reactie : is warmte nodig /komt warmte vrij.
2:c:
a: chemische energie b :bewegingenergie c: straling
d: warmte. e: elektrische energie f: kernenergie
B3:a: Leg uit waarom het verdampen van water en het oplossen van zout in water geen chemische reactie zijn .
b: Leg uit dat het verbranden van kaarsvet wel een chemische reactie is.
vraag van PC: Welke kenmerken van een chemische reactie heeft het verbranden van een kaars?
b: Na het indampen van de oplossing zijn de eigenschappen van het zout weer hetzelfde.
antwoord op vraag van PC
-Er ontstaan nieuwe stoffen met andere stofeigenschappen.
Het kaarsvet smelt .
-De reactietemperatuur is breikt.
-Er zijn vuurverschijnselen.
-De totale massa van de stoffen aan het begin en het eind van het proces zijn gelijk.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
B4: Leg uit bij welke van de onderstaande processen een chemische reactie optreedt.
a: Het oplossen van suiker in je thee.
b:Het ontploffen van dynamiet.
c: Het klappen van de achterband van je fiets.
d: Het zuur worden van melk.
e: Het verkleuren van inkt in de zon.
f: Het verwijderen van nagellak met een nagellakremover.
b:Het ontploffen van dynamiet.
c: Het klappen van de achterband van je fiets.
d: Het zuur worden van melk.
e: Het verkleuren van inkt in de zon.
f: Het verwijderen van nagellak met een nagellakremover.
B5: Bekijk de figuren 4,7a en 4,7b . Elk bolletje stelt een atoom voor. Verschillend gekleurde bolletjes stellen verschillende atomen voor.
a: Leg uit welke tekening een chemische reactie voorstelt.
b: Leg uit wat de andere tekening voorstelt.
b:De andere figuur stelt een scheiding voor.
B7M: Als je een korreltje van het metaal calcium in voldoende water laat zakken, verdwijnt het korreltje , er ontstaat een heldere oplossing en er ontstaat een gas . Leg uit waarom dit een scheikundige reactie moet zijn.
B8: Als je experiment 4,1 hebt gedaan , heb je kunnen zien hoe een stukje koper reageert met verdunt Salpeterzuur. Denk je dat een muntje van vijf eurocent ook met verdund salpeterzuur reageert ?
Licht uit je antwoord toe.
Kies het juiste antwoord.(vraag van PC)
Als je experiment 4.1 hebt gedaan, heb je kunnen zien hoe een stukje koper reageert met verdund salpeterzuur. Een munt van 5 eurocent bestaat uit een stalen (ijzeren) kern die aan alle kanten bedekt is met koper.
Denk je dat een munt van vijf eurocent ook met verdund salpeterzuur reageert?
Nee, want de kern is van staal.
Dat is niet te zeggen, er ontbreken gegevens.
Ja, want de buitenkant is koper.
B9: Ook bij faseovergangen treed een energie effect op.
a: Leg uit of het smelten van kaarsvet een exotherm of endotherm proces is .
b: Leg uit of het condenseren van water een exotherme of endotherm proces is .
b:Het condenseren van water (stoom) is een : exotherm/ endotherm proces.
C15a: Een hoofdpijntablet (een bruistablet) wordt in een glas water gedaan. Er gaat een reactie met water verlopen waarbij een gas ontwijkt. In het diagram staat de hoeveelheid gas (in cm3) uitgezet tegen de tijd. Wanneer is de tablet geheel uitgereageerd?
Tussen t1 en t2
Bij t1
Na t2
15b:Een bruistablet van 500 mg wordt in een glas water gedaan, waarbij een gas ontwijkt. In het diagram staat de hoeveelheid gas (in cm3) uitgezet tegen de tijd (de rode curve). Er wordt een nagenoeg vergelijkbare proef met een tweede bruistablet gedaan. De resultaten zijn met de groene curve weergegeven. Wat kan er bij de tweede proef zijn veranderd?
-Het tweede bruistablet is zwaarder dan 500 mg.
- Het tweede tablet is tot poeder verpulverd alvorens het op te lossen.
- Het tweede bruistablet is lichter dan 500 mg.
C17b.-d Er worden drie experimenten gedaan, waarbij zoutzuur met magnesiumlint reageert. Bij dit experiment komt waterstofgas vrij. In het diagram staat op de verticale as de hoeveelheid waterstof uitgezet tegen de tijd op de horizontale as. Curve I heeft betrekking op experiment I, curve II op experiment II, curve III op experiment III.
Bij welk experiment is de gemiddelde reactiesnelheid tussen t = 0 en t = t1 het grootst?
II
III
I. goede antwoord.
17c:Er worden drie experimenten gedaan, waarbij zoutzuur met magnesiumlint reageert. Bij dit experiment komt waterstofgas vrij. In het diagram staat op de verticale as de hoeveelheid waterstof uitgezet tegen de tijd op de horizontale as. De experimenten zijn uitgevoerd met dezelfde hoeveelheid magnesium.
Wat kan de oorzaak zijn van het verschil tussen experiment I en II?
De temperatuur bij I is lager.
De concentratie van het zoutzuur is bij I groter.
De temperatuur bij I is hoger.
De concentratie van het zoutzuur is bij I kleiner.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden