Chemische reacties - Leer doel en Introductie - OPDRACHTEN

9 belangrijke vragen over Chemische reacties - Leer doel en Introductie - OPDRACHTEN

A18:  Wat is het verschil tussen een reactieschema en een reactievergelijking?
a: Wat komt er voor in een reactieschema?

b:Wat komt er voor in een reactievergelijking?
c:Waarin moet je zorgen voor gelijke aantallen atomen van elke soort vóór en na de reactie?
het juiste antwoord.

A18:namen van de stoffen.
       coëfficiënten
      formules van de stoffen. 
b:  namen van de stoffen.
       coëfficiënten.
      formules van de stoffe
c: In een reactievergelijking.
     In een reactieschema.

B19: Geeft voor elke van onderstaande reactie het reactieschema.
a: Bij sterkte verhitting van keukenzout ontstaan de vaste stof natrium en chloorgas.
b: Als de vloeistof aceton reageert met zuurstof, ontstaan koolstofdioxide en water.

B19:

a: keukenzout (s) → natrium (s) + chloor (g)
b:aceton (l) + zuurstof (g) → koolstofdioxide (g) + water (l)

B20: Geeft het reactieschema in woorden van de volgende reacties.
a: Een zwavelzuuroplossing ontstaat bij mengen van gasvormig zwaveltrioxide en water.
b: Stikstofgas en waterstofgas reageren tot het gas ammoniak .
c: Uit een oplossing van waterstofperoxide (H2O2) ontstaat water en zuurstofgas.   Geef voor deze reactie het reactieschema.

a: zwaveltrioxide (g)+ water (l) →  zwavelzuur (aq)
b: stikstof (g)+waterstof (g).............. →  ammoniak (g).................
c: waterstofperoxide (aq)  → water (I) + zuurstof (g)
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

B23N: Maak steeds een kloppende reactievergelijking door de juiste coëfficiënten in te vullen. Als in de formule een groep tussen haakjes staat, geeft de index van de groep aan hoe vaak deze groep in de formule voorkomt.
a:.....Ca(OH)2+.....H3PO4.....Ca3(PO4)2+.....H2O
b:....Fe2O3+.....H2.....Fe+.....H2O
c:.....Cr(OH)3+.....H3PO4.....CrPO4+.....H2O
d:.....KMnO4......K2O+........MnO2+..........O2

A. 3 Ca(OH)2 + 2 H3PO4  --> Ca3(PO4)2 + 6 H2O
b. Fe2O3 + 3 H2 ---> 2 Fe + 3 H2O
c. Cr(OH)3 + H3PO4  ---> CrPO4 + 3 H2O
d. 4 KMnO4 ---> 2 K2O + 4 MnO2 + 3 O2

B24M: In het volgende tekstfragment staat een gedeelte uit de uitgave. De Auto met katalysator van het ministerie van Volksgezondheid. Lees deze tekst aandachtig door . Geef vervolgens de vergelijking van de reactie tussen koolstof mooi oxide en stikstofdioxide.

Lees de text.

Koolstofmono-oxide +stikstofdioxide ---> koolstofdioxide + stikstof

4 CO (g) + 2 NO2 (g) ---> 4 CO2 (g) + N2 (g)

B25M: Stiekstofmono-oxide, NO (g) is een giftig gas. Je kunt het onschadelijk maken door het te mengen met ammoniak. Er treedt dan een reactie op . Daarbij ontstaan water en stikstof . Geef de kloppende reactievergelijking van deze reactie

stikstofmono-oxide + ammoniak --> water + stikstof
6 NO (g) + 4 NH3 (g) ---> 6 H2O (l) + 5 N2 (g)

B26:Geef voor elk van de onderstaande processen de kloppende (reactie)vergelijking.
1: Aardgas (CH4) reageert met zuurstof tot koolstofdioxide en water.
2: De stof aluminiumoxide (AI2O3)wordt omgezet in de stoffen aluminium en zuurstof.
3: Het smelten van ijs.
4: IJzeroxide (Fe2O3) reageert met zuurstof tot water en koolstofdioxide.
5: Butagas (C4H10) reageert met zuurstof tot water en koolstofdioxide.

1. CH4 (g) + 2 O2 (g) ---> CO2 (g) + 2 H2O (l)
2. 2 Al2O3 (s) --> 4 Al (s) + 3 O2 (g)
3. H2O (s) --> H2O (l)
4. 2 Fe2O3 (s) ---> 4 Fe (s) + 3 O2 (g)
5. 2 C4H10 (g) + 13 O2 (g) ---> 8 CO2 (g) + 10 H2O (l)

B27N: Een molecuul waterstofazide bestaat uit een waterstofatoom en een aantal stikstofatomen.
De gedeeltelijke reactievergelijking voor het uiteenvallen van waterstofazide is.
....._4N2(g)+ NH3 (g)
Uit deze gegevens kun je de formule van een molecuul waterstofazide .
Geef de formule van een molecuul waterstofazide.

kijk naar de figuur 4,17 Uit waterstofazide kan de stof loodazide gemaakt worden Deze stof kan als ontsteking dienen bij het slopen van gebouwen met springstoffen.

Voor de pijl horen negen N-atomen en drie H-atomen. In een molecuul waterstofazide zit maar één H-atoom. Daar horen dus drie N-atomen bij. De molecuulformule van waterstofazide is HN3.

C28: Stel voor elk van onderstaande processen de kloppende reactievergelijking op.
a: Bij de reactie van het gas ethaan (C2H2) met voldoende zuurstofgas ontstaan koolstofdioxidegas en water.
b: Water kun je met behulp van elektrische energie afbreken . Hierbij ontstaan waterstofgas en zuurstofgas.
c: De vaste stof witte fosfor1P4 reageert met zuurstofgas tot de vaste stof difosforpentaoxide 1 P2O5.

A. 2 C2H6 (g) + 7 O2 (g) ---> 4 CO2 (g) + 6 H2O (l)
B. 2 H2O (l) ---> 2 H2 (g) + O2 (g)
C. P4 (s) + 5 O2 (g) ----> 2 P2O5 (s)

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo