Reacties en energie - Anders
12 belangrijke vragen over Reacties en energie - Anders
190. Een handwarmer bestaat uit een plastic zakje gevuld met een zoutoplossing en een stukje metaal.
Nadat je het metaal gebogen hebt, kristalliseert de oplossing en wordt de handwarmer warm.
a Leg uit of dit proces endotherm of exotherm is.
b Wat is de functie van het stukje metaal?
b Door het metaal te “klikken” komt er genoeg energie vrij om de kristallisatie te starten. Het zorgt voor de activeringsenergie
191. Gesmolten natriumchloride
kun je door elektrolyse ontleden
in natrium en chloor.
Tijdens dit proces moet je voortdurend elektrische energie toevoegen.
a Geef de reactievergelijking van de ontleding van natriumchloride.
b Teken het energiediagram van deze reactie.
193. Twee identieke reacties worden uitgevoerd.
Reactie 1 bij 50 °C en reactie 2 bij 60 °C.
Leg met behulp van het botsende-deeltjesmodel uit
welke reactie sneller verloopt.
De kans op effectieve botsingen is groter door het sneller bewegen en door heftigere botsingen.
De reactiesnelheid bij 60 °C is dus groter.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
194. Door aardappels voor het koken in kleine stukken te snijden, zijn ze sneller gaar.
Leg dit uit met behulp van het botsende-deeltjesmodel.
195. Verklaar waarom het fijnkauwen van een tablet een snelle
verlichting geeft.
Gebruik bij je uitleg het botsende-deeltjesmodel.
De reactie van de tablet in de maag die voor de verlichting van de pijn zorgt, verloopt dan sneller.
196. Leg uit waarom er beter biobrandstof uit maisafval
gemaakt kan worden dan uit mais.
197. Nadat de enzymen de cellulose in stukjes geknipt hebben,
zorgen micro-organismen ervoor dat de suikers worden omgezet in bio-ethanol.
Bio-ethanol (C2H5OH) kan als brandstof worden gebruikt.
b Geef de reactievergelijking van de verbranding van bio-ethanol.
c Teken het energiediagram.
198. Wasmiddelen bevatten tegenwoordig verschillende enzymen. Daardoor wordt het steeds makkelijker om vieze
kleding weer schoon te krijgen, 40 °C is vaak al voldoende.
Leg uit waarom er verschillende enzymen aan wasmiddel
worden toegevoegd.
Vlekken in je kleding die uit dezelfde soort stoffen bestaan, worden ook door enzymen afgebroken.
Door die enzymen aan het wasmiddel toe te voegen, worden de vlekken afgebroken en je kleding schoon
199. De hoeveelheid enzymen in wasmiddel is minder dan 1%.
Leg uit waardoor er maar een kleine hoeveelheid enzymen nodig is
Zij worden gebruikt, maar niet verbruikt.
Een enzym kan dus meerdere vlekken verwijderen
200. IJzer roest langzaam weg als je het niet beschermt tegen
zuurstof en water.
Maar een ijzeren spijkertje dat in zeewater terechtkomt, roest veel sneller.
a Welke functie heeft het zout bij deze reactie?
b Geef in het energiediagram
201. Citroenzuur en soda zijn beide vaste stoffen.
Als je deze stoffen mengt en goed door elkaar roert, voelt het bekerglas koud aan.
a Leg uit of hier sprake is van een endotherm of een exotherm proces.
b Leg uit of deze reactie een hoge of een lage activeringsenergie heeft
b. De stoffen reageren als ze door elkaar geroerd worden, er is weinig energie nodig om de reactie te starten. De activeringsenergie is laag.
202. De chemische energie van zilverchloride is minder dan de
chemische energie van de niet-ontleedbare stoffen waarin
het ontleed kan worden.
a Leg uit of de ontleding van zilverchloride in zilver en
chloor een endotherm of exotherm proces is.
b Teken het energiediagram
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden