Chemische reacties - Massavergoudingen - Anders

4 belangrijke vragen over Chemische reacties - Massavergoudingen - Anders

81. Totale massa beginstoffen moet gelijk zijn totale massa van de reactieproducten. En Volumen?

Hoef niet.
Er ontstaan heel veel gassen. Het volume van de reactieproducten zal dus veel groter zijn .

83. Pepijn laat 1,0 g natrium volledig reageren met broom.
Hierbij ontstaat 4,5 g natriumbromide (NaBr). Bereken in welke massaverhouding natrium en broom reageren (één decimaal)

1,0 g natrium + x g broom = 4,5 g natriumbromide

x = 4,5 g − 1,0 g = 3,5 g broom

Massaverhouding    1,0 : 3,5.

83.
252 g natriumwaterstofcarbonaat reageert exact op
met 192 g citroenzuur. 
De massaverhouding tussen
natriumwaterstofcarbonaat en citroenzuur is ................ : 1,00

252 : 192 =
252/192     :     1,0 =
    1,31         :     1,00
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

85. Waterstof en zuurstof reageren in de massaverhouding 1,0 : 7,9. Het reactieproduct is water.
Sten maakt op deze manier 40 gram water.

a Geef de vergelijking van deze reactie.

b Bereken hoeveel gram waterstof en hoeveel gram zuurstof Sten voor deze reactie nodig had (één decimaal).

a. 2 H2 (g) + O2 (g) → 2 H2O (l)

b Uit 1,0 g waterstof en 7,9 g zuurstof zou
    1,0 + 7,9 = 8,9 g water ontstaan (wet van behoud van massa).

massaverhouding    H2O : H2   8,9 : 1,0
gegeven/gevraagd  H2O : H2   40 :  x

x=  1,0 *40 / 8,9g = 4.5 waterstof.

Dat reageert met 40 − 4,5 = 35,5 g zuurstof (wet van behoud van massa).

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo