Chemische reacties - Reactievergelijkingen - Anders
11 belangrijke vragen over Chemische reacties - Reactievergelijkingen - Anders
47. Wat is het verschil tussen een reactieschema en een reactievergelijking?
- In een reactieschema
je gebruikt de namen van de stoffen.
- Bij een reactievergelijking
zorg je ervoor dat de aantallen atomen van elke soort vóór en na de reactie even groot zijn.
49. Geef de kloppende (reactie)vergelijking:
De vaste stof witte fosfor, P4,
reageert met zuurstof
tot de vaste stof difosforpentaoxide, P2O5.
50. Geef de kloppende (reactie)vergelijking:
Waterstofperoxide valt uit elkaar
in water en zuurstof.
Waterstofperoxide: H2O2
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
52. Geef de kloppende vergelijking:
Vloeibaar ijzerchloride (FeCl3) wordt omgezet in
vloeibaar ijzer en chloorgas.
54. Geef de kloppende vergelijking:
Vast koperoxide (CuO) reageert met methaan tot
koper, koolstofdioxide en waterdamp.
CH4 = metan
62. Geef de vergelijking:
waterstof kun je maken door
zink te laten reageren met verdund zoutzuur (een waterstofchloride-oplossing).
Bij deze reactie ontstaat behalve waterstof ook zinkchloride (ZnCl2), dat in water opgelost blijft.
Waterstof = H2
Zoutzuur -HCl
zinkchloride =ZnCl2
66. Geef de vergelijking;
In de industrie wordt waterstof op een andere manier geproduceerd.
Daar laat men bijvoorbeeld butaan bij hoge temperatuur met stoom (waterdamp) reageren.
Bij deze reactie ontstaan koolstofmono-oxide en waterstof
butaan C4H10 (g)
koolstofmono-oxide CO
waterstof H2
67. Een van de reacties die in de auto katalysator optreedt, is die tussen koolstofmono-oxide en stikstofdioxide.
Beide schadelijke gassen worden omgezet in de onschadelijke gassen koolstofdioxide en stikstof
koolstofmono-oxide CO
stikstofdioxide NO2
koolstofdioxide CO2
stikstof N2
69. Alcohol kan ook gemaakt worden door glucose te laten gisten. Dit is een reactie met alleen glucose als beginstof, waarbij ook koolstofdioxide ontstaat.
Glucose C6H12O6
71. Een molecuul waterstofazide bestaat uit
één waterstofatoom en
een aantal stikstofatomen.
De gedeeltelijke reactievergelijking voor het uiteenvallen van waterstofazide is: ... → 4 N2 (g) + NH3 (g).
Leid uit deze gegevens de formule van een molecuul waterstofazide af.
4 × 2 + 1 = 9 N-atomen staan en
3 H-atomen, want dat staat na de pijl ook.
Een waterstofazidemolecuul bevat volgens de tekst maar één waterstofatoom.
De reactievergelijking wordt dan:
3 HN3 → 4 N2 (g) + NH3 (g)
Waterstofazide is dus HN3
73. Bij de productie van waterstofazide kan een stof met de formule N2O ontstaan. Geef de systematische naam van deze stof
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden