Nederland en het internationale recht - De Grondwet internationale betrekkingen
3 belangrijke vragen over Nederland en het internationale recht - De Grondwet internationale betrekkingen
Naast uitdrukkelijke goedkeuring bestaat de lichtere vorm van stilzwijgende goedkeuring. Wanneer is daarvan sprake?
Als, na overlegging van het verdrag aan de beide Kamers van de
Staten-Generaal, niet binnen de 30 dagen
één van de Kamers, of ten minste een
vijfde deel van het aantal leden daarvan, om uitdrukkelijke
goedkeuring vraagt. Wordt op deze wijze om uitdrukkelijke
goedkeuring gevraagd dan dient alsnog een
goedkeuringswetvoorstel te worden ingediend. Van de procedure tot
stilzwijgende goedkeuring wordt vaak gebruik gemaakt.
Wanneer is uitdrukkelijke goedkeuring verplicht?
Wanneer de inhoud van het verdrag afwijkt van de Grondwet. (zie p.
73 en 74 voor stukje dat ik niet snap)
Art. 93 en 94 Grondwet regelen de directe werking en voorrang van verdragsbepalingen. Uit deze bepalingen blijkt dat Nederland een systeem van 'gematigd monisme' kent.
Internationale regels maken deel uit van de Nederlandse rechtsorde
maar hebben slechts in bepaalde gevallen directe werking (zie
eerder nr. 33). Art 93 Grondwet bepaalt daartoe dat
verdragsbepalingen 'die naar haar inhoud een ieder kunnen
verbinden' door de individuele justitiabele kunnen worden
ingeroepen voor de rechter en door deze kunnen worden toegepast.
Hetzelfde geldt voor bepalingen van -bindende- besluiten van
internationale organisaties.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
