Europese integratie: EU - Bevoegdheden: wetgeving en bestuur

5 belangrijke vragen over Europese integratie: EU - Bevoegdheden: wetgeving en bestuur

Zoals gezegd, zijn er verschillende soorten rechtshandelingen door middel waarvan wetgevende of bestuurlijke maatregelen kunnen worden vormgegeven: verordeningen, richtlijnen en besluiten (art. 288 VWEU). Als het om wetgeving gaat het hoofdzakelijk om de keuze tussen verordening en richtlijn.

Een verordening heeft een algemene strekking en is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat. Een richtlijn is verbindend ten aanzien van het te bereiken resultaat voor elke lidstaat waarvoor zij bestemd is; aan de nationale instanties wordt de bevoegdheid gelaten vorm en middelen te kiezen. 

Het belang en de ratio van de richtlijnen, tegenover verordeningen, zijn erin gelegen dat op tal van terreinen de nationale rechtsstelsels aanzienlijke verschillen vertonen.

Dan is het vaak effectiever om een nationale wetgever zelf op een specifiek gebied het doel van een richtlijn (harmonisatie) te laten realiseren.

Als het gaat om de totstandkoming van rechtshandelingen van de Unie zijn er twee wetgevingsprocedures te onderscheiden: de gewone wetgevingsprocedure en een bijzondere.

Welke gevolgd moet worden is steeds in de Verdragen aangegeven. De gewone wetgevingsprocedure wordt beschreven in art. 294 en volgende VWEU. Zij is na het Verdrag van Lissabon te beschouwen als de standaardprocedure. De 'bijzondere' procedure houdt in dat de procedure wordt gevolgd zoals aangegeven in het desbetreffende inhoudelijke artikel van het verdrag dat de bevoegdheid tot regelgeving geeft en waarin staat dat er sprake is van een bijzondere procedure voor het tot stand brengen van wetgeving.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

De rol van het Europees Parlement op het vlak van wetgeving is in de loop der jaren geleidelijk vergroot.

Aanvankelijk was haar rol beperkt tot consultatie. Nu is de gewone wetgevingsprocedure de regel, en daarin heeft het Europees Parlement medebeslissingsrecht (de oude codecisieprocedure). Dit betekent dat in het normale geval geen Europese wetgeving meer tot stand kan komen zonder instemming van het Parlement.Bij de totstandkoming van wetgevende besluiten in de gewone wetgevingsprocedure zijn Commissie, Europees Parlement als Raad betrokken. 

Net als in een parlementair stelsel geldt er tussen de Commissie en het Europees Parlement de vertrouwensregel.

De Commissie kan tot collectief aftreden worden gedwongen (art. 17 lid 7 VEU en art. 234 VWEU). Dat kan door een motie van afkeuring van het Parlement, aangenomen met tweederde meerderheid van de uitgebrachte stemmen en tevens bij meerderheid van de leden van het Parlement. Daarbij dienen tussen indiening van de motie en de stemming ten minste drie dagen dienen te liggen.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo