Samenvatting: Circulatie 1
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Circulatie 1
-
1 Week 1
Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Uit welke drie compartimenten bestaat de cavitas thoracica?
Mediastinum
Cavitas pleuralis (links en rechts) -
Bij de basis van het hart bevindt zich de omslagplooi waar de lamina visceralis overgaat in de lamina parietalis. Alleen de basis van het hart is hier bevestigd en zorgt ervoor dat het hart voldoende kan bewegen. Benoem 1 t/m 7
1. Pericardium Fibrosum
2. Pericardium Serosum
3. Cavitas pericardiaca
4. Hart
5. Pericardium Serosum
6. Lamina parietalis
7. Lamina viceralis -
Geef aan door welke structuren het bloed stroomt bij lichaamscirculatie en bij longcirculatie.Begin bij lichaamscirculatie: linker ventrikel >......>rechter ventrikelBegin bij longcirculatie: rechter ventrikel >......>linker ventrikel
Lichaamscirculatie: linker ventrikel >aorta > weefselcapillairen > onderste of bovenste holle ader> rechter atrium> rechter ventrikel
Longcirculatie: rechter ventrikel > truncus pulmonalis > longcappilairen> pulmonale venen > linker atrium > linker ventrikel -
Het hart trekt samen als gevolg van een actiepotentiaal. Beschrijf hoe dit werkt.
Actiepotentiaal > L-type calciumkanalen gaan open met als gevolg Ca2+ stroomt cel in
Ca2+ bindt aan ryanodine receptor > Ca2+ uit Sacroplasmatische Reticulum stroomt in cel > meer Ca2+ in cel > Ca2+ sparks ontstaan> kan signaal veroorzaken> binding troponine> contraheren cel > na contractie gaat Ca2+ uit de cel en ook weer in SR -
Beschrijf de mechanische actie van het hart gedurende een hartcyclus.
Begin van cyclus is einde diastole
Diastole bestaat uit 2 fases- passieve instroom naar ventrikels
- contractie atrium
AV kleppen zijn open, Semilunar kleppen zijn gesloten
Systole bestaat uit 2 fases- Isovolumetrische contractiefase; druk opbouwen
- ejectiefase; ventrikels contraheren ,ruk verhoogd ook
AV kleppen zijn gesloten, Semilunar kleppen openen bij voldoende hoge druk- Isovolumetrische relaxatie
Semilunar kleppen sluiten door een drukverschil in kamer en bloedvat
Begin diastole daarna begint cyclus opnieuw -
Wat zijn de consequenties van mitralisklep stenose?
Bloed kan niet meer goed worden weggepompt uit linker harthelft. De cardiac output verlaagd > veroorzaakt vermoeidheid. Het hart gaat dit compenseren door harder te werken(hartslag verhoogd)
Verder kan het bloed niet goed vanuit de longader de linker harthelft instromen waardoor er oedeem ontstaat in de longen.
De rechter harthelft moet harder pompen door de hoge druk in de longen, hierdoor ontstaat er hypertrofie. -
Wat is er aan de hand bij een te lange PQ-interval?
Er is een vertraagde geleiding in de AV-knoop waardoor het signaal te lang blijft in de AV-knoop. -
Wat is een prematuur atriaal complex?
QRS intervallen volgen elkaar sneller en langzaam op > ritme veranderd
Dit komt doordat er in de atria een groepje cellen spontaan depolariseren zonder dat ze een signaal hebben gekregen. De P-top kan hierdoor negatief zijn. -
Wat zijn de lange termijn gevolgen van hypertensie op het hart?
Verhoogde bloeddruk betekend dat het hart harder moet werken; hypertrofie van hart.
Daarnaast is de slagvolume verlaagd dus zal de hartfrequentie toenemen zodat het lichaam voorzien kan worden van bloed.
Verder kan er ischemie van hartspiercellen ontstaan omdat het hart meer zuurstof nodig heeft. De diastole is kort waardoor de kransslagaders onvoldoende van bloed wordt voorzien. Dit kan een hartinfarct veroorzaken. -
Leg uit waarom een groot hart een slecht hart is.
Een groot hart is een slecht hart want bij een grote hart is er een grote wandspanning nodig om voldoende druk te leveren tegen de aortadruk. Het hart moet dus harder werken en dit kost energie. Het hart gaat hypertrofiëren maar op een gegeven moment schiet dit te kort om het lichaam van voldoende bloed te voorzien.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden