Het vaatstelsel

25 belangrijke vragen over Het vaatstelsel

Hoe is bloedingssnelheid bij bloedarmoede?

-Bloedingssnelheid bij bloedarmoede: je bloedt sneller en langer. Want de bloedplaatjes die normaal in het midden zitten duwen de trombocyten nu minder naar de rand toe. Die komen nu vaker in het midden van vat terecht, dan heb je er niks aan. Je hebt er alleen wat aan als ze contact maken met de wand. Dan geen plug vorming.

Waar geldt de wet van Poiseulle niet bij?

Caveats:
Poisseuille geldt niet bij:
-Niet-laminaire flow
-          Non- newtonion fluids (bloed is dat eigenlijk ook…). Die heeft een zetje nodig voordat hij gaat stromen. Water gaat bijvoorbeeld altijd stromen, maar ketchup heeft een zetje nodig. Bloed lijkt meer op water maar soms een beetje op ketchup.


Wet van Poisseuille
F = (delta) P x (8/π) x L x η /r4
r = straal van het vat
L = lengte van vat
η = viscositeit vloeistof
F = flow

Wanneer krijg je turbulente flow. Kun je aan Renalds getal zien:

Sneller turbulent bij hogere snelheid, hogere diameter, lagere? Dichtheid en lagere viscositeit. Dan neemt renaldsgetal heel hard toe.


Lage viscositeit geeft turbulente flow. Snelheid van het bloed neemt toe als je tachcard bent, hoge cardiac output. Opkrikt naar 6-8 liter per minuut, dan ben je bloed zo snel aan het pompen dat het eerder turbulent wordt. Dit hoor je als souffles.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wanneer hoor je een fysiologische souffle?

: jonge menstruerende vrouwen, bij anemie
Als je minder opgeloste stof in bloed hebt zitten dan daalt de viscositeit. Je maakt hogere renold nummer, er is niks mis met de kleppen maar het bloed wordt gewoon eerder turbulent

Viscositeit neemt af als er meer cellen zijn -- > makkelijker stolsel:

-Polycythaemia (te veel cellen): beenmerg maakt teveel rode bloedcellen. Meer erytrocyten in bloed dan je zou willen dan krijg je ook eerder stolsel, bloed stroomt ook moeilijker. Zwaarder voor hart om rond te pompen.


-Toename plasma eiwit concentraties: maakt het ook stroperiger. (M. Waldenstro/M Kahler)


-Erythrocyt deformabiliteit (sikkelcelziekte, hereditaire sferocytose). Dan stroomt het ook minder lekker.

Wat gebeurt er bij een stijver vat met de golf?

Bij een stijver vat: drukgolf gemaakt in linker ventrikel gaat sneller weg en keert ook sneller terug. Dan verplaatst de golf zich een klein stukje naar links. Als je dan summeert krijg je hoge systolische bloeddrukken. Je maakt een hogere systolische bloeddruk en de diastole neemt af. Afname van diastole geeft ook een afname van vullingstijd van coronairen.

Turbulente flow en hoge druk geven ellende:

Trubulente flow bij bifurcatie. Daar heb je grote transmurale flow, onder continue druk ga je het steeds verder uit elkaar drukken. Dan kun je aneurysma. Zie je ook bij de carotis communis, bij kaak splitsen in interna en externa. Daar turbulente flow en ontstaat makkelijker atherosclerose.

Wat gebeurt er als je de bloeddruk verlaagd?

Als je bloeddruk verlaagt krijg je een probleem met je coronairen. Wat een probleem kan zijn bij een oudere met bloeddruk van 170/70 en je wilt bloeddruk laten zakken, laat je ook altijd diastolische bloeddruk een beetje zakken. Dan kun je in problemen kunnen met coronair perfusie. Dus niet doen bij te krakkemikige mensen.


Capillairen:
Zijn heel erg klein. Erythrocyten lopen daar achter elkaar aan. De wand van capillairen verschilt per orgaan:

-Gesloten
-Gevensterd: vaak in darmen, om wat grotere stoffen te transporteren .
-Discontinue capillairen: waar gaten tussen liggen, bijv in sinusoiden (lever)
-
Dit is zo gemaakt afhankelijk van functie.

Functie van capillair is transport. Dit kan op verschillende plekken plaatsvinden:

-Transcellulair: dwars door de cel heen. Dan moet je wel vetoplosbaar zijn. Door celmembraan/cytosol, bijv O22, CO2 (vetoplosbaar).


-Paraceullulair: via junctions. Afhakelijk van hoe stof eruit ziet. Via inter-endotheliale junctions en spleten, kleine wateroplosbare stoffen, afh. Van permeabiliteits coëfficiënt.


-Transcytose: als je grotere stof wilt transporteren en lading heeft die niet uitkomt. Dit is actief transport via blaasjes. Via pinocytose/transportblaasjes door de cel, bijvoorbeeld plasma eiwitten.

Wat is het vloeistofcompartiment van ons lichaam. Welk deel is intracellulair, wat extracellulair?

Total Body Water (TBW): 60% x gewicht (70kg) = 42 L

Intracellulair: 60% x TBW = 25 L
Extracellulair: 40% x TBW = 17 L

Waar bestaat het extracellulair gedeelte uit?

-Interstitieel vocht: ca 75% van ECV = 13 L
-Plasma volume: 3L (à bloed is 5L, maar de rest is cellen)
-Transcellulair vocht (bv CSF en oogvocht): 1L

Welke eiwitten zitten in het bloed?

-Stollingseiwitten
-Albumine
-Antilichamen

Wat is de regulatie van ECV?

Er is een druk van buiten naar binnen en een druk van binnen naar buiten.
Druk van binnen naar buiten: hydrostatische druk. Waterdruk naar buiten.
Druk van buiten naar binnen: osmotische druk. In bloed veel opgeloste stof en niet in interstitium. Dus water ook neiging om terug naar binnen te gaan.

De balans tussen deze twee dingen bepaald hoeveel vocht je uiteindelijk in interstitium hebt.

Hoe verandert colloid osmotische druk en hydrostatische druk? Wat zijn de gevolgen?

Colloïd osmotische druk is van begin tot eind hetzelfde. De bloeddruk daalt over de capillairen heen. In begin is bloeddruk hoger dan colloïd osmotische druk. Op dat moment filtratie: onder druk worden stoffen in bloed het interstitium ingedrukt.


Later in capillairen, wordt bloeddruk lager dan colloïd osmotische druk. Dan opgenomen vanuit het interstitium. Uitwisseling voedingsstoffen en afvalstoffen.

Wat is de rol van lymfe?



De mate van filtratie is altijd iets meer dan mate van absorptie. Alles wat je overhoudt aan vloeistoffen gaat via de lymfe. Deel van stoffen die naar binnen wordt gepompt gaat niet via bloed terug maar via lymfe.

Wat is de regulatie van microcirculatie?

Wat krijgt wel of geen zuurstof?

-Systemische invloeden (CZS bijvoorbeeld) -- > vaten wijder open


-Lokale regelmechanismen
1)Precapillaire weerstand (sfincter)
2)Weefselmetabolieten (lokale stofwisselingsproducten: pO2, PCO2, pH)
3)Lokale chemische en humorale factoren

-Autoregulatie (ter plaatse)


Slechts ¼ v/d capillairen krijgt bloed!

Wat gebeurt er als je in een keer al je capillairen open zou zetten?

Als je in een keer al je capillairen open zou zetten krijg je distributieve shock. Dat gebeurt bij anafylactische shock, dan teveel bloedvat voor de hoeveelheid vocht. Dan dondert de bloeddruk in elkaar. 

Wat is autoregulatie van het brein?

1)Brein: Gelijk houden perfusiedrukbrein. Er is continue doorstroming van brein onafhankelijk van wat je doet. Als bloeddruk zou wisselen, zou dat ook flow veranderen en zou je ook anders denken. Aangezien hoofd gesloten ruimte is kun je ook niet de hele tijd hebben dat bloeddruk varieert. Als je meer kracht zet wordt bloeddruk in brein niet hoger. Dit komt omdat brein uitgebreide autoregulatie kent.

Over een grote van breedte van bloeddrukken is het brein instaat om de flow gelijk te houden. Hij regelt dat bloeddruk stabiel blijft.

Stel er is een vernauwing van de carotis, wat zijn de gevolgen?

Stel vernauwing in carotis (achter vernauwing is bloeddruk laag). Dan is ipsilaterale kant brein gewent aan lage bloeddrukken. Dat deel van brein is gewent om plateau meer naar links te schuiven. Als vaatchirurg vernauwing weghaalt stijgt bloeddruk acuut naar normale waarde. Die kant brein niet gewent om te werken met die waarde bloeddruk, dus schuift van autoregulatie curve af.

Als je van autocurve afschuift begint bloodflow direct evenredig te worden met bloeddruk. Dan wordt er veel meer bloed aangeboden aan die kant van het brein: cerebraal hyperperfusie syndroom. Kan leiden tot zwellingen, insulten en bloedige CVA’s.

Wat is autoregulatie ischemie?

1)Ischemie: Weefsel probeert genoeg bloed te krijgen


Dependent rubor: zeer ernstig perifeer vaatlijden. Als je voet heft wordt hij wit, dan komt er geen bloed in. Als je hem af laat hangen, helemaal gezwollen en rood. Dan door lokale mechanismen, lage pH en lage zuurstofspanning zijn de arteriolen immens uitgezet, alles staat open. Alles staat open omdat er diepe ischemie plaatsvindt. Als je hem aflaat hangen stroomt er iets in en dat gaat alles open. 

Wat is abnormaal Starling mechanisme?

Abnormaal:
-Vollopen van interstitium = oedeem
-Uitrdogen van interstitium = dehydratie

Wat zijn algemene oorzaken van oedeem?

-Algemene oorzaken
1)Vochtretentie (hartfalen, nierfalen)
2)Laag albuminegehalte (hongeroedeem). Als je ondervoed bent houd je veel vocht vast door lage colloïd osmotische drukken. Zowel aan buikjes als voeten.

Wat zijn lokale oorzaken van oedeem?

- veneuze insufficiëntie
- lymfatische insufficiëntie. Dan kun je nooit goed afvloed in stand brengen vanuit benen. 
- ontsteking (infectie, trauma)

Wat is veneuze insufficiëntie?

1)Veneuze insufficiëntie -- > venen niet goed in afvoeren vocht. Bijv. diep veneuze trombose. Bloed kan er wel in maar niet makkelijk weg. De druk wordt hoger in microcirculatie en er treedt meer uit. Dikker been wat roder lijkt. Als mensen trombose hebben gehad gaan kleppen in venen ook kapot. Als je dan gaat staan kan het bloed er nog steeds niet lekker uit.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo