Startpagina / Samenvattingen / Class notes - Circulatie 1 / depolarisatie-membraan-natriumkanalen

Slim 86-90

18 belangrijke vragen over Slim 86-90

Welke twee factoren creëren een membraanpotentiaal?

Elektronische stroming
Diffusie

Waardoor is de kalium rust-membraan potentiaal negatief?

Omdat kalium veel meer intracellulair zit, willen deze ionen naar buiten stromen. Dit gebeurt ook, waardoor een diffusiegradiënt ontstaat naar buiten. Dit laat echter een negatieve lading achter intracellulair, waardoor de spanning over het membraan negatief wordt.

Waarom is de natrium rust-membraan potentiaal positief?

Natrium bevindt zich veel meer extracellulair. Hierdoor willen deze kationen door de ionkanalen naar binnen toe. Het overgrote deel bevindt zich echter nog steeds aan de buitenkant van het membraan. Hierdoor blijft het grootste deel van de positieve lading aan de buitenkant van het membraan, waardoor je een positieve membraanpotentiaal krijgt.

Wat is de functie van de Na/K ATPase op het membraan van de hartcel?
Hoeveel van onze dagelijkse inname wordt hierbij gebruikt?

Hij behoudt de rust membraanpotentiaal.
50% van onze dagelijkse intake wordt hiervoor gebruikt!

Waar bevindt zich de L-type receptor? En voor welk kation is deze gevoelig

De L-type receptor is een Calciumion dat zich bevindt op de T-tubuli. Het is hier essentieel voor de doorlating van calcium, en zorgt zo voor spiercontractie.

Wat is het type 2.1 kanaal? Voor welk kation is deze gevoelig?

Dit is een kanaal voor kalium. Het is permeabel in rust, en is belangrijk voor de instandhouding van een actiepotentiaal.

In hoeverre verschilt de opbouw van kaliumkanalen t.o.v. de ionkanalen voor natrium en calcium?

Natrium- en Calciumkanalen zijn opgebouwd uit 4 groepen van 6x transmembranaal eiwitten.
Een kaliumkanaal is opgebouwd uit maar 4 eiwitten, die samen 1 kanaal vormen. De alfa-subunits van dit kanaal zijn belangrijk voor het transport, maar hebben hier wel de beta-subunits voor nodig. Deze units kunnen de kaliumstroom reguleren.

Wat is het verschil tussen de effectieve en relatieve refractaire periode?

In de effectieve refractaire periode kunnen er geen actiepotentialen meer optreden, omdat de natriumkanalen net geopend zijn geweest. De membraanpotentiaal is hierdoor nog te positief.

In de relatieve refractaire periode kunnen er alweer nieuwe actiepotentialen optreden, maar deze depolarisaties komen dan minder hoog.

Nodale AP, X punten

-If veroorzaakt dat de rustpotentiaal langzaam oploopt. De If-stroom is een samenkomst van de natrium, kalium en calciumstroom
-De nodale RP schommelt rond de -65 mV. Dit komt omdat de permeabiliteit van natriumkanalen groter is.
-Als er een AP komt, gaan de calciumkanalen open, en niet de natriumkanalen.
-De depolarisatie komt langzamer op gang, omdat de natriumkanalen meer permeabel zijn. Hierdoor bevindt zich al meer natrium intracellulair, waardoor de actiepotentiaal langzamer van start komt

Beschrijf het verloop van een Nodale Actiepotentiaal

-De If zorgt ervoor dat de rust-membraanpotentiaal rustig oploopt.
-Na activering gaan de calciumkanalen open, er vindt depolarisatie plaats
-Na deze depolarisatie wordt de repolarisatie veroorzaakt door de influx van kaliumionen.
-Na de repolarisatie wordt If weer geactiveerd, dan vindt er weer een langzame diastolische depolarisatie plaats

Wat is diastolische depolarisatie?

Dit zijn de depolarisaties die in de AV, SA, en Purkinjevezels plaatsvinden tijdens de diastole. Ze depolariseren zich tijdens de diastole. Dat is ook logisch, want deze cellen moeten tijdens en na de diastole elektrische signalen naar de rest van het hart sturen

Hoe veroorzaak je een 'Lange QT-syndroom'?

Dit komt als je de kaliumstroom vertraagd. Dit betekent een tragere repolarisatie. Het kan veroorzaakt worden door medicatie, intoxicatie of erfelijkheid bij een afwijkende poort

Het kan ook veroorzaakt worden als de natriumkanalen te traag sluiten.

Wat is de vorm, functie en voorkomen van Connexine?

Het is een poort voor kationen die zich in de gap-junction bevindt. Het C43 is voor de ventrikels het allerbelangrijkst.

De connexines bevinden zich op de glanslijnen van GAP-junctions, waar zich doorheen meer ionen kunnen verplaatsen. Hierdoor kan de actiepotentiaal zich sneller verplaatsen.

Wat is de volgorde van polarisatie i/h hart en wat is de invloed op het ECG

De volgorde gaat van atrium naar ventrikel en weer terug.
Hierdoor weet je dat de cellen die als eerste depolariseren, ook weer als laatste repolariseren.

Wat is de driehoek van Coumel

1: trigger = veroorzaker van hartritmestoornissen. EG: ectopische potentiaal
2: substraat = achterliggende oorzaak i/h hart voor stoornissen. EG: ischemie of fibrose
3: modulator = omstandigheid waardoor de kans op het ontstaan toeneemt. Een vagale toon, of een verschil in de refractaire periode

Wat is re-entry artimie?

Wanneer er nogmaals een depolarisatie plaatsvindt, deze gaat echter niet via de SA-knoop, maar gaat via andere adjacende cellen die nog wel gedepolariseerd zijn

Wat is een AV-block en zijn gradaties?

De electrische communicatie tussen ventrikel en atria verloopt niet goed meer. In de 1e en 2e graads werkt de SA knoop nog wel, maar in 3e werkt alleen de AV knoop nog maar
1e graads: de AV-geleiding is wat langzamer geworden
2e graads: de geleiding is twee keer zo traag geworden. Voor elke twee atriale activatie is er maar 1 ventriculaire activatie
3e graads: geen relatie meer tussen atriale activatie en ventriculaire activatie. Het ventriculaire ritme wordt dan gereguleerd door de AV-knoop, maar deze is veel trager in zijn diastolische depolarisatie.

Wat is de uitslag die je ziet op een ECG?

Zodra er een AP plaatsvindt, wordt het buitenste membraan niet meer positief maar negatief geladen. De verandering in de stroom aan het membraan meet je.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

Circulatie 1

Bekijk samenvatting

Een unieke studie- en oefentool
Nooit meer iets twee keer studeren
Haal de cijfers waar je op hoopt
100% zeker alles onthouden

Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding

Slim 86-90

18 belangrijke vragen over Slim 86-90

Welke twee factoren creëren een membraanpotentiaal?

Waardoor is de kalium rust-membraan potentiaal negatief?

Waarom is de natrium rust-membraan potentiaal positief?

Wat is de functie van de Na/K ATPase op het membraan van de hartcel?Hoeveel van onze dagelijkse inname wordt hierbij gebruikt?

Waar bevindt zich de L-type receptor? En voor welk kation is deze gevoelig

Wat is het type 2.1 kanaal? Voor welk kation is deze gevoelig?

In hoeverre verschilt de opbouw van kaliumkanalen t.o.v. de ionkanalen voor natrium en calcium?

Wat is het verschil tussen de effectieve en relatieve refractaire periode?

Nodale AP, X punten

Beschrijf het verloop van een Nodale Actiepotentiaal

Wat is diastolische depolarisatie?

Hoe veroorzaak je een 'Lange QT-syndroom'?

Wat is de vorm, functie en voorkomen van Connexine?

Wat is de volgorde van polarisatie i/h hart en wat is de invloed op het ECG

Wat is de driehoek van Coumel

Wat is re-entry artimie?

Wat is een AV-block en zijn gradaties?

Wat is de uitslag die je ziet op een ECG?

Samenvattingen die gerelateerd zijn aan Slim 6-10

Class notes - Circulatie 1

Oogheelkunde

Interne Geneeskunde

zintuigen, hersenen en beweging 1

Tentamen Circ2

Nieren en longen

Class notes - KLO deeltentamen 1

Class notes - Zintuigen, hersenen en bewegin…

Class notes - PLO-MT

Class notes - KLO deeltentamen II

Class notes - Circulatie II

Class notes - Stofwisseling 1

Wat is de functie van de Na/K ATPase op het membraan van de hartcel?
Hoeveel van onze dagelijkse inname wordt hierbij gebruikt?