Slim 61-65

34 belangrijke vragen over Slim 61-65

Wat is een nefron? En uit welke 7 delen bestaat dit

Een nefron is een functionele eenheid van de nier. Bestaat uit:

Glomerulus
Corpus Renale
Proximale tubulus
Lis van Henle
Distale tubulus
Overgangsbuis
Verzamelbuis

Beschrijf het verloop van cortex naar Ureter

Cortex
Medulla
Renale Pyramide
Kleine Calyx
Grote Calyx
Pelvis Renalis   
Ureter

Je hebt twee soorten vasa recta. Benoem hun functie en onderlinge verschillen

Vasa recta ascenderend zijn veneus
,, descenderend zijn arterieel en zijn de efferenten van de glomerulus
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat is de functie van een podocyt? (pootjes)

Tussen de pootjes van de podocyt bevinden zich hele kleine ruimtes, die filtratie kunnen genereren. deze ruimte is 14 micrometer klein.

Wat is een steady state en hoe wordt deze gerealiseerd (noem stof!)?

Steady state geldt wanneer: de concentratie (plasma) van bijv. ureum of creatinine evenredig afneemt met de toename van de GFR.

Er geldt dus bij creatinine en ureum: hoe hoger de GFR, hoe lager de concentratie in het plasma.

Waarom loopt de oncotische druk in het glomerulus op naarmate de ery's meer richting het vas efferens gaan?

Dit komt omdat er door het grote verschil in hydrostatische druk een gradiënt ontstaat waarbij water uit het bloed gaat. Hierdoor raken de ionen sterker geconcentreerd, waardoor de oncotische waarde oploopt.

De oncotische waarde is hetzelfde als de colloïd osmotische waarde

Wat is de formule voor de nier?

PxGFR = UxV

GFR = (UxV)/P

Hierbij geldt:

GFR = glomerular filtration rate
P =  plasma concentratie
U = urine concentratie
V= urine flow

Vaak wordt deze formule gebruikt bij het berekenen met inuline! Dit komt omdat de concentratie in het bloedplasma gelijk zou moeten zijn aan die van de urine. Dit komt weer omdat inuline niet wordt geresorbeerd na filtratie, maar gewoon in de urine terecht komt.

Wat bevindt zich aan de basolaterale membranen in de nieren?

Hier bevindt zich capillair.

Beschrijf het functionele verschil tussen de stijgende en dalende baan i/d lis van Henle

Dalend: is alleen permeabel voor water. Dit gebeurt via diffusie. De cellen in het membraan zijn hier ook naar gemaakt.

Stijgend: maakt de gehele omgeving zout, omdat het membraan hier alleen permeabel is voor Na+ en niet voor water. Het zorgt via actief transport ervoor dat het natrium uit de voorurine gehaald wordt. Hierdoor wil het water dat in de dalende baan zit graag diffunderen.

Beschrijf de functies van de proximale tubulus

-Bevat een brush border met microvilli en kubisch epitheel
-Invaginaties a/h basolaterale membraan
-A/h basolaterale membraan ligt interstitium
-Na/K ATPase aan basolateraal membraan
-Secundair actief transport Na/Glucose cotransport (sym) a/h apicale membraan.
-Het Na wil makkelijker de cel in via actief transport omdat de oncotische waarde voor natrium intracellulair lager ligt.
-Cellen zijn verbonden met tight-junctions en bevatten zeer veel mito's


Vasc: peritubulair capillair
Effect: 67% resorptie van water

Beschrijf de functies van de lis van Henle (asc)

-Pompt Na in het capillair a/h basolaterale membraan.
-Dit faciliteert weer het secundair actief transport a/h apicale membraan
-Dit gaat via een NKCC2-cotransporter (sym)
-Dit is een cotransporter voor natrium, kalium en cholride
-Dit faciliteert het zout worden van de medulla

Beschrijf de functie van de lis van Henle (des)

-Hierin vindt geen actief transport plaat
-Hier vindt alleen osmose plaats, omdat de oncotische waarde in de medulla verhoogd wordt door de ascenderende lis van Henle

Beschrijf de functies van de distale tubulus

-Apicaal membraan is poreus voor calcium. Dit zorgt voor een gelijke concentratie van calcium i/d voorurine en i/d cel
-Pompt Na in het capillair a/h basolaterale membraan
-Natrium kan natuurlijk ook gewoon de cel in a/h apicale membraan. Niet bel.
-Omdat er meer natrium i/h capillair zit dan intracellulair ontstaat er een concentratiegradiënt van capillair naar intracellulair.
-Hiervoor is een antiporter gemaakt die de natrium uitwisselt met calcium, waardoor je calcium uit de cellen haalt. Hierdoor ontstaat er weer een concentratiegradiënt vanuit de voorurine naar intracellulair.
-Bevat invaginaties a/d basolaterale kant

Wanneer is er sprake van secundair actief transport?

Dit is actief transport dat alleen plaats kan vinden als er een (onnatuurlijke) concentratiegradient gemaakt wordt op een andere plaats door ook actief transport.

Wat is het belangrijkste principe van de lis van Henle? Wat is de functie?

Het tegenstroomprincipe. Het zorgt ervoor dat de laatste beetjes zout en water ook terug geresorbeerd kunnen worden

Wat is de functie van Na en H2O in de resorptie?

Na-resorptie zorgt voor een volume regulatie
H2O-regulatie zorgt voor osmolaliteit

Uit bovenstaand moet ook geconcludeerd worden dat de zoutopname niet gereguleerd is. De wateropname is dit wel, denk maar aan een situatie in de woestijn.

Er zijn twee delen van de stijgende lis van Henle. Benoem hun verschillen in vorm en functie

Het onderste deel van de lis van Henle is dun. Hier vindt in het ascenderende deel een passief transport plaats van natrium naar het medullaire gebied.

Het bovenste deel is een stuk dikker. Hier vindt actief transport plaats van natriumionen

Hoe kan het bloed lopen na de vas efferens van de glomerulus?

Het bloed kan descenderen i/d vasa recta of het kan peritubulair gaan lopen

Waaruit bestaat de wand v/d ureter?

-Collageen
-Glad spierweefsel
-Overgangsepitheel of urotheel
-Bevat paraplucellen: deze houden water tegen en kunnen veel van oppervlakte vergroten

Beschrijf de hormonale werking i/d nier

Bij de afferente arteriole bevindt zich het juxtaglomerulaire apparaat. Dit apparaat meet de bloeddruk.

Om de bloeddruk te kunnen reguleren zijn er cellen in de macula densa. Deze cellen geven renine af a/h interstitium. Dit renine kan dan met het RAAS-systeem helpen de bloeddruk te reguleren. Voornamelijk verhogen bij een verlaagde bloeddruk.

Beschrijf de functies v/d nier (6)

-Uitscheiden afvalstoffen
-Productie EPO
-Waterbalans
-Controleren pH (bicarbonaat)
-Kalium en Fosfaatbalans (Vit.-D)
-Resorptie van essentiele stoffen uit de voorurine

Welke twee stoffen worden niet actief getransporteerd in de nier?

H2O en ureum

Wat zijn de twee sleutelfactoren voor doorlaatbaarheid i/d glomerulus?

-Grootte: tot 5kDalton. De maximale grootte is 70nm. Groter dan dit komt nog wel binnen, maar partieel.

EG: een erytrocyt is 6000-8000nm, dus die komt er nooit doorheen.

Beschrijf de essentie van lading in de basale lamina

De over de membranen van de glomerulus is negatief. Dit betekent dat grotere neutrale stoffen nog wel opgenomen worden (<70nm). Positieve stoffen worden juist beter opgenomen, kationen bijvoorbeeld. Negatieve stoffen worden minder goed opgenomen

Waarom kan albumine niet door het membraan v/d podocyten heen?

Albumine heeft precies de goede grootte voor het membraan tussen de pedicellen, maar het is negatief geladen. Hierdoor stoten de membranen i/d glomerulus het af.

Benoem de colloid osmotische druk in het kapsel van Bowman en ook de hydrostatische druk

Colloid: deze is nul omdat er geen eiwitten in de voorurine zitten. De colloid osmotische druk is hier nul. Deze blijft ook nul, omdat de eiwitten ook niet uit het capillair kunnen vanwege de fenestratie i/h endotheel

Hydrostatisch: constant omdat het filtraat meteen weg kan stromen i/d proximale tubulus

Waarom is de filtratie sterker bij het begin van de glomerulus?

Wat je hieruit moet concluderen is dat er bij toename van de oncotische druk in het bloed moeilijker filtratie plaatsvindt. Dit gebeurt meer naar distaal, omdat er dan minder vocht is, maar nog steeds wel dezelfde hoeveelheid eiwitten.

Het heeft niets te maken met de hydrostatische druk!!!!! Deze neemt namelijk nauwelijks af.

Hoe geldt de wet van Starling in de nieren?

Arteriële input = veneuze output+ urine output

Hoe kan je creatinine gebruiken in het benaderen van de nierfunctie (filtratie)?

Creatinine wordt elke dag in ongeveer dezelfde hoeveelheid aangemaakt en uitgescheiden. Creatinine wordt wel gefiltreerd, maar niet gecescerneerd of geresorbeerd. Je meet hiermee de GFR, global filtration rate.

Stel dat de [crea](plasma) 2x zo groot wordt, dan betekent dat een 2x zo slechte filtratie in de nier. Er blijft immers twee maal zoveel creatinine in het bloedplasma zitten.

De belangrijkste voorwaarde voor deze berekening is de aanwezigheid van een steady state. D.W.Z. een constante productie van creatinine.

Beschrijf de regulatie van de glomerulaire druk

Dit is als een wijnpak waarbij de bovenkant open is:

Je hebt een kleine trechter aan de onderkant die onderhevig is aan zwaartekracht. Als je veel wijn hebt dan stroomt er ook veel uit.

Dit moet je zien als de glomerulus: gevolgen voor de druk -->

Verhoging weerstand afferente arteriole: een verlaagde druk in de glomerulus.

Verhoging weerstand efferente arteriole: een verhoogde druk in de glomerulus

Verlaging weerstand afferente arteriole: een verhoogde druk in de glomerulus

Verlaging weerstand efferente arteriole: een laagde druk in de glomerulus

Waarom wordt er bij hogere filtratie ook meer geresorbeerd?

Omdat de hydrostatische druk van de voorurine dan groter is. Dit is ook logisch, er wordt meer water aan de voorurine toegevoegd, dus moet er meer vocht door hetzelfde vat. Hierdoor neemt de druk op de wand toe.

Beschrijf 3 kernpunten van resorptie van glucose

-De klaring is in principe altijd 0
-Tot 400mg/minuut kan het lichaam glucose aan daarna renaal geklaard
-Bij diabetici zie je dus een grotere kans op klaring

Beschrijf 2 punten van de NaKCl2-pomp

-Ascenderende lus van Henle
-Wordt geremd door furosemide

Hoe wordt de opslag van Kalium uit voedsel gestimuleerd?

Door insuline, adrenaline en X. Deze stoffen zorgen voor snellere opname omdat zij de Na/K-ATPase stimuleren.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo