Startpagina / Samenvattingen / Class notes - Circulatie 1 / vector-overgang-cel

Slim 21-25

6 belangrijke vragen over Slim 21-25

Het elektrische ECG-signaal wordt gemeten als vector. Beschrijf twee dingen die je aan een uitslag op het ECG kan aflezen en vertaal dit naar de vector

De richting van de vector = de gemiddelde richting van de depolarisaties.
De grootte van de vector = een weergave van het aantal cellen dat depolariseert

Bij welke Einthoven-afleidingen is de uitslag van een hartcontractie positief?

Bij Einthoven 1 en 2 verwacht je een positieve uitslag
Bij Einthoven 3 staat de beweging 'haaks' op de lijn. In ieder geval is de afleiding vrijwel hetzelfde gelegen als de eigenlijke elektrische stroom

Wat is de diameter van een capillair en waarom

Dit is 7 micrometer, (mumeter, x10^-6)
Dat is ook meteen de diameter van een ery. 7 micrometer. Dat is dus 7000 nanometer

Hoe zorgen de slagaders ervoor dat ze uit kunnen rekken?

Ze bevatten heel veel elastine om de uitrekking te faciliteren.
Dit bevindt zich in de membrana elastica interna en - externa.
Maar ook in de spierlaag en de tunica adventitia

Ze bevatten ook veel collageen om ervoor te zorgen dat het vat niet te ver uitrijkt.

Hoe zie je de overgang van spiercellen naar tunica externa?

Als een overgang van circulaire spiercellen naar een meer rommelig gebied.
Deze overgang is vaak een beetje onduidelijk

Welke soorten spierweefsel heb je in de bloedvaten en waar bevinden deze zich

Hartspier: 1 kern per cel. Y-vormig zodat het een holte kan omsluiten. Deze cellen zijn niet bevestigd aan een pees, maar aan elkaar, d.m.v. glanslijnen. Ze communiceren onderling met gap-junctions via connexines.

Dwars-gestreept spiereefsel: in skeletspieren (meerdere kernen per cel) en in het hart (1 kern per cel.)

Zacht spier-weefsel: in bloedvaten

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

Circulatie 1

Bekijk samenvatting