Glomerulopathie en nefritisch syndroom
23 belangrijke vragen over Glomerulopathie en nefritisch syndroom
Albumine is een eiwit met een straal van 3,6 nm en een MW van 70 kDa. Hij is negatief geladen. Kan albumine passeren langs:
- Endotheelcellen?
- Het glomerulaire basaal membraan?
- Podocyt filtratiespleten?
Glomerulair basaal membraan: nee (1 kDa en negatieve afstoting)
Podocyt filtratiespleten: ja (10-30 nm filtratie), echter, ook negatief geladen eiwitten hier, zoals podocine, houden negatieve eiwitten tegen
Een glomerulus kan reageren op schade door hypercellulariteit, verdikking van het GBM en hyalinose of sclerose. Wat wordt er verstaan onder hypercellulariteit?
- proliferatie van cellen, zoals mesangiale of endotheelcellen
- infiltratie van leukocyten
- endocapillaire proliferatie (infiltratie leukocyten + zwellen en proliferatie mesangium/endotheel
- vorming halve manen (accumulaties prolifererende pariëtale epitheelcelen)
Een glomerulus kan reageren op schade door hypercellulariteit, verdikking van het GBM en hyalinose of sclerose. Wat wordt er verstaan onder GBM verdikking?
- Depositie van immuuncomplexen op endotheliale of epitheliale zijde van het GBM of in het GBM zelf. Matrixeiwitten kunnen ook gedepositeerd worden.
- Verhoogde synthese van eiwitcomponenten van het GBM
- Vorming van meerdere lagen van GBM matrices
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Een glomerulus kan reageren op schade door hypercellulariteit, verdikking van het GBM en hyalinose of sclerose. Wat wordt er verstaan onder hyalinose en sclerose?
- Sclerose: depositie van extracellulair collageneus materiaal.
Wat is het verschil tussen een hyalinose en een sclerose van glomerulaire capillairen?
Er zijn vier plekken waar intrarenale nierschade kan plaatsvinden:
- Glomeruli
- Tubuli
- Interstitium
- Bloedvaten
Door wat voor pathologie is er doorgaans tubulaire of interstitiële schade?
Waarom komen soms patiënten pas met eindstadium nieren op de SEH?
Hoe noemen we de precursor van uremie?
Wanneer spreken we van een nefritisch syndroom in de 'nefrotische range'? Bij hoeveel procent van de patiënten met PSGN is dit het geval?
Bij nefritisch syndroom is de glycocalyx van het GBM nog (redelijk) intact. Bij nefrotisch syndroom niet. Daardoor is er bij nefrotisch syndroom meer proteïnurie. Wat zijn nog meer verschillen tussen nefritisch en nefrotisch syndroom?
- Nefrotisch: hevige proteïnurie, hypoalbuminemie, sterke oedeem, lipidurie (oval fat bodies), geen hematurie (fysieke filtratie tegen erythrocyten nog itnact)
Soms spreken we van chronische nierziekte, en soms van eindstadium nierziekte. Wat is het verschil?
Wanneer spreken we van een focale aantasting van glomeruli, een diffuse, een segmentale en een globale?
Waar zal een sterk katione antigen neerslaan: aan de subendotheliale zijde van het GBM of de subepitheliale zijde van het GBM?
Bij post-streptococcale glomerulonefritis: is de antilichaam-antigen complex depositie eerst subendotheliaal of subepitheliaal? Kun je een verklaring bedenken?
Pas 1-3 weken na blootstelling aan een antigen, zoals groep A beta-hemolytische streptococcen, slaan er complexen neer subendotheliaal in de glomerulus om PSGN te veroorzaken. Hoe verklaren we deze vertraging?
Waar vinden we in eerste instantie depositie van antigen-antilichaam complexen bij PSGN?
Recent onderzoek heeft gewezen op de rol van reeds aanwezige antigenen bij PSGN, voor een infectie. Sommige van deze antigenen worden planted antigens genoemd. Wat zijn planted antigens en hoe kunnen ze PSGN veroorzaken? Hoe verschilt dit met de klassieke verklaring van glomerulonefritis?
De klassieke verklaring van glomerulonefritis stelt dat er een post-streptococcale de novo depositie is van antilichaam-antigencomplexen.
Een belangrijk onderdeel van de pathofysiologie van PSGN is endocapillaire proliferatie. Wat wordt hieronder verstaan, hoe wordt het veroorzaakt en wat zijn de consequenties?
Verscheidene cellulaire mechanismen dragen bij aan de klaring van antigen-antilichaamcomplexen. Stel dat die mechanismen niet goed werken. Wat voor effect heeft dit op het klinische beloop van een PSGN?
Een patiënt heeft reeds een PSGN meegemaakt. Daardoor was er hematurie. 2 weken na dit nierfunctieverlies zijn alle antigen-antilichaamcomplexen geklaard uit het lichaam. Toch blijft de patiënt rode urine hebben. Wat zeg je tegen de ongeruste patiënt?
Stelling: normaal is er geen eiwit in de urine. Juist of onjuist?
Stelling: normaal zijn er geen erythrocyten in de urine. Juist of onjuist?
Stelling: normaal zijn er geen leukocyten in de urine. Juist of onjuist?
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden