Hartkleppen

15 belangrijke vragen over Hartkleppen

Welke lead geeft een betere indruk van de linkerventrikelfunctie: lead V6 of lead V3?

Lead V6

Op wat voor afwijking wijst de ECG van Martin?

We zien een sterke positieve QRS in lead V1, wat betekent dat er hier een hoger voltage is gegenereerd tijdens de ventriculaire systole, welke ook sterker richting lead V1 is gericht. Hetzelfde in lead V2 en V3. Dit wijst op hypertrofie van het rechterventrikel.

Ter beoordeling van de pompfunctie van het hart kan een echo-doppler gemaakt worden. Hier een echo-doppler met een sterk uitgezette rechterharthelft. Drie vragen over echo-doppler:
- Wat betekent een rode kleur en wat betekent een blauwe kleur in de echo-doppler?
- Hoe ziet een turbulente stroom van bloed eruit in een echo-doppler
- Welke kleur heeft spier in een echo
- Met welke frequentie schiet je golven bij een echo?

- Rood: flow naar transducer toe, blauw: van transducer af
- Turbulente stroom: een waas van blauw en rood
- Spier is grijs in een echo
- Je schiet met hoge frequenties, 1-10 MHz
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Om een indruk te krijgen van de druk in de rechterharthelft kan met een Swan Ganz katheter via een vene (jugularis of femoralis) de druk gemeten worden in het rechteratrium en ventrikel. Echter, om de druk in het linkeratrium te bepalen, kan dit niet gedaan worden. Hoe lost de cardioloog dit op?

Die lost dit op door de zogenaamde 'Wiggedruk' te bepalen. Hij haalt de Swan Ganz katheter door de pulmonaire arterie, tot in een van de kleinere pulmonaire arteriën. Hier blokkeert die de arterie door inflatie van een kleine ballon. Er is dan een bepaalde druk op die ballon, afkomstig van de rechterharthelft (pompwerking) en de linkerharthelft (terugstuwing). Deze druk wordt de Wiggedruk genoemd en is een maat voor de druk in het linkeratrium.

Welk probleem kent meer mogelijke oorzaken: een hartklepstenose of een klepinsufficiëntie?

Een hartklepinsufficiëntie komt vaak door extrinsieke problemen die zich acuut manifesteren, zoals vrije wandschade, papillaire spierschade, aortaschade en een chordae tendinae ruptuur. Een hartklepstenose kent minder oorzaken, meestal is de oorzaak een chronische beschadiging van de klepcusps. Deze vertonen pas in een gevorderd stadium klinische symptomen.

Waarom kan een patiënt veel langer leven met een rheumatische mitrale stenose, dan met een infectieve endocarditis?

Dat heeft te maken met de snelheid waarmee deze ziektes klepdefecten induceren. Rheumatische mitrale stenose ontwikkelt zich progressief door de jaren heen en manifesteert zich pas in een ver gevorderd stadium. Een infectieve endocarditis geeft in een acuut stadium symptomen.

Wat is de E/A ratio? En waarom wordt die kleiner vanaf een 75% stenose?

E/A ratio is de ratio in ventriculaire flowsnelheid (vullingssnelheid) in de vroege vullingsfase (Early) en de late (Atrial kick). Normaal gesproken is die groter dan 1, i.e. de atriale kick is minder relevant voor de ventriculaire vulling. Vanaf een 75% stenose is de ventriculaire vulling zodanig beperkt, dat de atriale contractie belangrijker wordt.

Vanaf welk % vernauwing wordt een mitralisklepstenose kritisch genoemd? Wat gebeurt er bij dit % vernauwing?

75% vernauwing. Hier wordt de E/A ratio kleiner dan 1.

Met welke formule geven we de transmurale wand stress aan in het hart of in bloedvaten?

De wandstress is hoger bij een hoger transmuraal drukverschil en een toegenomen holtediameter. Hij is kleiner bij een grotere wanddikte.

Het drukverval over een stenotische klep is veel sterker, in andere woorden, dP is sterker. Hoe verhoudt dP zich tot de bloedstroomsnelheid?

dP ~ 4v^2 (vereenvoudigde wet van Bernoulli)

Patiënt heeft hogere inotropie. Wat gebeurt er met de ESPVR in de PV-lus?

Die wordt stijler en verschuift naar links

Patiënt heeft hogere myocardiale compliantie. Wat gebeurt er met de EDPVR in de PV-lus?

Die wordt minder stijl en verschuift naar rechts

Wat gebeurt er met de PV-lus bij linkerventrikelhypertrofie?

De preload neemt af, de contractiliteit neemt toe. We zien een stijlere ESPVR en een EDPVR die naar links verschuift.

Waar is de afterload hoger: bij aortaklepinsufficiëntie of mitralisklepinsufficiëntie?

Bij aortaklepinsufficiëntie is die hoger, omdat bij mitralisklepinsufficiëntie het linkerventriculaire bloed tijdens de systole uit kan wijken naar een hoger volume

Hoe beïnvloedt een aortaklepinsufficiëntie de preload en afterload?

Preload omhoog, afterload gaat eigenlijk niet omhoog, maar de drukgeneratie neemt wel toe in het hart door Frank-starling, waardoor we in de PV lus een hogere afterload zien.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo