Primaire hypertensie

65 belangrijke vragen over Primaire hypertensie

Wat is het effect van activatie van alfa-2 receptoren?

Alfa-2 receptoren liggen presynaptisch op postganglionische zenuwuiteinden, reageren louter op noradrenaline en onderdrukken bij activatie de afgifte van NA.

Men stopt plotseling met langdurige therapie met een sympathicolyticum, die de alpha-2 receptor onderdrukt. Wat zal er gebeuren met de bloeddruk?

De bloeddruk gaat plots sterk omhoog, omdat er door de alpha-2 blokkade een alpha-1 upregulatie heeft plaatsgevonden

Via welke receptor werkt angiotensine II hoofdzakelijk? Wat is het effect van activatie?

ATII werkt hoofdzakelijk via de AT1 receptor, die zorgt voor vasoconstrictie, aldosteron release en mitogeen werkt (vasculaire gladde spiercellen en cardiomyocyten). Het werkt in mindere mate in op de AT2 receptor, die tegengestelde effecten heeft (e.g. vasodilatie)
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Waarom veroorzaakt therapie met een ACE remmer hoest?

Omdat ACE ook bradykinine afbreekt. Bradykinine veroorzaakt hoest.

Stelling: ATII circuleert alleen in het bloed. Juist of onjuist?

Onjuist, er is ook productie en aanwezigheid van ATII (en renine en angiotensinogeen) interstitiëel. Hier zorgen ze voor regulatie van lokale bloedflow en als mitogenen. Te veel interstitieel ATII kan bijdragen aan atherosclerose, cardiale hypertrofie en nierfalen.

Hoe zorgt aldosteron voor natriumretentie?

Inductie van Na/K ATPase en ENaC activiteit en transcriptie in de principale cellen van de verzamelbuis.

Zorgt overmatige werking van aldosteron voor een metabole acidose of een alkalose?

Overmatig verlies van kalium geeft een metabole alkalose, omdat extracellulaire protonen de intracellulaire neutraliteit zullen bewaren door het verloren kalium te compenseren.

Noem een aantal organen waar mineralocorticoïde receptoren te vinden zijn

Hart, nieren en bloedvaten. Activatie leidt hier tot fibrose, nefrosclerose en vasculaire inflammatie en remodelling.

Wat is het verschil tussen eutrofe, hypertrofe en hypotrofe vasculaire remodelling?

Eutroof: grootte van bloedvat blijft hetzelfde. Hypotroof en hypertroof spreken voor zich. De groei kan bij elke soort naar binnen toe of naar buiten toe zijn.

Wat is de invloed van een acidose op vasculaire functie en remodelling?

Bij een acidose reageren gladde spiercellen beter op mitogenen. Bovendien neemt de calciumgevoeligheid toe.

Een man had hypertensie tot hij 50 was. Nu is hij 65 en heeft hij geen hypertensie meer. Is zijn risico op cognitieve retardatie en dementie nu hoger of lager dan iemand die geen hypertensie had gehad?

Hoger, hypertensie in midlife verhoogt later in het leven het risico op grote cerebrale infarcten en lacunaire infarcten

Een patiënt met slecht gecontroleerde hypertensie presenteert met projectiel braken, hoofdpijn en misselijkheid. Wat is er hier aan de hand?

De hersenen voeren een autoregulatie uit tussen een MAP van 70 en 150 mmHg. Deze patiënt had een MAP boven 150 mmHg, wat heeft geleid tot vasodilatie en hyperperfusie van de hersenen. Er heeft hypertensieve encefalopathie opgetreden. Zonder behandeling leidt dit tot stupor, coma, epileptische aanvallen en dood binnen uren.

End-stage renal disease houdt een gegradeerd verband met de bloeddruk. Is dit verband sterker met de systolische of met de diastolische bloeddruk?

Met de systolische

Hoe kan hypertensieve atherosclerose leiden tot nierziekte?

Atherosclerotische, hypertensie-gerelateerde laesies beïnvloeden preglomerulaire arteriolen. Hierdoor raken glomerulaire en postglomerulaire structuren beschadigd.

Een patiënt komt naar je toe met een bloeddruk van 140/70 mmHg en de vraag of dit het cardiovasculair risico verhoogt. Wat zeg je?

Vanaf 120/80 mmHg geldt: per 20 mmHg verhoging van de systolische druk verdubbelt het risico op hart en vaatziekten. Hetzelfde geldt voor een 10 mmHg verhoging van de diastolische druk. Haar diastolische bloeddruk is normaal (<80), maar ze heeft stage 1 hypertensie. Het relatieve risico is hoog, maar het absolute risico hoeft niet hoog te zijn.

Een patiënt heeft een SBP van 145 mmHg en een DBP van 95 mmHg. Spreken we hier van geïsoleerde systolische hypertensie?

Nee, dit is stage 1 hypertensie.

Een patiënt meet thuis een bloeddruk van 135/85 mmHg. Is dit een hypertensieve meting?

Ja, een thuis gemeten druk van 135/85 correspondeert met een klinisch gemeten druk van 140/90 mmHg (white coat effect).

Hoeveel procent van de hypertensie is primair?

80-95%

Bij de meeste patiënten met gevestigde hypertensie is de TPR verhoogd en de CO normaal of laag. Hoe kan dit?

De TPR is verhoogd, omdat de baroreceptoren hebben gereset tot hun nieuwe-setpoint en niet langer zorgen voor vasodilatie door de hoge druk. Remodelling van bloedvaten (verdikking van de wand en afname lumendiameter, ter compensatie van de toegenomen wall sress) draagt bovendien bij aan een toename van de TPR. De CO is soms laag door een te sterke afterload. Bij jongeren kan de CO bij hypertensie juist verhoogd zijn. Ik zou zelf zeggen dat dit dan komt door een toegenomen veneuze return, doordat de capaciteit van het arteriële systeem kleiner is. 

Wat komt vaker voor bij hypertensie, hoog renine activiteit of laag renine activiteit? Is hier nog een rassenverschil in?

Hoog plasma renine-activiteit (PRA) is bij 10-15% van de gevallen van hypertensie aanwezig. Laag PRA is bij 25% van de gevallen aanwezig. Afrikaanse mensen hebben vaker een lagere PRA, wellicht door hogere gevoeligheid voor aldosteron.

Hoe verklaren we hypertensie met hoge PRA en lage PRA?

Bij hoge PRA hebben we wellicht te maken met aan vasoconstrictiehypertensie en bij lage PRA wellicht met een hypervolemische hypertensie.

Waarom werken groenten en fruit antihypertensief?

Ze bevatten kalium, magnesium (vasodilator) en vezels. Kalium zorgt voor een bloeddrukreductie in trials.

Hoeveel mmHg neemt de systolische en diastolische bloeddruk af als een hypertensieve patiënt 10 kg afvalt?

6/3 mmHg

Is bij een prehypertensieve patiënt farmacologische interventie aan te raden?

Nee, pas bij stage 1 hypertensie is dit aan te raden, i.e. 140/90 mmHg. Verlaging van SBP met 10 mmHg en diastolische met 5 mmHg geeft dan een RR reductie van 40% voor beroerte en 15% voor HVZ binnen 5 jaar. Risico hartfalen meer dan 50% lager.

Met hoeveel mmHg reduceren de meeste geneesmiddelen de SBP en DBP?

SBP met 10 mmHg en DBP met 6 mmHg (gecorrigeerd voor placebo)

Wat is effectiever voor het verlagen van de hypertensie: 10 kg afvallen of een antihypertensief therapeutisch beleid?

Een antihypertensief therapeutisch beleid verlaagt de BP met 10/6 mmHg, 10 kg afvallen met 6/3 mmHg. Combineren is natuurlijk het beste.

Wat is de target van thiazidediuretica?

De Na/Cl pomp in de vroege DCT.

Waarom geef je liever geen thiazidediuretica aan een patiënt met type II diabetes?

Thiazidediuretica kunnen insulineresistentie veroorzaken

Voor welke specifieke patiëntengroep zijn lisdiuretica aangewezen?

Hypertensiepatiënten met afgenomen GFR (serum creat > 220 uM of > 2,5 mg/dL), CHF, atriumretentie en oedeem. Dit, ter ondersteuning van behandeling met een vasodilator.

Noem 3 omstandigheden waarin het niet wijs is om een ACEI of ARB te gebruiken.

- Stenose in de a. renalis (want flow is al laag, AT-II geeft constrictie efferente arteriool, valt die weg, dan is de GFR ontzettend laag)
- Dehydratie
- NSAID gebruik (want prostaglandines geven dilatie van de afferente arteriool). 

Hoe komt het dat het remmen van ACE angioedeem kan veroorzaken?

De accumulatie van bradykinine door ACE remming veroorzaakt niet alleen droge hoest (15% van gebruikers), maar ook toegenomen vasculaire permeabiliteit cutaan, subcutaan, mucosaal en submucosaal (< 1% van de gebruikers).

Naast ACEIs bestaan er ook ARBs, zoals aliskiren. Waarom worden die nog niet in de eerste lijn gebruikt?

Omdat ARBs nog niet effectiever zijn gebleken dan ACEIs. Omdat er met ACEIs meer ervaring is, worden die dus als standaard RAAS remmer gebruikt in de eerste lijn.

Stel, het gebruik van een thiazidediureticum verlaagt de insulinegevoeligheid. Welk antihypertensivum kan hem verhogen?

ACEI of ARB

Hoe werkt spironolacton? Wat zijn vervelende bijwerkingen?

Het bindt aan de aldosteron steroïd receptoren in principale cellen van de verzamelbuis om de expressie van ENac en Na/K ATPases te onderdrukken. Omdat het spironolacton ook bindt aan progesteron en androgeen receptoren, is een bijwerking gynaecomastie, impotentie en menstruele stoornis.

We onderscheiden drie soorten L-type calciumkanaalblokkers. Hoe heten deze drie klassen en waar werken ze vooral op, hart of vaten?

- Phenylakylamines (verapamil): hart
- Benzothiazepines (diltiazem): hart en vaten
- 1,4-dihydropyridines (nifedipine): vaten

Wat zijn de fundamentele verschillen tussen de algemene hypertensietherapie bij jonge en oude mensen?

Bij oude mensen kies je eerder voor een diureticum dan voor jonge mensen (polyurie heeft effect op quality of life), bij oudere mensen kies je ook minder snel voor een bèta blokker in het algemeen (niet goed te verdragen)

Hoe verschillen de therapiekeuzes voor essentiële hypertensie tussen een negroïde patiënt van 30 en een caucasische patiënt van 30?

De negroïde patiënt krijgt als eerste keus een calciumantagonist of diureticum (als tweede keus allebei). De caucasische patiënt krijgt als eerste keus een ACE remmer (tweede keus beta blokker, derde keus calciumantagonist of diureticum toevoegen).

Hoeveel beweging adviseert de NHG bij hypertensie?

Ten minste 5 dagen/week 30 min/dag bewegen

Wat gebeurt er met de SBP als de compliantie van de aorta afneemt?

Die gaat omhoog. Boven 55 jaar oud is afgenomen aortacompliantie een belangrijke risicofactor voor hartziekte.

Welke factoren stimuleren en welke factoren onderdrukken de afgifte van renine?

Stimulatie: lage perfusiedruk granulaire cellen, laag Na+ in macula densa, beta-1 adrenostimulatie en PGI2

Inhibitie: ATII, ANP

Wat is een potentere vasoconstrictor: ATII of NA?

ATII is 40x potentere verhoger van de bloeddruk

ADH/desmopressine werken via twee receptoren. Welke zijn dit en wat voor effecten hebben ze?

V2 receptor zorgt in verzamelbuis voor waterretentie, werkt bij lage ADH concentratie. V1 receptor zorgt voor vasoconstrictie, en er is meer ADH voor nodig.

Wat is een vervelende bijwerking van nifedipine?

Orthostatische hypotensie, reflextachycardie

Noem een interessant antihypertensivum voor tijdens de zwangerschap.

Methyldopa. Heeft weinig bijwerkingen op de baby.

Op welke twee factoren let je bij een behandeling met spironolacton?

De kaliumstaat (risico op hyperkaliëmie) en hormonale bijwerkingen (e.g. gynaecomastie)

Hoeveel procent van de patiënten die antihypertensiva slikken hebben in real life ongeveer een gecontroleerde BP? En hoeveel in RCTs?

In real life 50%, in RCTs tussen 60-75%.

Hoe definiëren we therapiepersistentie?

De duur van begin therapie tot het punt waar therapie-ontrouw begint

Wat is een goede adherentie/compliantie aan therapie?

Portion of days covered > 80% is goed, <80% is slecht. Deze waardes zijn gekozen omdat ze discrimineren in de uitkomst van antihypertensieve therapie. Bij >80% POD is er een 30% risicoreductie op all-cause mortaliteit.

Hoeveel procent van de hypertensiepatiënten laat op een dag een hele dosis vallen?

10%

Rond welke wervel ligt de niertop en de nierbodem? Welke nier ligt hoger, de linker of de rechter?

De niertop ligt rond Th12, de bodem rond L3. De linkernier ligt hoger dan de rechternier.

Stel een patiënt heeft 60% nierfunctieverlies. Kan er nog een normale homeostase zijn?

Ja, de nieren hebben een reservecapaciteit van 75%

Hoeveel nefronen heeft elke nier? En hoeveel procent van de renale nefronen zijn juxtamedullair?

Elke nier heeft 1 miljoen nefronen, waarvan 20% juxtamedullair.

Hoe bereken je de filtratiefractie in de nieren. Wat is die bij een GFR van 100 ml/min en een RBF van 1 L/min? Is dit typisch?

FF = GFR/RPF. Met hematocriet 50% is de RPF 500 ml/min. FF = 100/500 = 20%. Dit is een typische FF.

Wat is de functie van mesangiale cellen in glomeruli?

Die reguleren glomerulaire flow door myogene contractie. Bovendien kunnen ze cytokines uitscheiden.

Waaruit bestaat de lamina basalis van het glomerulaire endotheel?

Glycoproteïnen en collageen. Het is een grove zeef, die de meeste plasma-eiwitten (vooral negatief geladen) excludeert.

Tussen welke MAPs is de GFR constant door myogene autoregulatie van de arteriolen en de tubuloglomerulaire feedback?

80-180 mmHg

Hoeveel % van vrouwen bestaat uit water, en mannen?

Vrouwen bestaan voor 50% uit water (17-39 jr oud), mannen voor 60% (17-39 jr oud).

Hoe komt het dat boven een plasma osmolariteit van 280 mOsM de hypothalamus ADH afgeeft?

Boven 280 mOsM krimpen hypothalamaire osmoreceptoren, waardoor mechanisch-afhankelijke kationkanalen opengetrokken worden. Een depolarisatie volgt, waardoor ADH vwordt afgegeven. Via het infundibulum gaat dit ADH naar de neurohypofyse om afgegeven te worden aan de circulatie.

Wat veroorzaakt een sterkere toename in ADH secretie: een toename in osmolariteit met 5% of een afname in bloedvolume met 10%?

Een toename in osmolariteit met 5%

Bij hoog natrium geven de macula densa adenosine af. Wat zijn de paracriene effecten van adenosine?

Via A1 receptor constrictie afferente arteriool en via A2 receptor dilatie efferente arteriool. Ook inhibitie van renine release

Bij laag natrium: wat is de respons van de macula densa?

Hogere NOS productie, meer NO productie en meer prostaglandinevorming --> dilatie afferente arteriool --> GFR omhoog

Wat is de grootte van de fenestraties in glomerulaire endotheelcellen? Past hier een erythrocyt doorheen?

De fenestraties van glomerulaire endotheelcellen zijn 70 nm groot. Een erythrocyt van 6-8 um kan hier niet doorheen.

Welke restrictie biedt het glomerulair basaal membraan qua filtratie?

Grote negatief geladen deeltjes en alle deeltjes > 1 kDa mogen er niet doorheen.

Wat is de grootte van de filtratiespleet in epitheelpodocyten?

4-14 nm

Wat is een grovere zeef: epitheelpodcyten, endotheelcellen of glomerulair basaal membraan?

Endotheelcellen zijn het grofst (70 nm), dan epitheelpodocyten (4-14 nm) en dan het glomerulair basaal membraan (deeltjes > 1 kDa)

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo