Coronairlijden - Biomarkers bij diagnostiek MI

14 belangrijke vragen over Coronairlijden - Biomarkers bij diagnostiek MI

Wat zijn de biomarkers die worden gemeten bij vermoeden van een hartinfarct?


Schade aan het hart na een MI heeft wat tijd nodig. Dat de troponine een uur na de start van de klachten nog niet positief is kan dus geen uitsluitsel geven of de patiënt een MI doormaakt of niet. Het duurt even voordat de troponine daadwerkelijk in de bloedbaan terecht komt. Mag MI niet uitsluiten.


Diagnose acuut myocardinfarct stellen: Criteria voor type 1 MI (2018):

1. Symptomen van acute mycardiale ischemie
2. Nieuwe ischemische ECG veranderingen
3. Pathologische Q’s
4. Beeldvormend bewijs van nieuw verlies van hartspierweefsel of lokale wandbeweging abnormaliteiten in een patroon dat overeenkomt met ischemie
5. Lokalisatie coronaire trombus bij angiografie
  • --> Verhoging biomarkers plus 1 of meer van de bovengenoemde criteria wijst op MI

Wat is de ideale marker?

  • - Direct na schade aantoonbaar in het bloed, hoge sensitiviteit. Hoge sensitiviteit: weinig foutief negatieven, je hebt geen mensen met een hartinfarct die een negatieve testuitslag he
  • bben.
  • - Specificiteit voor hartspier, hoge specificiteit. Hoge specificiteit: weinig tot geen foutief positieve testuitslagen hebt. Als je een positieve testuitslag hebt dan betekent het ook daadwerkelijk dat je hartspierschade hebt, je wilt niet dat het ook positief is bij skeletspierschade.
  • - Concentratie komt overeen met maWate van hartspierschade (minder van belang bij diagnostiek MI).
  • - Analysetijd kort, 24u/dag beschikbaar
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat zou de ideale marker voor hartspierschade zijn?

In de ideale situatie kun je patiënten met een MI scheiden van mensen zonder MI bij 1 bepaalde afkapwaarde. Iedereen die dan een MI heeft zit boven die afkapwaarde iedereen zonder MI zit onder de afkapwaarde. De specificiteit en de sensitiviteit zijn dan beide 100%. In de realiteit is dit natuurlijk niet het geval en lijkt het meer op (afbeelding in vraag).

Wat gebeurt er als je een lage afkapwaarde neemt?

Als je een lage afkapwaarde maakt hebt je een sensitiviteit van 100% voor het MI, want er is geen enkele patiënt met een negatieve testuitslag. De specificiteit is dan niet extreem hoog (ongeveer 50%), je ziet dat ongeveer de helft van de niet-infarct patiënten ook een positieve test heeft.

Wat gebeurt er als je een hogere afkapwaarde neemt?

Als je meer waarde hecht aan een hogere specificiteit dan kun je kiezen voor een hogere afkapwaarde. Je zal op gegeven moment dan geen enkele niet zieke patiënt met een positieve testuitslag krijgen. Je mist in dat geval wel de helft van je infarct patiënten, want ook de helft van infarctpatiënten heeft ook een negatieve testuitslag.

Is het makkelijker om een hoge sensitiviteit of een hoge specificiteit te halen voor een MI?

Het is vrij makkelijk om een hoge sensitiviteit te behalen, want er zijn geen MI patiënten met negatieve labuitslagen. Een hoge specificiteit behalen is een stuk lastiger.

Wat zijn de hartspecifieke vormen van troponine?

-Hartspecifieke vormen: cTnT en cTnI. Troponine I en T zijn diagnostische testen voor hartspiermarkers. Troponine komen niet alleen in de hartspier voor, maar in het lab meet je de cardiale vormen van de troponines. Als die troponine verhoogd is moet het dus door hartspierschade komen.
-Sensitiviteit en specificiteit hoog

Redenen dat troponines steeds beter zijn geworden:Bindingsanalyse: sandwich binding – step 2

PMP met gebonden antilichaam wordt toegevoegd. De incubatie wordt vervolgd en PMP bindt met de antigeen gebonden aan AE gelabelde antilichaam. Dit zijn antistoffen met ijzerbolletjes, deze herkennen troponine op een andere plek in het molecuul. Alle troponine moleculen worden gevangen tussen die twee antistoffen.

Redenen dat troponines steeds beter zijn geworden: Bindingsanalyse: Sandwich binding – step 3

Vangen van PMP-antilichaam-antigeen-antilichaam AE complex in een cuvette door middel van een magneet. Complexen worden relatief makkelijk geisoleerd worden doordat magneet tegen cuvet wordt gehouden. De rest wordt zo weggewassen, zodat uiteindelijk het gesandwichte molecuul overblijft. hoeveelheid label recht evenredig met hoeveelheid troponine.

Welke waardes passen nog meer bij een doorgemaakt infarct?

Stijging van CK, ASAT en LD past bij een doorgemaakt hartinfarct, maar heeft weinig diagnostische waarde want kan ook bi skeletspierschade passen.

Welke waarde neemt toe bij inspanning?



Na inspanning neemt CK-MB al vrij veel toe (door skeletspierschade), bij troponine is dit niet het geval. Troponine is dus heel specifiek voor MI.

Wat is het gevolg van troponines die nu zo gevoelig zijn geworden?


Troponines zijn nu zo gevoelig dat er steeds meer patiënten komen die klachten het die mogelijk bij een MI passen maar die het uiteindelijk niet hebben, maar toch een troponine verhoging laten zien. De uitdaging is om die patiënten te scheiden van patiënten die wel een MI hebben doorgemaakt.

Hoe scheidt je patiënten die lichte troponine verhoging laten zien van patiënten met een daadwerkelijk MI?

Je moet kijken naar kinetiek: patiënten met klein infarct laten zelfde kinetiek zien als patiënten met groot infarct. Je ziet in begin een snelle stijging, snelle daling en daarna langzame daling. Patiënten met lichtverhoogd troponine en geen hartinfarct hebben doorgemaakt, zoals patiënten met myocarditis, longembolie, of geneesmiddelen die cardiotoxisch zijn, dan zie je dat lichte verhoging sluimerend verhoogd blijft in de tijd. Je ziet dan niet de duidelijke kinetiek.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo