Verandering, motivatie en weerstand

26 belangrijke vragen over Verandering, motivatie en weerstand

1. Waarom hebben de meeste dieten slechts een tijdelijk resultaat?

  1. Afvallen brengt een zware psychische last mee.
  2. Er zijn veel verleidingen Het is gemakkelijk om te bezwijken.
  3. Alles is in overvloed.

2. Welke 3 typen clientrelaties kun je onderscheiden?

  1. klanttypisch, op vrijwillige basis, probleem wordt samen vastgesteld en oplossingsgericht aangepakt.
  2. klaagtypisch, op vrijwillige basis, men komt er wel aan toe om het probleem te bespreken, maar daar blijft het vaak steken. Client wil een oplossing maar beseft niet dat het daar zelf aan bij moet dragen. Het probleem ligt buiten zijn schuld en de oplossing moet van buiten komen.
  3. bezoekerstypisch, op onvrijwillige basis, moeilijkste client, de client is niet in staat het probleem te formuleren, want ziet geen probleem. Door dwang (partner, huisarts) is er vaak opstandigheid en verzet.

3. Welk type client is het meest prettig voor de gewichtsconsulent?

Klanttypisch
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

4. Welke type client blijft zijn problemen in detail benoemen en hoe hij daaronder lijdt, zonder dat hij beseft dat hij er zelf iets aan kan doen?

Klaagtypisch

5. Welke type client ziet geen probleem waar hij aan wil werken, en welke richtlijnen kunnen gewichtsconsulenten helpen om hiermee om te gaan?

Bezoekerstypische klant, hij ziet zichzelf als bezoeker en niet als klant.
Richtlijnen:

  1. Vat de negativiteit van de klant niet persoonlijk op.
  2. Oordeel niet te snel
  3. Vraag client wat hij zelf zou willen
  4. Achtergrond van de client leren kennen
  5. Stel hem wel verantwoordelijk voor zijn eigen daden
  6. Serieus nemen van klant
  7. Sluit aan bij zijn taalgebruik, dat schept een minder grote afstand.

6. Noem 3 voorwaarden voor verandering van de client.

  1. Kunnen veranderen
  2. Willen veranderen
  3. Klaar zijn om te veranderen

7. Wat wordt bedoeld met de stelling dat clienten van een gewichtsconsulent vaak ambivalent zijn?

  1. Clienten hebben vaak verschillende redenen om wel te veranderen en net zoveel redenen om dat niet te doen.
  2. Vaak loopt de hulp hierop vast
  3. Zeker als de hulpverlener hun vertelt hoe de realiteit in elkaar steekt en wat ze moeten doen.

10. Noem 3 typische voorbeelden van slachtoffer taal.

Het lukt mij NOOIT om af te vallen
Het OVERKOMT mij ALTIJD dat ik honger heb.
Ik heb dit eetprobleem ALTIJD al gehad.
IEDEREEN zegt dat ik te dik ben.

11. Noem 3 voorwaarden om de client meer te motiveren.

  1. Naast de klant staan (samenwerken)
  2. Positieve zelfspraak ontlokken, door kwaliteiten van de client te benoemen en de vraag hoe de client al tot een gedeeltelijke oplossing was gekomen.
  3. Client uit de slachtofferrol halen

12. Wat wordt bedoeld met de judotechniek in een therapeutische context?

Bij judotechnieken maakt de hulpverlener gebruik van de ambivalentie van de client. Hij vertegenwoordigt de reden dat een client niet moet veranderen, zodat de client hier juist voor kiest. DE techniek kan effectief zijn, maar is niet verantwoord.

BV
Client:'Ik wil het wel proberen, maar denk niet dat het gaat lukken".
Hulpverlener: "Je hebt waarschijnlijk gelijk, je situatie lijkt mij vrij uitzichtloos".

14. Naar welke 4 onderwerpen zou de gewichtsconsulent moeten vragen om de motivatie van de client na te gaan?

  1. de nadelen van de huidige situatie
  2. de voordelen van veranderen
  3. positieve inschattingen over het veranderen
  4. intentie om te veranderen.

15. Wat zijn de kenmerken van een goed toekomstplan?

Einddoel beschrijven:
  1. wat wil je veranderen,
  2. wat heb je nodig
  3. wat moet je ervoor doen

De verschillende oplossingen beschrijven met:
  1. voordelen
  2. nadelen

16. Wat is een goede methode om hoop te bieden in het veranderproces van de client?

De client wijzen op de sucessen uit het verleden.

19. Wat wordt bedoeld met de term cognitieve dissonantie?

Een client die er van overtuigd is dat het leven niet de moeite waard is, kan spanning ervaren na het doen van een leuke activiteit.

Het denkbeeld dat de client lol kan beleven, strookt niet met het denkbeeld dat het leven niet de moeite waard is. Dit levert spanning op. Deze spanning noemen we cognitieve dissonantie.

20. Wat bedoelde Vigotsky met de zone van de naaste ontwikkeling en hoe kun je dat toepassen in het veranderingsproces?

Experimenteren met gedrag dat iemand nog niet zelfstandig kan.

Kleine stappen werken vaak het beste, overspoel de client niet direct bij het eerste consult met talloze opdrachten die hij thuis moet gaan uitvoeren.

21. Wat wordt bedoeld met eenvoudige reflectie?

Wanneer je tegen de weerstand van de client ingaat loop je de kans dat deze alleen maar sterker wordt. In plaats daarvan kun je beter gebruikmaken van eenvoudige reflectie. De client biedt weerstand en jij reflecteert hierop met gevoel.

Bv Het frustreert je dat je niet zo gemakkelijk op gewicht blijft zoals sommige anderen.

22. Wat wordt bedoeld met tweezijdige reflectie?

Hulpverlener geeft beide kanten van het probleem weer, zoals de client die beschreven heeft. Clienten hebben meestal zowel redenen om hun probleem wel aan te pakken als om het in stand te houden.

bv. U wilt graag afvallen, maar u ziet op tegen de negatieve reacties van uw man.

23. Wat wordt bedoeld met versterkte reflectie?

Je geeft de weerstand van een ander op een overdreven manier weer. Hierdoor zal de client zelf meer relativeren. Let op dat je niet vervalt in judotechnieken.

Breng daarom de reflectie op een vragende manier. Je doet geen stellige bewering, maar wilt juist weten hoe de client erover denkt.

bv. Ben je bang dat je man negatief reageert als u het verteld?

24. Een client kijkt ver voor zich uit en ziet alleen maar obstakels in het proces van afvallen. Wat kan een gewichtsconsulent hierop zeggen?

De hulpverlener moet er dan voor zorgen dat de client niet te ver vooruit kijkt. Je kunt dan zeggen dat je het probleem stap voor stap gaat oplossen

25. In welke 3 stappen kan de gewichtsconsulent zijn feedback het beste opbouwen?

  1. complimenteren, je bevestigd de client positief
  2. Brug maken, de complimenten verbinden met suggesties en taken
  3. Taak geven:
  • observatietaken (de client schenkt aandacht aan de dagen of momenten dat het goed ging.
  • gedragstaak, vraag de client feitelijk om iets te doen. Als hij aangeeft zich goed te voelen bij een bepaalde sport, dan kun je hem verzoeken meer aan deze sport te gaan doen.

26. Voor welke 4 activiteiten staat de EARS-methode.

  1. Eliciting, ontdekken van de uitzonderingsmomenten. "Wat is er beter dan de vorige keer?"
  2. Amplifying, uitvergroten, de verschillen van de 'uitzonderings momenten' met de 'problematische momenten' worden beschreven en onderzocht.
  3. Reinforcing, versterken, het succes van de client en de acties die hebben geleid tot 'uitzonderingsmomenten worden versterkt door er uitgebreid aandacht aan te besteden en copmlimenten te geven.
  4. Start again, opnieuw beginnen, door een volgende keer weer te vragen wat er beter was.

27. Voor wie is de EARS methode vooral geschikt?

Voor clienten die twijfelen aan hun voortgang.

28. Wat zijn de 4 richtlijnen van terugvalpreventie?

  1. Langzaam afbouwen van de begeleiding.
  2. Het identificeren van situaties en gebeurtenissen die een verhoogd risico op terugval kunnen veroorzaken en het leren daarmee om te gaan.
  3. Het zoeken van een bepaalde vertrouwenspersoon, waar men in tijden van nood op terug kan vallen, zoals een partner, vriendin, collega.
  4. Het zoeken van goede manieren om regelmatig te ontspannen en lichamelijk fit te blijven.

30. Noem 5 oorzaken van emotioneel eten.

  1. Verveling
  2. Verdriet
  3. Angst
  4. Boosheid
  5. Moedeloosheid
  6. Je niet gewaardeerd voelen.

31. Noem 5 manieren om emotioneel eten te onderscheiden / herkennen van een 'normale' behoefte aan voedsel.

  1. Trek hebben in iets specifieks zoals chocola bv is een teken
  2. De honger voelt dringend aan en je gaat er ook de deur voor uit
  3. Honger is gekoppeld aan emotie, je hebt eerder op de dag iets meegemaakt waardoor je nu wil eten
  4. De honger komt plosteling, normale lichamelijke honger bouwt zich namelijk langzaam op.
  5. Onbewust eten, je begint aan een zakje snoep dat ineens op is.

32. Op welke manier kun je emotioneel eten aanpakken?

Leer de client beter te leren luisteren naar zijn lichaam en onderscheid te maken tussen echte honger en emotionele honger. De verschillen zijn soms subtiel maar ze zijn er wel.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo