Samenvatting: Civiel Bewijsrecht Voor De Rechtspraktijk | 9789046603789 | H W B thoe Schwartzenberg
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Civiel bewijsrecht voor de rechtspraktijk | 9789046603789 | H.W.B. thoe Schwartzenberg.
-
1 Inleiding
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Waar is het civiele bewijsrecht hoofdzakelijk geregeld?
149-207 Rv. Gelden ook in hoger beroep, 353 lid 1, en in verzoekschriftprocedures tenzij de aard van de zaak zich hiertegen verzet, 284 lid 1. Niet in kortgeding omdat de aard van de te geven beslissing (voorlopige maatregel) en de snelheid waarmee de procedure wordt gevoerd zich daartegen verzetten.
-
Wat zegt art. 150? En waar moet de wederpartij voor zorgen?
De stelplicht. Uit de toepasselijke regel van materieel recht (de grondslag van de vordering) kan worden afgeleid wat de stelplicht in een concreet geval inhoudt.
De wederpartij zal de naar voren gebrachte feiten voldoende moeten betwisten om niet het risico te lopen dat de feiten als vaststaand worden aangenomen (149 lid 1).
-
Eiser heeft stelplicht en diens feiten worden door de wederpartij gemotiveerd betwist, op wie rust de bewijslast?
Op eiser rust de bewijslast van die feiten en eiser draagt het bewijsrisico wanneer hij dat bewijs niet kan leveren. Rechter doet dit d.m.v. een interlocutoir (tussen)vonnis waarin hij de bewijsopdracht formuleert. Hij kan ook kiezen voor een deskundigenbericht of een descente.
-
Wanneer wordt de term 'aannemelijk maken' gebruikt?
In gevallen waarin de rechter niet is gebonden aan de regels van het bewijsrecht, zoals in kort geding en bij de vaststelling van schade (6:97 BW). Ook zie je het bij toepassing van de omkeringsregel: de aangesproken partij kan zich van aansprakelijkheid bevrijden als zij aannemelijk maakt dat de normschending niet de oorzaak van de schade is. Zie ook bijv. 154 lid 2.
-
In de debatfase als in de bewijsleveringsfase dient te zijn voldaan aan de grondbeginselen van het burgerlijk procesrecht zoals te vinden in 6 EVRM en art. 19 Rv e.v. Geef voorbeelden hiervan.
- Rechter heeft plicht om beide partijen te horen en gelijke kansen te geven (equality of arms).
- partijen hebben het recht op het ontvangen en zelf verstrekken van informatie en het recht voldoende gelegenheid te krijgen om op ontvangen informatie te reageren.
- partijen moeten in een civiel geding in voldoende mate en op gepaste wijze de gelegenheid krijgen om hun zaak te presenteren, inclusief het bewijs, zonder dat de ene partij een beduidend slechtere positie heeft dan de andere partij.
- Dombo arrest EHRM 27 oktober 1993.
-
2 Uitgangspunt van bewijsrecht: art. 149 Rv
-
2.1 149 lid 1 eerste volzin
Dit is een preview. Er zijn 7 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat moet de rechter doen die moet oordelen of er schade is ontstaan of niet?
HR: de rechter die over feiten oordeelt heeft de vrijheid om schade reeds aannemelijk te achten op grond van het vaststaan van feiten waaruit in het algemeen het geleden zijn van schade kan worden afgeleid (vaste rechtspraak: NJ 1991, 746).
-
Wat is een feitelijk of rechterlijk vermoeden en wat mag de rechter daar wel/niet mee doen?
De rechter mag wel uit hem ten processe op regelmatige wijze gebleken en vaststaande feiten het bestaan van andere feiten afleiden.
-
Wat kan een rechter allemaal doen/beslissen ter terechtzitting?
- bevel geven tot het toelichten van bepaalde stellingen
- overleggen van bepaalde op de zaak betrekking hebbende bescheiden (22 Rv)
- comparitie van partijen bevelen (87, 88 en 131)
- ambtshalve onderzoek instellen naar de waarheid van niet tussen partijen vaststaande feiten: getuigenverhoor bevelen, partijen tijdens de comparitie ondervragen, deskundigenbericht, openlegging van boeken bevelen, descente houden, uitlating bij akte vragen.
- Maatstaf: kan het een zinvolle en verantwoorde bijdrage vormen voor het vaststellen van wat echt is gebeurd?
-
Is ambtshalve toepassing van verweermiddelen door de rechter verboden?
In bepaalde gevallen wel bij wet of rechtspraak en dan moet er uitdrukkelijk een beroep worden gedaan op bepaalde verweermiddelen. Dat impliceert dat daartoe voldoende feiten moeten worden gesteld. Bepaalde rechtsgronden die ter vrije bepaling van partijen staan mogen niet ambtshalve door de rechter worden toegepast, omdat die een (mede) feitelijk verweermiddel van een belanghebbende partij veronderstellen dat niet door haar is aangevoerd.
Bijvoorbeeld:
- bevrijdende verjaring 3:322 BW
- gezag van gewijsde 236 lid 3 Rv
- ontbinding overeenkomst 6:267 BW
- rechtsgronden zoals retentierecht (3:290 BW), opschortingsrecht, of arbitraal beding.
-
2.2 149 lid 1 tweede volzin
Dit is een preview. Er zijn 23 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.2
Laat hier meer flashcards zien -
Wat als een gedaagde verstek laat gaan?
Art. 139. Eiser moet de gronden van zijn vordering in de dagvaarding zodanig nauwkeurig hebben omschreven dat de vordering ook bij verstekverlening kan worden toegewezen. Zijn noodzakelijke elementen weggelaten, dan kan de eis direct worden afgewezen omdat de rechter in dat geval kan oordelen dat de vordering hem ongegrond voorkomt. Dit houdt tevens in dat de rechter in geval van verstek eventueel wel bewijs zal kunnen opdragen om tot een oordeel te komen over de vraag over de vordering onrechtmatig of ongegrond is.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Onderwerpen gerelateerd aan Samenvatting: Civiel Bewijsrecht Voor De Rechtspraktijk
-
Uitgangspunt van bewijsrecht: Rv - lid 1 tweede volzin
-
Uitgangspunt van bewijsrecht: Rv - Enkele bijzonderheden m.b.t
-
Inlichtingen- en informatieplichten - Waarheids- en inlichtingenplicht
-
Inlichtingen- en informatieplichten - Exhibitieplicht
-
De hoofdregel(s) omtrent bewijslastverdeling - Hoofdregel van bewijslastverdeling
-
De hoofdregel(s) omtrent bewijslastverdeling - Bevrijdend verweer
-
Afwijken van de hoofdregel met omkering van de bewijslast
-
Afwijken (verlichten) van de hoofdregel zonder omkering - Verlichten hoofdregel op grond van mededelingsplicht/verzwaarde motiveringsplicht
-
Afwijken (verlichten) van de hoofdregel zonder omkering - Verlichten van het bewijsrisico op grond van een (wettelijk, rechterlijk, processueel en jurisprudentieel) vermoeden
-
Afwijken (verlichten) van de hoofdregel zonder omkering - Wettelijk vermoeden
-
Afwijken (verlichten) van de hoofdregel zonder omkering - Rechterlijk vermoeden
-
Afwijken (verlichten) van de hoofdregel zonder omkering - Verlichten van de hoofdregel op grond van de omkeringsregel
-
Afwijken (verlichten) van de hoofdregel zonder omkering - Enkele bijzonderheden m.b.t. bewijslastverdeling
-
Bewijs door geschriften - Inleiding schriftelijk bewijs
-
Bewijs door geschriften - Dwingende bewijskracht
-
Bewijs door geschriften - Enkele bijzonderheden m.b.t. bewijskracht van akten
-
Bewijsaanbod - Waar moet een (zelfstandig) bewijsaanbod aan voldoen?
-
Bewijsaanbod - Aanbod tot tegenbewijs
-
Getuigenverhoor, deskundigenbericht en descente
-
Bewijswaardering - Bewijskracht
-
Bewijswaardering - Bewijswaardering in geval van tegendeelbewijs
-
Voorlopige bewijsverrichtingen - Voorlopig getuigenverhoor, voorlopig deskundigenbericht en voorlopige descente