Bewijsaanbod - Waar moet een (zelfstandig) bewijsaanbod aan voldoen?

6 belangrijke vragen over Bewijsaanbod - Waar moet een (zelfstandig) bewijsaanbod aan voldoen?

Waar moet een (zelfstandig) bewijsaanbod aan voldoen?

            -Getuigenbewijs moet wettelijk zijn toegestaan.

-Het aanbod moet ter zake dienend zijn (relevant).

-Het bewijsaanbod moet uitdrukkelijk zijn gedaan, voldoende concreet en gespecificeerd zijn, en niet te vaag

-De rechter mag geen prognose geven over het bewijsaanbod.

Eiseres vordert dat de rechtbank zich onbevoegd verklaart vanwege een arbitragebeding, maar heeft geen geschrift overgelegd waaruit blijkt dat door de wederpartij een arbitragebeding is aanvaard. Wat nu?

            Door eiseres is de stelling dat partijen arbitrage zijn overeengekomen onvoldoende onderbouwd. 

Wat wordt bedoeld met 'het aanbod moet ter zake dienend zijn (relevant)?

            Als de uitkomst van de bewijslevering niet aan de beoordeling van het geschil kan bijdragen. Het aanbod moet (betwiste) feiten betreffen waarvan de beslissing in het geschil afhankelijk is.

De rechter kan een bewijsaanbod ook passeren wanneer bepaalde feiten al vaststaan op grond van 149 lid 2. 

  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat wordt bedoeld met het bewijsaanbod moet uitdrukkelijk zijn gedaan, voldoende concreet en gespecificeerd zijn, en niet te vaag?

            (Dit vereiste geldt strikt genomen voor bewijsaanbod in hoger beroep, maar ook lagere rechters gebruiken dit steeds vaker). Voldoende concreet zal moeten worden aangegeven van welke stellingen en feiten men bewijs wil leveren en welke getuigen men wil voorbrengen. Niet nodig is aan te geven wat de getuigen gaan verklaren. 

Wat wordt bedoeld met de rechter mag geen prognose geven over het bewijsaanbod?

            Rechter mag niet vooruitlopen op de uitslag van de bewijsvoering. Rechter mag aanbod niet passeren op grond van zijn prognose over hetgeen die getuigen kunnen verklaren, dan wel op grond van zijn prognose omtrent de betrouwbaarheid van de af te leggen verklaringen. Ook mag hij niet weigeren omdat hij de gestelde feiten reeds bij voorbaat voor onwaar houdt.

Welke betekenis aan een verklaring toekomt behoort pas na het getuigenverhoor aan de orde te komen.

(Dit geldt ook voor de partijgetuige). 

Wanneer mag een rechter zich wel laten leiden door een prognose omtrent het resultaat van die bewijsvoering? 

            Wanneer de rechter beoordeelt of hij ambtshalve een opdracht tot getuigenbewijs zal geven. 

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo