Inlichtingen- en informatieplichten - Waarheids- en inlichtingenplicht
8 belangrijke vragen over Inlichtingen- en informatieplichten - Waarheids- en inlichtingenplicht
Procespartijen worden niet gedwongen om uit eigen beweging informatie en bewijs in de procedure te brengen. Maar wanneer is dit anders?
Indien er op de partij een mededelingsplicht rust. Deze zijn uitgewerkt in:
- 111 lid 3, substantiërings- en bewijsaandraagplicht voor eiser
- 128 lid 5, bewijsaandraagplicht voor gedaagde
- 21, waarheidsplicht
- 22, inlichtingenplicht en plicht tot het overleggen van bescheiden
- 162, bewijs door administratieve bescheiden, openlegging van stukken, zoals bijv. bedrijfsboekhouding.
Wat is het verschil in de rol van de rechter tussen het strafproces en het civiele proces?
Straf is actief op zoek naar de waarheid, civiel dragen partijen de relevante feiten aan en moeten alle voor de beslissing relevante feiten en omstandigheden volledig en naar waarheid aanvoeren (21) en afschrift verstrekken van stukken waar zij zich op beroepen (85 lid 1: verplicht een partij die zich bij dagvaarding, conclusie of akte beroept op enig stuk, een afschrift van dat stuk bij te voegen). Worden deze verplichtingen niet nageleefd, dan kan de rechter daaruit de gevolgtrekking maken die hij geraden acht.
Waaruit vloeien ook processuele informatieplichten uit voort?
Uit de stelplicht/motiveringsplicht die op een partij rust (149 lid 1 2e volzin). Voldoet een partij hier niet aan dan kan (dat gedeelte van) de vordering om die reden worden afgewezen cq. toegewezen.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Geef voorbeelden van artikelen die de rechter de bevoegdheid geven om uit weigerachtig procesgedrag de gevolgtrekking te maken die hij geraden acht.
22, 88 lid 4, 162 lid 2 en 3, 164 lid 3, 179 lid 4, 196 lid 2, 198 lid 3.
Wat als een partij weigert aan art. 22 te voldoen omdat daarvoor gewichtige redenen zijn?
Acht de rechter dit niet gerechtvaardigd, dan kan hij daaruit de gevolgtrekking maken die hij geraden acht. Aan de weigering kunnen bewijsrechtelijke consequenties worden verbonden: de lezing van de wederpartij wordt dan voor waar aangenomen behoudens tegenbewijs. Dit betreft geen bewijsoordeel, maar een sanctie. Deze sanctie wordt besproken bij het processueel vermoeden in nr. 24 van dit boek.
Hoe kan een partij verlies van de procedure via een processueel vermoeden voorkomen?
Door de rechter (subsidiair) gemotiveerd te verzoeken een onafhankelijke derde inzage te geven in de gegeven of om een behandeling met gesloten deuren te laten plaatsvinden (27) en/of met oplegging van een geheimhoudingsverplichting aan de wederpartij (29). Zie 22, 27, 28, 29 Rv.
Bij de bepaling over plaatsopneming en bezichtiging ontbreekt de verplichting om aan het onderzoek naar waarheid mee te werken op straffe van te maken gevolgtrekkingen die de rechter geraden voorkomen. Sluit dit een dergelijke sanctie uit?
201. Nee, de weigering om medewerking te verlenen aan een plaatsopneming/bezichtiging sluit niet uit dat een dergelijke sanctie geldt. Dit vloeit voort uit de ruime interpretatie die de rechtspraak aan 21 en 22 geeft.
Kan een partij de rechter verzoeken via 22 een partij te bevelen bepaalde bescheiden over te leggen?
Ja, rechter heeft m.b.t. 22 een discretionaire bevoegdheid dus hoeft hieraan geen gevolg te geven. De wederpartij van de partij die weigert de stukken over te leggen heeft geen vorderingsrecht. In dergelijke gevallen is men aangewezen op 843a exhibitieplicht.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden