Afwijken (verlichten) van de hoofdregel zonder omkering - Rechterlijk vermoeden
3 belangrijke vragen over Afwijken (verlichten) van de hoofdregel zonder omkering - Rechterlijk vermoeden
Wat is een rechterlijk vermoeden?
Op grond van de aangevoerde stellingen neemt de rechter bepaalde feiten voorshands als waar aan. Op grond van bewijsmateriaal, bijv. schriftelijke verklaringen of een partijdeskundigerapport, is e.e.a. wel zeer aannemelijk. Tegenbewijs is mogelijk. text-decorationDe partij die stelplicht heeft, wordt van de bewijslast ontheven. De wederpartij kan tegenbewijs leveren, maar moet dat dan wel aangeboden hebben en draagt de bewijslast, maar niet het bewijsrisico. De rechter kan mede tot een vermoeden komen m.b.v. algemene ervaringsregels.
Wat is voldoende voor een wederpartij voor het slagen van het tegenbewijs bij een rechterlijk vermoeden? En wat zal de eisende partij dan moeten doen?
Dat het ten behoeve van de partij op wie de bewijslast rust aangenomen bewijsvermoeden wordt ontzenuwd. Het is dus niet nodig dat het tegendeel wordt bewezen. De partij die het bewijsrisico draagt zal de contra-enquete niet ongebruikt voorbij moeten laten gaan. Bij non liquet verliest deze partij die eerst van het rechterlijk vermoeden profiteerde alsnog de zaak.
Wat houdt een processueel vermoeden in? (Paragraaf 6.7.)
Als de rechter op grond van een bepaald processueel feit (verweerder verschijnt niet ter comparitie, antwoordt niet of ontwijkend op vragen, weigert bescheiden over te leggen of een verklaring af te leggen) de lezing van de wederpartij voor waar houden en de weigerachtige partij toelaten tot tegenbewijs. Aan het gedrag van de partij wordt een vermoeden ontleend.
Een processueel vermoeden betreft een sanctie op het niet voldoen aan een informatieverplichting.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden