Bewijsaanbod - Aanbod tot tegenbewijs
4 belangrijke vragen over Bewijsaanbod - Aanbod tot tegenbewijs
Op wie rust het bewijsrisico bij tegenbewijs?
Dat blijft rusten op degene die een beroep doet op de rechtsgevolgen van door hem gestelde feiten.
Wanneer kan een aanbod tot tegenbewijs d.m.v. getuigen worden gedaan?
- tegen dwingend bewijs (wederpartij kan bijv. betogen dat de akte niet weergeeft wat tussen partijen is overeengekomen)
- tegen een wettelijk vermoeden
- na een 'voorshands bewezenverklaring'; oftewel, rechterlijk vermoeden
- na het aannemen van c.s.q.n.-verband bij de 'omkeringsregel'
- tegen feitelijke vaststellingen in een (voorlopig) deskundigenbericht
- tegen verklaringen van getuigen in een eerder gehouden voorlopig getuigenverhoor (bij een eerder plaatsgevonden getuigenverhoor kan een beperking zijn gelegen in de eisen van een goede procesorde).
Waar moet een partij aan hebben voldaan wil een partij worden toegelaten tot tegenbewijs?
De door de wederpartij gestelde feiten moeten zijn betwist. Anders komen die feiten vast te staan op grond van 149.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wanneer sluit de wet tegenbewijs uit?
3:118, 6:224 en 6:236 (onweerlegbare vermoedens). De wet gebruikt dan de bewoordingen 'wordt aangemerkt' of 'wordt geacht'. Ook in geval van 'gezag van gewijsde' (de gebondenheid van partijen aan een eerder tussen hen gewezen vonnis, art. 236 Rv) is tegenbewijs niet mogelijk.
Een text-decorationbewijsovereenkomst kan tegenbewijs eveneens uitsluiten.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden