Samenvatting: Civiel Recht In De Praktijk
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Civiel recht in de praktijk
-
1 Boek 1: Persoon & familie recht
Dit is een preview. Er zijn 32 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Moederschap: juridische moeder: art. 1:198 lid 1 BW
Sub a: Vrouw uit wie kind geboren is
Sub b: vrouw of geregistreerd partner van vrouw uit wie kind geboren is (duo ouderschap)
Sub c: vrouw die het kind heeft erkend
Sub d: vrouw wier ouderschap gerechtelijk is vastgesteld
Sub e: vrouw die het kind heeft geadopteerd -
Vaderschap: art. 1:199 BW
Sub a: Man die gehuwd met of geregistreerd partner van vrouw uit wie kind is geboren
Sub b: overleden man die gehuwd was of geregistreerd partner was van vrouw uit wie kind geboren is (binnen 306 dagen voor geboorte)
Sub c: man die het kind heeft erkend
Sub d: man wiens vaderschap gerechtelijk is vastgesteld
Sub e: man die het kind heeft geadopteerd -
Wettelijke beperkte gemeenschap: art. 1:94 BW
Tot de beperkte gemeenschap behoren:- goederen die voor het huwelijk reeds aan de echtgenoten gezamenlijk toebehoren
- goederen die afzonderlijk of tezamen vanaf het huwelijk zijn verkregen met uitzondering van:
- erfenissen/giften
- pensionrechten
- rechten op het vestigen van vruchtgebruik
-
Ouderlijk gezag art. 1:245 e.v. BW
- Door gezamenlijke ouders of 1 ouder
- gehuwd of geregistreerd partnerschap: samen ouderlijk gezag art. 1:251 lid 1
BW - samenwonend: in beginsel gezag bij vrouw tenzij aangetekend in register art. 1:252
BW - na overlijden van een van ouders: gezag wordt alleen voortgezet art. 1:
253f BW of - indien slechts een ouder het gezag had - gezag naar overlevende ouder of derde art. 1:253g BW - echtscheiding: in principe gezamenlijk gezag art. 1:251 lid 2
BW
- Door gezamenlijke ouders of 1 ouder
-
2 Boek 2: Rechtspersonen
Dit is een preview. Er zijn 18 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
Laat hier meer flashcards zien -
Stichting art. 2:285 BW e.v.
- Rechtspersoon
- geen leden
- doel (niet-commercieel). Bereiken met het vermogen
- slechts 1 orgaan: bestuur (art. 2:291 BW)
- Rechtspersoon
-
Oprichting stichting art. 2:286 BW
- Notariële oprichtingsakte (statuten)
- inschrijving handelsregister: art. 2:289 BW (geen oprichtingsvereiste maar wel een verplichting voor de bestuurders)
- Notariële oprichtingsakte (statuten)
-
Aansprakelijkheid bestuurders en aandeelhouders
In beginsel geen aansprakelijkheid voor bestuurders en aandeelhouders
UITZONDERING: bijv. Kennelijk onbehoorlijk bestuur (bijv. Onzorgvuldige boekhouding) en onrechtmatige daad -
3 Boek 3: Vermogensrecht
Dit is een preview. Er zijn 13 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3
Laat hier meer flashcards zien -
Goederen, zaken, rechten:
- Goederen: alle zaken en alle vermogensrechten art. 3:1 BW; alle positieve vermogensbestanddelen waaruit iemands vermogen kan zijn opgebouwd
- zaken: de voor menselijke beheersing vatbare stoffelijke objecten, art. 3:2 BW
- onroerende zaken, art. 3:3 lid 1 BW
- roerende zaken, art. 3:3 lid 2 BW
- vermogensrechten: rechten die op geld waardeerbaar en overdraagbaar zijn, art. 3:6 BW
- Goederen: alle zaken en alle vermogensrechten art. 3:1 BW; alle positieve vermogensbestanddelen waaruit iemands vermogen kan zijn opgebouwd
-
Kenmerken absolute rechten op goederen
- Gesloten systeem: 8 absolute rechten
- boek 3: vruchtgebruik, pand, hypotheek
- boek 5: eigendom, erfbaarheid, erfpacht, opstal, appartementsrecht
- geven zeggenschap over een goed/ rechten ten opzichte van iedereen te handhaven
- zaaksgevolg
- prioriteitsregel: oudere rechten gaan voor jongere rechten.
- prefentieregel: absolute rechten vallen buiten een faillissement
-
Pand 3:227 e.v. BW
- Zekerheidsrecht voor geldvordering
- kan worden gevestigd op niet-registergoederen
- pandverlener - pandhouder
- vuistpandrecht (meest sterk, je hebt het recht) en bezitloos pandrecht (je hebt het niet, maar wel het recht)
- recht van parate executie
- Zekerheidsrecht voor geldvordering
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden