Mensen met een beperking algemeen - Soorten beperkingen - Mensen met een lichamelijke beperking

20 belangrijke vragen over Mensen met een beperking algemeen - Soorten beperkingen - Mensen met een lichamelijke beperking

Mensen met een lichamelijke beperking kunnen op drie manieren ingedeeld worden, geef deze indeling.

- aard van de ziekte of stoornis
- verloop van de ziekte of stoornis
- oorzaak van de ziekte of stoornis

Welke hoofdgroepen ken je bij motorische beperkingen?

Aandoeningen van het houdings- en bewegingsapparaat.
(amputatie, reuma, osteoporose (botontkalking)
Spierziekten. De meest voorkomende is de ziekte van Duchesse.

Wanneer spreek je van motorische beperkingen?

Als er niets mis is met het centrale zenuwstelsel, maar het bewegingsapparaat niet optimaal functioneert.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Motorische beperkingen kun je onderverdelen in 2 hoofdgroepen, benoem ze.

- aandoeningen aan houdings- en bewegingsapparaat (amputaties,
   reumatische aandoeningen en osteoporose)
- spierziekten ( ziekte van Duchenne)

Wanneer praten we over een neurologische beperking?

Wanneer de persoon/patienent een aandoenign heeft bij de hersenen of zenuwstelsel

Wanneer spreek je van neurologische beperkingen?

Dit heeft te maken met onze hersenen en met de belangrijkste zenuwbanen die vanuit de hersenen door het ruggenmerg naar de spieren en organen lopen.

Wanneer spreek je van een conditionele beperking?

Als de aandoening (orgaanbeperking) invloed heeft op de algemene conditie van de mens.

Neurologische beperkingen kun je onderverdelen in 3 groepen, benoem ze.

- aandoeningen van de hersenen (CVA, cerebrale pares, epilepsie, parkinson)
- aandoeningen van het ruggenmerg (dwarslaesie, spina bifida-open ruggetje)
- aandoeningen van het centrale zenuwstelsel (MS)

Welke indeling ken je als het gaat om het verloop van de ziekte of stoornis?


Tijdelijke aandoening
Aandoeningen met een progressief verloop (steeds erger wordend)
Aandoeningen met een recidiverend verloop (regelmatig terugkomend)
Aandoeningen met een chronisch verloop (blijvend)

Wanneer spreek je van orgaanbeperkingen en noem er een aantal.

Er is dan sprake van een falend of niet optimaal functioneren van bepaalde organen of bepaalde lichaamsfuncties.

- hart- en vaatziekten
- longaandoeningen (astma, COPD - chronic obstructive pulmonary disease
- Diabetes Mellitus (suikerziekte)

Wanneer praten we over een orgaan beperking?

Wanneer er spraken is van een falend of niet werkend orgaan

Waarom wordt een orgaanbeperking in de terminologie ook wel conditionele beperking genoemd?

Een groot gedeelte van de orgaanbeperkingen heeft een negatieve invloed op de algemene conditie van de betreffende persoon.

Wanneer spreek je van een zintuiglijke beperking? Geef tevens de onderverdeling.

Wanneer bepaalde zintuigen niet meer optimaal of helemaal niet meer werken.

- visuele beperking (slechtziend, blind)
- auditieve beperking (slechthorend, doof)

Geef een indeling die gebaseerd is op het verloop van de ziekte of stoornis.

- tijdelijke aandoeningen
- aandoeningen met een progressief verloop (verergert)
- aandoeningen met een recividerend verloop (steeds weer terugkerend)
- aandoeningen met een chronisch verloop (blijvend)

Wat verstaan we onder een tijdelijke aandoening, en geef voorbeelden.

Een tijdelijke aandoening is van voorbijgaande aard, b.v. een gebroken been, zware griep of ziekte van pfeifer.

Wat verstaan we onder een recidiverende aandoening, en geef voorbeelden.

Een ziekte die steeds weer terugkomt, b.v. depressie, reuma.

Geef een indeling die gebaseerd is op de wijze van ontstaan van de ziekte of stoornis.

- aangeboren aandoening
- niet-aangeboren of verworven aandoeningen

Wat verstaan we onder een aangeboren aandoening?

Wanneer iemand geboren is met een stoornis, dit kan erfelijk bepaald zijn of zijn ontstaan doordat er tijdens de bevruchting of rond de zwangerschap iets fout is gelopen.

Wat verstaan we onder een niet-aangeboren of verworven aandoening?

Wanneer iemand een stoornis later heeft verkregen, na de geboorte. Hierbij kan onderscheidt gemaakt worden in interne oorzaak (ziekte) of externe oorzaak (ongeval).


Welke indelingen ken je als het gaat om de wijze ontstaan van een ziekte/stoornis?

- Aangeboren aandoeningen (prenataal- voor de geboorte, perinataal - tijdens
   de geboorte, postnataal - kort na de geboorte)
- Niet aangeboren of verworven aandoeningen. Intern (ziekte) Extern
   (ongeval)

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo