Samenvatting: Cocreatie

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Cocreatie

• 1 1 t/m 10

  Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• 1.Wat is geen co-creatie? 

  a.De klant altijd gelijk geven
  b.Garantie voor succes
  c.Niet geschikt voor organisaties die niet open staan om ideeën en strategieën te delen met mensen buiten hun organisatie
  d.Alle activiteiten naar de klant outsourcen

• 1.Wat kunnen key partners voor rol spelen?

  a.Jij helpt hen of wordt door hen geholpen
  b.Ze verhogen de waarde van je propositie door een onderdeel in te brengen wat je zelf niet bezit
  c.Ze brengen middelen in die je zelf niet in kunt brengen (kennis, geld, pand etc)
  d.Ze nemen kernactiviteiten over die je liever uitbesteed aan specialisten (levering van producten)
  e.Ze kunnen kosten verminderen door met schaalvoordelen te werken

• 1.Waarom moeten bedrijven aan co-creatie doen?         

  1. Inspirerende en ingenieuze ideeën
  2. Een frisse kijk op een organisatie en producten
  3. Contact en binding met klanten en consumenten
  4. Terugdringen van risico’s door producten te testen tijdens het ontwikkelen
  5. Kruisbestuivingen met andere industrieën

• Wat is kruisbestuiving met andere industrieën?

  Dit heeft verband met cross industrie innovatie. Doordatje openstaat voor andere ideeën krijg je ook invloeden van andere industrieën. Dit helpt je om out-of-the box te denken.

• 1.Wat is een voorwaarden voor co-creatie? 

  Het als bedrijf samen met de klant of consument werken aan nieuwe producten en diensten. Voorwaarde hiervoor is een gelijkwaardige dialoog en uitwisseling van ideeën tussen bedrijf en consument.

• 1.Wat is kenmerkend aan de huidige consumenten?

  a.Consumenten zijn geïnformeerd en hebben een actief netwerk.
  b.Consumenten willen zelf kunnen beslissen en in charge zijn.
  c.Consumenten willen betrokken zijn bij een organisatie.
  d.Consumenten willen zelf keuzes kunnen en waarde kunnen creëren. 

• 1.Wat wordt er bedoeld met change in business?

  a.Doelgerichte samenwerking tussen organisaties en hun eindgebruikers waarbij producten /diensten worden ontwikkeld of verbeterd . 

• 2 11 t/m 20

  Dit is een preview. Er zijn 8 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
  Laat hier meer flashcards zien

• Welke rol heeft de consument in elke fase?

  -       Developer= Selector
  -       Mass customiser= Personaliser
  -       Idea collector= Inspirator
  -       Integrator= Participant
  -       Facilitator=  Creator

• 1.Geef bij alle 5 de vormen een voorbeeld van hoe dit in de praktijk toegepast wordt.

  1. Traditioneel consumentenonderzoek. Bv Lays welke smaak chips vind je het lekkerst?
  2. Nike ID biedt consumenten de mogelijkheid om sneakers te personaliseren
  3. Consumenten sturen ideeen in waarvan het winnende idee in productie genomen wordt, bv LEGo (zie ook volgende les)
  4. Consumenten worden in meerdere fasen van ontwikkelingsproces betrokken vb?
  5. Producent biedt platform vb Facebook

   
  ¡. Naarmate de producent een grotere rol heeft heeft de consument een kleinere rol in het ontwerp/productieproces.!

• Hoe wordt experience economie gezien door Pine & Gilmore en wat waren de voorgaande economieën? 

  a.Experience economy wordt gezien als de ‘next economy’.
  b.Het is daarmee de opvolger van de agrarische economie, de industriele economie en de diensteneconomie.