Definitie en structuur van intelligentie

38 belangrijke vragen over Definitie en structuur van intelligentie

Als je de vraag aan iemand stelt wat intelligentie is, dan krijg je veel verschillende antwoorden zoals... (6st?)

  1. Slim zijn
  2. Creatief zijn
  3. Flexibel zijn
  4. Goed geheugen hebben
  5. Goed zijn in ingewikkelde problemen op te lossen
  6. Goede Sociale vaardigheden hebben

Wat is het verschil in intelligentie tussen oosterse landen en westerse landen als je kijkt waar ze de nadruk op leggen?

Westerse landen handelen rationeler en willen graag succes hebben en leggen de nadruk op snelheid van mentale verwerking.
Oosterse landen handelen meer collectief, in groepsverband, en emotioneler en al helemaal niet bezig met snelle successen.

Westerse landen:

Individuele prestaties
Snelheid
Mentaal rationeel

Oosters landen:
Collectieve prestaties
Niet bezig met snelheid
Emotioneel

Wat is het verschil in intelligentie tussen oosterse landen en westerse landen als je kijkt waar ze de nadruk op leggen?

Westerse landen handelen rationeler en willen graag succes hebben en leggen de nadruk op snelheid van mentale verwerking.
Oosterse landen handelen meer collectief, in groepsverband, en emotioneler en al helemaal niet bezig met snelle successen.

Westerse landen:

Individuele prestaties
Snelheid
Mentaal rationeel

Oosters landen:
Collectieve prestaties
Niet bezig met snelheid
Emotioneel
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Waar lag in 1921 de nadruk op over intelligentie (3st) en wat vonden Sternberg en Detterman in 1986 van de definitie van intelligentie? (3st)

1921
  1. Abstract redeneren
  2. Vermogen tot leren
  3. Aanpassen aan omgeving


1986
  1. Vaardigheden
  2. Cultuurelementen
  3. Executive processen als aandacht, denkfuncties uitdagingen en veranderingen in het dagelijks leven die gedrag en gevoel sturen.

Hoe komt het dat er verwarring ontstaat omtrent de structuur en definitie van intelligentie?

Omdat de drie aspecten van intelligentie, A, B, en C (erfelijkheid, gedrag en meetbaarheid) niet goed uit elkaar gehouden worden.

  1. Wie bedacht de G-factor.
  2. Wat is het?
  3. Waar heeft het mee te maken?
  4. Hoe kon hij dit opsporen?
  5. Waar kun je het mee vergelijken?

  1. Sperman (1904)G staat voor "general". Een algemene aangeboren eigenschap
  2. Algemene basisfactor van al onze psychische activiteiten, incl. intelligentie.
  3. de hoeveelheid mentale energie die je hebt voor het maken van een test.
  4. Deze kon hij opsporen via de factoranalyse een soort statistische techniek.
  5. Zie het als een driekamp waarbij iemand goed presteert op drie disciplines en een ander presteert minder op alle drie de disciplines

  1. Wie bedacht de G-factor.
  2. Wat is het?
  3. Waar heeft het mee te maken?
  4. Hoe kon hij dit opsporen?
  5. Waar kun je het mee vergelijken?

  1. Sperman (1904)G staat voor "general". Een algemene aangeboren eigenschap
  2. Algemene basisfactor van al onze psychische activiteiten, incl. intelligentie.
  3. de hoeveelheid mentale energie die je hebt voor het maken van een test.
  4. Deze kon hij opsporen via de factoranalyse een soort statistische techniek.
  5. Zie het als een driekamp waarbij iemand goed presteert op drie disciplines en een ander presteert minder op alle drie de disciplines

Hoe kun je verbanden berekenen tussen verschillende disciplines?

Verbanden berekenen is lastig je kunt ze wel zien:
Als er een hoge correlatie is op de verschillende afgenomen tests dan zal er zowel op de ene discipline hoog gescoord zijn, als op de andere discipline

Wat als er op 1 discipline van een driekamp minder gescoord wordt dan de andere twee, hoe zag Spearman dan de uitkomst?

Dan was er toch verband en vond hij het correleren omdat het een beroep doet op de globale G-factor. Iemand met een goede conditie zal zowel goed zijn in zwemmen, in fietsen als in lopen.

Noem de 7 Primary abilities (7 primaire vaardigheden) + grondlegger

Thurstone (1887-1955) hield zich bezig met 7 basisfactoren van globale intelligentie.
Deze kon hij dmv factoranalyse onderscheiden maar hadden wel verband met elkaar.

Zoals:
Associatief geheugen
Nummers, rekenen, nauwkeurigheid
Perceptueel snel verschillen zien
Redeneren
Ruimtelijke relaties
Verbaal begrip, teksten
Woordparen vinden

Noem de 7 Primary abilities (7 primaire vaardigheden) + grondlegger

Thurstone (1887-1955) hield zich bezig met 7 basisfactoren van globale intelligentie.
Deze kon hij dmv factoranalyse onderscheiden maar hadden wel verband met elkaar.

Zoals:
Associatief geheugen
Nummers, rekenen, nauwkeurigheid
Perceptueel snel verschillen zien
Redeneren
Ruimtelijke relaties
Verbaal begrip, teksten
Woordparen vinden

Welke 7 basisfactoren vond Thurstone belangrijk om intelligentie mee aan te duiden en waar je met de factoranalyse verbanden kon aantonen? 7 Engelse vaktermen en uitleg.

  1. Associative memory: associatief geheugen, associaties vinden
  2. Number: Nauwkeurigheid, inzicht, rekenkundig
  3. Perceptual speed:  waarnemingssnelheid, verschil of gelijkenis
  4. Reasoning: Redeneren logisch
  5. Space: Ruimtelijke relaties
  6. Verbal comprehension: Verbaal begrip, Begrijpen van teksten
  7. Word Fluency:  woordenkennis

Welk compromis wordt er gevormd tussen de visie van Thurstone (7 basisfactoren) en Spearman (1 G-factor), het gaat hier over een nieuw model van intelligentie,
Welke drie heren zijn hier belangrijk in?

Het CHC-model met 3 trata.
Een model waar intelligentie in hiërarchie wordt uitgedrukt met drie niveaus.

Dit model is genoemd naar Cattell, Horn en Carroll

Welk compromis wordt er gevormd tussen de visie van Thurstone (7 basisfactoren) en Spearman (1 G-factor), het gaat hier over een nieuw model van intelligentie,
Welke drie heren zijn hier belangrijk in?

Het CHC-model met 3 trata.
Een model waar intelligentie in hiërarchie wordt uitgedrukt met drie niveaus.

Dit model is genoemd naar Cattell, Horn en Carroll

Wat zeg het bovenste niveau 3 van het CHC-model?

Stratum 3 geeft de G-factor aan, (nog een overblijfsel van Spearman) en gaat over de gemeenschappelijke prestatie van de subtests.

Wat zegt Strata 2 in het CHC-model?

Strata 2 omvat 2 brede cognitieve vaardigheden. Gekristalliseerd en vloeiende intelligentie. (Cattell-Horn die intelligentie als 2 lagen zag.)

Wie kwam met het hiërarchisch model met 3lagen ipv 2 zoals Cattell en Horn?

John Carrol (1993)

Hoe zag het hiërarchisch model eruit van Carroll

De onderste laag, stratum 1:
kleine cognitieve vaardigheden  zoals spellen, hoofdrekenen, auditieve en visuele discriminatie (verschil horen zien).

Waar in welk schema bevindt zich auditieve en visuele discriminatie (verschil horen zien). Wie heeft dit bedacht?

Carroll bedacht naast de twee van Cattell en Horn, Strata 1, de onderste laag in het CHC-model, waarin auditieve en visuele discriminatie (over horen en zien) werd gemeten door verschillende subtests.

In hoeverre lijkt het CHC-model van Cattell-Horn op dat van Carroll? 2st

  1. het niet eens zijn met de globale G-factor
  2. de GF van de GQ, Cattell en Horn onderscheiden die, Carroll voegt die samen.

Wordt het CHC-model vandaag de dag nog steeds gebruikt?

Ja het Cattell-Horn-Carrollmodel (CHC-model) is momenteel één van de meest toonaangevende modellen om intelligentie te onderzoeken in de div. IQ-testen.

Welke van de testbatterijen in het CHC-model wordt het meest vergeleken met intelligentie?
Waarom?

En wat is hier de vuistregel bij?

Vloeiende intelligentie (GF)
Omdat die het dichtst bij de G-factor staat.

Vuistregel:
Hoe verder de test uit stratum 2 afstaat van de G-factor hoe minder deze factor laadt op de "g".

Wat betekent de afkorting Gc, (Onderdeel van het CHC-model) leg uit.

Gekristalliseerde intelligentie:
Algemene al aanwezige kennis, taalvaardigheden en communicatieve vaardigheden.

Wat betekent de afkorting Grw, (Onderdeel van het CHC-model) leg uit.

Lezen en schrijven (reading, writing)
Begrijpend lezen en uitdrukken.

Wat betekent de afkorting Gsm, (Onderdeel van het CHC-model), leg uit in 3 onderdelen.

(small memory) KTG:
  1. Geheugenspan
  2. Werkgeheugen
  3. Leervaardigheid

Wat betekent de afkorting Gv, (Onderdeel van het CHC-model) leg uit.

Visuele vaardigheden omtrent patronen

Wat is het verschil tussen Glr en Gc?

Bij Glr (LTG) gaat het vooral over het geheugenproces,
terwijl Gc (Gecristaliseerde intelligentie, aanwezige kennis) verwijst naar de hoeveelheid van informatie die in het langetermijngeheugen is opgeslagen.

Wat betekent Gs in het CHC-model

(speed) Snelheid waarmee verwerkt wordt hoe simpele cognitieve taken vloeiend en automatisch gedaan worden

Wat betekent Gt in het CHC-model

(Timing) Reactie snelheid, beslissingssnelheid

Noem alle 10 afkortingen van statum 2  van het CHC-model (Cattell-Horn; Gekristalliseerd en vloeibaar)

  1. Ga (auditief)
  2. Gc (Cristal, kennis)
  3. Gf (fluid)
  4. Glr (longterm, LTG Proces)
  5. Gq (quant, wiskundig)
  6. Grw (read, write)
  7. Gs (speed, snelheid)
  8. Gsm (small memory, KTG, chunks)
  9. Gt (timing)
  10. Gv (visueel)

Thurstone (1887-1955) hield zich bezig met 7....  (Engelse vakterm)

Primary abilities (primaire vaardigheden)

Snelheid van vinden van woorden (Engelse vakterm); afkomstig uit de 7 primary abilities van Thurstone.

Word Fluency:

Nauwkeurigheid (Engelse vakterm); afkomstig uit de 7 primary abilities van Thurstone

Number.

Ruimtelijke relaties (Engelse vakterm); afkomstig uit de 7 primary abilities van Thurstone

Space

Welke 3 onderdelen, subcategorieën bekijk je in het CHC-model of iemand vlot achtergrondkennis kan inzetten

Glr (lange termijn geheugen)
Gf (fluid vloeiende intelligentie, problemen oplossen)
Gc (cristal, gekristalliseerde intelligentie, kennis)

Waar staat de afkorting g voor in de subcategorieën van CHC-model (bijv. Gf of Gsm)

De G-factor. Omdat het verschillende subcategorieën betreft wordt er uitgegaan van algemene intelligentie van deze subcategorie.
Niet elke bredere cognitieve vaardigheid heeft een even grote invloed op de totale G-factor.

Welke twee wetenschappers die onderzoek deden naar intelligentie gaan uit van een bepaalde g-factor, met verbanden en correlaties

Spearman (1 Globale g-factor) en Thurston (7 basisfactoren)

Leg het CHC-model uit, deze wordt in 3 niveau's uitgedrukt, welke 3 niveaus.

Het is een hierargisch model met 3 strata van intelligentie die in 3 niveaus wordt uitgedrukt:
  1. de algemene factor (general ability),
  2. de bredere cognitieve vaardigheden en
  3. de smalle cognitieve vaardigheden. 

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo