Methoden van de cognitieve wetenschap - Neuroimaging

3 belangrijke vragen over Methoden van de cognitieve wetenschap - Neuroimaging

Leg positron emission tomografie (PET) uit.

Een PET-scan maakt bloedstroom zichtbaar door radioactieve elementen als markers te gebruiken. Deze elementen verliezen vrij snel positronen in de bloedstroom en kunnen botsen met elektronen. Hierdoor ontstaat gamma-straling. PET scan bepaald waar de deeltjes gebotst zijn en kan dus een relatieve hersenactiviteit gemeten worden.

Leg functionele MRI (fMRI) uit.

fMRI bepaalt het Blood Oxygen Level Dependence effect (BOLD-effect), de ratio van hemoglobine met en zonder zuurstof. Hemoglobine is gevoeliger nadat de zuurstof afgegeven is.
Hersenactiviteit vindt sneller plaats dan een toename in bloedtoevoer, waardoor de verhoogde bloedtoevoer net wat later plaatsvindt dan de daadwerkelijke neuronale activiteit.
fMRI meet het moment waarop de hoeveelheid hemoglobine met zuurstof ineens snel afneemt, namelijk bij toegenomen hersenactiviteit.

Waarom wordt fMRI verkozen boven PET?

-scanners praktischer en in bijna elk ziekenhuis aanwezig.
- spatiële resolutie beter.
- geen radioactieve elementen geinjecteerd, dus meerder metingen achter elkaar mogelijk.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo