Learning and Memory - Memory and brain - Imaging the Human Brain and Memory
37 belangrijke vragen over Learning and Memory - Memory and brain - Imaging the Human Brain and Memory
Welk deel van de hersenen speelt volgens de beschikbare data een belangrijke rol in geheugenprocessen?
Waarom hebben onderzoekers een voorkeur voor dubbele dissociaties?
- Het feit dat één bepaald gebied een rol speelt bij een geheugenproces wil niet zeggen dat er ook geen andere gebieden verantwoordelijk voor zijn.
- Bij de observatie van een enkele dissociatie kunnen meerdere hypothesen het verband verklaren tussen een specifiek letsel en een specifieke functiestoornis.
Welke rol speelt de mediaal-temporaalkwab in het procedureel geheugen en priming?
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Ivry past een indeling toe voor volgorde leren. Welke?
Lange termijn geheugen: codering en ophalen. Wat is een belangrijke vraag op dit onderwerp?
Welke geheugensoorten blijken onafhankelijk van het systeem in de mediale temporaalkwab gevormd te worden?
- Procedureel geheugen
- Perceptuele priming
- Conditionering
- Non-associatief leren
what is relational memory
Coderen en de hippocampus. Hoe is dit onderzocht en speelt de hippocampus een rol in coderen van informatie?
Onderzoek van Ranagath en Yonelias leidde tot het volgende: bij correct herinnerde items zijn de hippocampus en parahippocampale cortex actief. Ook gebieden in de frontale cortex zijn actief.
Welke onderzoeksmethode is de afgelopen jaren exponentieel gegroeid?
- magnetic resonance
- electromagnetic recording
Voor welke geheugenonderdelen hebben cognitieve neuropsychologen een dubbele dissociatie aangetoond? (Sternberg H5)
- Korte- en lange-termijn geheugen
- Declaratieve (expliciete) en non-declaratieve (impliciete) geheugen
Welke onderzoeksmethoden zijn er naast onderzoek bij mensen en dieren met hersenletsel?
Wat wordt in de entorhinale cortex opgeslagen?
De hippocampus wordt niet gebruikt voor zaken die je bekend voorkomen (familiair). Welke delen van de hersenen zijn dan wel belangrijk voor dit soort niet-episodische informatie?
- Herkenning door ophalen van episodische broninmformatie o.b.v. hippocampus en posterieure parahippocampale cortex;
- Op bekendheid (familiariteit) gebaseerde herkenning in de entorhinale cortex.
Wat was er zo bijzonder aan het ERP onderzoek van Paller, Kutas en Mc Isaac (1995) naar de manier waarop herinneringen worden opgeslagen?
Via waar komt het wat en het waar van een object binnen in de entorhinale cortex?
Informatie van unimodale sensorische regio's - het wat van een object - komt via de perirhinale cortex (anterieur gedeelte van de parahippocampale cortex) in de entorhinale cortex.
Informatie van polimodale sensorische regio's - het waar van een object - komt via het meer posterieure gedeelte van de parahippocampale cortex in een ander gedeelte van de entorhinale cortex.
De hippocampus voegt deze stromen samen tot 1 geheel = relationeel geheugen. Episodische informatie is dan ook relationeel geheugen (het wat en waar (of de bron) is bekend).
Voor herkenning op basis van vetrouwdheid/bekendheid is
Beschrijf het ERP-onderzoek mbv elektrofysiologie (Pallwer, Mc Isaac, Kutas) naar het vormen van herinneringen.
- Verwerkinsgniveauopdracht: Woorden coderen door beeld bij woord bedenken / aangeven woorden met meer dan 1 lettergreep
- Lexicale test: is item een woord? (impliciete herinnering)
- Herkenningstest: woorden beoordelen (expliciet herinnering)
- Posttesten: mate van herinnering
- Lexicale test: priming met geen verschil tussen niveau van coderen.
- Herkenningstest en posttest: invloed van niveau van coderen
Kelly past een andere indeling van coderen en ophalen toe.
Bij welk onderdeel van het herinneringsproces is de hippocampus actief?
Relationeel geheugen: het wat:
Relationeel geheugen: het waar
Wat is het verschil tussen subsequent-memory onderzoeken waarbij het niet gaat om te bepalen welke hersendelen actief zijn tijdens het opslaan van de juiste herinnering, maar juist bij het ophalen van de informatie uit het geheugen?
Geef een voorbeeld van een onderzoek volgens subsequent-memory paradigm.
- proefpersonen kregen 360 woorden te zien: (niet)-dierlijk / groot-klein / groen-rood
- adhv kleur (niet)-dierlijk of grootte inschatting maken (+ fMRI)
- geheugentest maken voor de betreffende woorden: inschatting van eerder gezien op schaal van 1-6 en van welke kleur (source)
LTG ophalen en reactiveren:
Frontale cortex: episodische info opslaan en ophalen:
Bij welke onderzoeksresultaten van de oproep-fase van onderzoek blijkt uit fMRI dat de hippocampus actief is:
- Iemand herkent een item van de woordenlijst (correcte herinnering)
- Het item komt iemand bekend voor (correcte herinnering)
- Iemand heeft het item niet gezien op de woordenlijst (correcte herinnering)
- Iemand herkent een nieuw woord (stond dus niet op de 1e lijst; correcte herinnering)
- Iemand heeft geen herinnering voor een item dat wel op de lijst stond (niet correcte herinnering)
Welke hersendelen zijn betrokken bij het coderen en oproepen van non-episodische, familiaire herinneringen (herkenning op basis van familiairiteit)?
Frontale cortex: linker vs rechter hemisfeer
Er vindt geen lange-termijnopslag plaats in de hippocampus. Waar en hoe vindt deze wel plaats?
Wat is de rol van de frontale cortex bij processen van het korte- en lange-termijngeheugen (Cabeza, Nyberg, Tulving, 1996)
- Linker frontale cortex: coderen van episodische informatie + het oproepen van semantische informatie
- Rechter frontale cortex: oproepen van episodische informatie
Wat is de rol van de frontale cortex bij het lange-termijngeheugen volgens Kelly (1995)?
- Linker frontale cortex: linguïstische informatie
- Rechter frontale cortex: object en ruimtelijke informatie
Uit onderzoek bij amnesie-patienten blijkt dat zij toch impliciet procedurele vaardigheden kunnen aanleren. Grafton (1995) heeft hiernaar onderzoek gedaan bij gezonde personen. Beschrijf dit onderzoek. Wat blijkt mbt de betrokkenheid van hersendelen?
- Impliciet aanleren van motorische vaardigheden (volgorde van stimuli) door dual-task conditions
- Alleen motorische volgorde taak (kan sprake zijn van expliciet leren)
Wat blijkt uit diverse onderzoeken (PET, dierenstudies, transcraniale magnetische stimulatie) mbt hersengebieden die actief zijn bij impliciet en expliciet aanleren van motorische vaardigheden (procedurele leren)?
- motorische cortex en supplementaire motorische cortex li hemisfeer
- putamen
- rechter premotorische cortex
- dorsolaterale prefrontale cortex (werkgeheugen)
- anterior cingulate (monitoring)
- parietale cortex (aandacht)
- laterale temporale corticale gebieden (opslag)
Wat is de theorie van ' sequentieel motor learning' (Ivry, Kelly 2003)
- Een dorsaal systeem voor impliciet leren (parietale cortex, supplementaire motorische gebieden, primaire motorische cortex)
- Een ventraal systeem voor impliciet en expliciet leren (occipitale cortex, temporale cortex, prefrontal cortex, lateraal premotor cortex)
Amnesie en expliciet-impliciet geheugen:
Wat is er bekend over de betrokkenheid van de amygdala bij het geheugen voor emotioneel beladen gebeurtenissen? (Sternberg, H5)
Alzheimer: plaques en tangles
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden