Memory and brain - Imaging the Human Brain and Memory - Long-term Memory Encoding and Retrieval

38 belangrijke vragen over Memory and brain - Imaging the Human Brain and Memory - Long-term Memory Encoding and Retrieval

Is de hippocampus actief tijdens het coderen of ophalen van informatie, of allebei?

Er is bewijs dat hij bij beide processen betrokken is.  Verschillende geheugentypen vertrouwen echter in verschillende mate op subgebieden van de mediaal-temporaalkwab gedurende het coderen en ophalen. Gedurende het ophalen van informatie worden de corticale gebieden die tijdens het coderen van belang waren opnieuw geactiveerd.

Wordt de hippocampus actief tijdens codering (encoding), ophalen (retrieval), of allebei?

De hippocampus is zowel betrokken bij codering als ophalen van informatie, maar verschillende soorten herinneringen hebben verschillende subgebieden van de medial temporal lobe als basis tijdens codering en ophalen. Bovendien heractiveren geheugensystemen in de medial temporal lobe tijdens ophalen corticale gebieden die belangrijk waren tijdens de oorspronkelijke codering.

Wat is het subsequent-memory paradigm?

Een onderzoekssetting om vast te stellen welke hersendelen actief zijn bij codering en herinnering van nieuwe informatie. Proefpersonen voeren een geheugentaak uit (encoding), waarbij hun hersenactiviteit wordt gemeten via fMRI. Daarna wordt hun retentie gemeten, bijvoorbeeld door herkenning van oude woorden in een nieuwe woordenlijst. Deze data kunnen worden afgezet tegen de eerdere fMRI-gegevens.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Exhaustive-uitputtend vs self-terminated-opgebroken

self terminated verwerken in serieel verwerken verwijst naar hoe later de seriele positie hoe langer de reactie tijd. exhaustive verwerken niet. De tijd blijft even lang duren, waar de seriele positie zich ook bevindt.

Wat waren de bevindingen van Ranganath et al. over activatie van de hippocampus bij encoding?

Juist herinnerde woorden activeerden gebieden in de hippocampus en de posterior parahippocampal cortex. Ook gebieden van de frontal cortex werden geactiveerd.

Dit wijst op de belangrijke rol van de hippocampus in de formatie van nieuwe lange-termijnherinneringen.

Cued recall vs free recall

Cued recall geeft betere resultaten vergeleken met free recall. Categorien maken het mogelijk om een cued recall te vragen. Hieruit kan opgemaakt worden dat geheugen fouten eerder het gevolg zijn van falend opvragen dan van opslag

Welke rol speelt de hippocampus in het ophalen van informatie?

Uit onderzoek blijkt dat de hippocampus alleen actief is bij juist herinnerde items (waarvan de proefpersoon ook zei zich deze te herinneren i.p.v. herkennen). Dit suggereert dat de hippocampus betrokken is bij het ophalen van episodische herinneringen.

Hoe onderzochten Eldrigde et al. de rol van de hippocampus in retrieval?

Zij gebruikten een omgekeerde variant van het subsequent memory paradigm, waarbij proefpersonen eerst een reeks woorden leerden, en 20 min. later werden getest op recall. Tegelijkertijd werd hersenactiviteit gemeten middels fMRI.

Hoe wordt verklaard dat patiënten met schade aan de hippocampus een intact vermogen hebben om episodische herinneringen op te halen tot kort voor de schade?

Door de tijd worden herinneringen geconsolideerd en uiteindelijk worden zij voor het ophalen onafhankelijk van de hippocampus.

Wat waren de bevindingen van Eldridge et al. over de rol van de hippocampus in retrieval?

Hersenresponsen werden gesorteerd in vier groepen:


  1. Recollection
  2. Familiarity
  3. Correct rejection
  4. False rejection


De hippocampus was selectief actief in het geval van correct recollection.

Onderscheid tussen beschikbaarheid en toegankelijkheid van info

In onderzoek is het moeilijk om hier onderscheid in aan te brengen: beschikbaarheid gaat over de aanwezigheid van info en toegankelijkheid gaat over de mate waarin we toegang hebben tot de beschikbare informatie.

Welke hersengebieden worden gerelateerd aan herkenning op basis van familiariteit?

Gebieden van de anterieure parahippocampale gyrus, in en rondom de entorhinale cortex.

Interferentie vs decay theorie

Interferentie verwijst naar de verstoring van het geen is geleerd; decay is het verminderen van het geleerde door tijd

Hoe kunnen deze bevindingen worden verenigd met het feit dat amnesiepatiënten met schade aan de hippocampus episodische herinneringen kunnen ophalen?

De tijd tussen encoding en retrieval bedroeg in het experiment van Eldridge slechts 20 minuten; de herinneringen van amnesiepatiënten gaan vele jaren terug. De hippocampus is dus betrokken bij retrieval van recente herinneringen. Na verloop van tijd raken herinneringen geconsolideerd in het LTG, waarna retrieval buiten de hippocampus om kan verlopen. Dit verklaart ook dat patiënten als H.M. wel herinneringen ver voor de ontstane schade kunnen ophalen, maar niet van een recentere periode van enkele maanden.

Welke dubbele dissociatie is er gevonden in de mediale-temporaalkwab als het gaat om het coderen van verschillende soorten informatie?

1. Herkenning gebaseerd op het ophalen van episodische (bron)informatie, waarbij de hippocampus en posterieure parahippocampale cortex betrokken zijn.
2. Ondersteuning van op familiariteit gebaseerde herkenning, in de entorhinale cortex.


Dit geldt ook voor langetermijnherinneringen.

Zijn verschillende delen van de medial temporal lobe betrokken bij encoding en retrieval van verschillende soorten lange-termijngeheugen?

Ja. De medial temporal lobe ondersteunt verschillende vormen van geheugen (recollective experience vs. familiarity), en deze worden ondersteund door verschillende delen van dit hersengebied.

Encoding en retrieval van episodische informatie die wordt herinnerd verloopt via de hippocampus. Gebieden buiten de hippocampus, met name de entorhinal cortex, ondersteunen herkenning op basis van familiarity.

Retroactive vs proactive interferentie

Retroactive interferentie verwijst naar de interferentie die na het geleerde plaats vindt. Proactive referentie naar wat er aan vooraf ging (denk aan schema's en andere eerder geleerde items)

Waarom worden herinneringsprocessen en op familiariteit-gebaseerde processen door verschillende delen van de mediale temporale kwab ondersteund?

Dit heeft te maken met de anatomie: de neocortex stuurt verschillende soorten info naar verschillende subregio's.
Twee informatiestromen:
  1. Unimodale info (wat) > perirhinale cortex (anterieur) > entorhinale cortex
  2. Multimodale info (waar; bron) > posterieure delen van de parahippocampale regio > entorhinale cortex


Hierna komen beide stromen samen in de hippocampus. Deze is op grond hiervan in staat om beide soorten info aan elkaar te relateren: episodische herinnering is relationele herinnering (wat en relationele context)

Waarom worden recollective processes en familiarity-based recognition ondersteund door verschillende delen van de medial temporal lobe?

Vanwege de anatomische organisatie van informatiestromen; informatie uit unimodale sensorische gebieden in de neocortex ("wat?”) komt de entorhinal cortex binnen via de anterior parahippocampal regions (perirhinal cortex). Informatie uit polymodale neocorticale gebieden (“waar?”) komt binnen via de posterior parahippocampal cortex.

Serial position curve

Houdt in dat in een lijst met items we in de eerste plaats de laatste paar(recency effect) goed onthouden, in de tweede plaats de eerste paar (primacy effect) en in de laatste plaats de middelste items. In dit verband ook proactive en retroactive. (woorden aan het eind van de lijst zijn ondrwerp van proactiev interferentie en niet van retroactive) Woorden in het midden zijn zowel onderwerp van retro als pro active referentie.

Wat is relationeel geheugen?

Episodische informatie die leidt tot herinneringservaringen (recollective experiences).Niet alleen kan worden aangegeven dat iets eerder tegengekomen is, ook kan de relationele context (bron) waarin het tegengekomen is benoemd worden.

Wat is relational memory?

De twee informatiestromen die de entorhinal cortex binnenkomen, worden samengevoegd in de hippocampus. Deze kan de twee soorten informatie aan elkaar relateren, vandaar relational memory.

Over het algemeen is episodische informatie die leidt tot recollective experiences relational memory, omdat niet alleen het item kan worden herkend, maar ook de context waarin het werd geleerd kan worden herinnerd.

Proactive interferentie en de frontal cortex

Proactive interferentie gaat samen met activatie van de frontale cortex  Brodmann 45 in de linker hemisfeer. Bij alcoholisten minder proactive interferntie. suggereert dat alcoholisstiche patienten meer moeite hebben met het integreren van oudere info met nieuwere info. Brodman 45 is betrokken bij het proces bij het verbinden van items in betekenisvolle groepen.

Release from proactive interferentie

wanneer een lijst items afgewisseld wordt met een aandere lijst. Cijfers met woorden

Wat is het idee van het feedbacksysteem?

Bij het ophalen van herinneringen worden feedbackprojecties van de hippocampus naar de entorhinale cortex gestuurd. Vervolgens naar de perirhinale en parahippocampale corices en daarna terug naar de neocorticale gebieden die in eerste instantie de input voor de neocortex leverden.
Vb. Tijdens het ophalen van beelden bij een woord, worden dezelfde gebieden van de neocortex geactiveerd als tijdens het zien van die beelden.

Welk mechanisme maakt retrieval en reactivering in het LTG mogelijk?

Informatie die uit de verschillende sensorische gebieden in de cortex naar de hippocampus stroomt, wordt van daaruit teruggestuurd naar de gebieden waar deze oorspronkelijk vandaan kwam. Dit feedbackmechanisme speelt een rol bij het herinneren van informatie uit het LTG.


Bij retrieval van lange-termijnherinneringen worden de corticale gebieden die betrokken waren bij encoding opnieuw geactiveerd. Het gaat hierbij niet om lagere sensorische cortex, maar om associatiecortex waarin binnenkomende signalen al op perceptueel niveau zijn verwerkt.

Welke gebieden van visuele verwerking zijn betrokken bij het voorbereiden van ophalen van informatie en welke bij het zoeken naar de juiste herinnering?

De visuele verwerkingsgebieden in de inferotemporale cortex zijn betrokken bij de voorbereiding. De meer dorsaal pariëtale en superieure occipitale activiteit is gerelateerd aan het proces van zoeken naar het juiste item.

Welke rol speelt de frontale cortex in korte- en lange-termijngeheugenprocessen?

Linker frontal cortex:
  • encoding episodic information
  • encoding semantic information
  • retrieval semantic information

Rechter frontal cortex:
  • retrieval episodic information

Semantische informatie lijkt zich dus te beperken tot de linker hemisfeer. Hieruit is verondersteld dat activatie van de frontal cortex meer te maken heeft met de aard van het materiaal dan met een onderscheid tussen encoding en retrieval. Het idee is dat de linkerhersenhelft zich specialiseert in linguistische representaties, waar de rechter zich vooral richt op object- en spatiale geheugeninformatie.

Voor welke herinneringen lijkt er in de frontale cortex sprake van lateralisatie?

Semantische informatie. Zowel het coderen als het ophalen van semantische informatie gebeurt vooral door de linker frontale cortex. De linkerkant zou meer betrokken zijn bij talige representaties, terwijl de rechterkant meer betrokken is bij object- en ruimtelijke geheugeninformatie.

Welke hersengebieden zijn actief bij procedureel leren?

De motorische cortex en de extra motorische regio van de linker hemisfeer. En het putamen in de basale ganglia wordt bilateraal geactiveerd. Daarnaast de rostrale prefrontale cortex en de pariëtale cortex. Die spelen allemaal een rol in motorische controle.
Zonder afleidende taak, worden de rechter dorsolaterale prefrontale cortex, rechter premotorische cortex, rechter putamen en de pariëtale occipitale cortex bilateraal geactiveerd.
Dit impliceert dat de motorische cortex van belang is impliciet procedureel leren van bewegingspatronen.

Memory distortions: schacter's 7 sins of memory

1. transcience: vluchtigheid: info verdijnt snel
2. absent mindedness: tanden weer peotesen terwijl net gedaan
3. blocking: op het puntje van je tong
4. misatribution: niet kunnen herinneren waar iets gehoord of gezien is
5. suggestability: vatbaar voor suggestieve info
6. Bias: vertekend beeld
7. persistence: iets als consequent herinneren wat in de bredere context inconsequent is

Welke hersengebieden zijn betrokken bij expliciet leren en bewustzijn van de bewegingspatronen?

De rechter premotorische cortex, de dorsolaterale prefrontale cortex die geassocieerd wordt met werkgeheugen, de anterieure cingulate, gebieden in de pariëtale cortex betrokken bij vrijwillige aandacht, de laterale temporale corticale gebieden die expliciete herinneringen opslaan.

Context effecten bij coderen en ophalen

Schemata voorzien in een cognitieve context voor het coderen, opslaan en oproepen van info. experts vs beginner. Dragen ook bij aan metacontructieve strategien voor het organiseren van nieuwe info.
waargenomen duidelijkheid draagt bij aan het met zekerheid oproepen van info. Stimulatie van de hippocampus (leren) en amygdala (emotie) leidt tot verbetering van het expliciet geheugen. (electrische stimulatie kan zelfs tot halicunaties leiden)
emotie, mood en state zijn van belang bij intensiteit

Context eb geheugen

- gecodeerde info in varierende context wordt makkelijker opgehaald;
- encoding specificity: hoe gecodeerd wordt zegt iets over hoe opgehaald wordt;
- herkenning werkt beter dan ophalen;
- self reference effect: bij het generen van eigen cues gelinkt aan het zelf, wordt info beter terggehaald;
- cues werken het best wanneer ze zowel overeenstemmend als onderscheidend zijn

Geheugen bij oudere kinderen

Oudere kinderen kunnen grotere hoeveelheden en eenheden info verwerken. Komt door metamemory en metacognitive skills.
4-5 jaar oude kinderen hebben moeite met het onderscheiden van voorkomen en realiteit.

Verschil in geheugen bij oudere kinderen

zit niet in standaard mechanusmen maar in aangeleerde strategieen zoals herhalen. Jongere kinderen gerbuiken dergelijke strategieen niet ook als ze er wel kennis van hebben. 
cultuur ervaring en omgevingseisen hebben ook effect op het aanleren van metcognitive skills

Welk gebied wordt er geactiveerd in de hersenen als er sprake is van 'familiarity'?

Als er sprake is van 'familiarity' wordt de anterieure parahippocampale gyrus geactiveerd en de entorhinal cortex.

Bij welke geheugenprocessen is de frontale cortex betrokken?

Zowel bij korte termijn als bij lange termijn geheugenprocessen.
De linker frontale cortex blijkt vaak betrokken te zijn bij het coderen van episodische informatie, terwijl de rechter frontale cortex vaak geactiveerd wordt bij episodische herinnering.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo