Learning and Memory - theories of learning and memeory - Models of Short-Term Memory

18 belangrijke vragen over Learning and Memory - theories of learning and memeory - Models of Short-Term Memory

Wat houdt het model van atkinson en shiffrin in

modal model:

information is first stored in sensory memory

->selection bij attentional processes

informatie in korte termijn geheugen

->herhaling

informatie in lange termijn geheugen

in elk stadium kan informatie verloren gaan door verval en interferentie

model heeft sterk  seriele structuur

Wat houdt het Modal Model van Atkinson & Shiffrin in?

Het is een opvolgingsproces (seriële opvolging) van het sensorisch geheugen, naar het korte- en lange termijn geheugen. Het model suggereert dat iedere fase informatie kan vervangen, of door interferentie verloren kan gaan of door beide verloren gaat.

Wie zijn de uitvinders van het modal model?

De cognitief psychologen Richard Atkinson en Richard Shiffrin (Stanford University, 1968)
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Welke geheugenmodel stelden Atkinson en Shiffrin voor?

Het 'modal model', een serieel verwerkingssysteem. Informatie wordt eerst opgeslagen in het sensorisch geheugen, items waar aandacht aan geschonken wordt kunnen door naar het kortetermijngeheugen. Als er daar herhaald wordt, kan het verplaatsen naar het langetermijngeheugen.

Hoe kan volgens het Atkinson en Shiffrin model informatie verloren gaan?

In elke fase kan informatie verloren gaan door:
vervalinterferentie (nieuwe info vervangt oude)combinatie van beiden

Hoe ziet de opslag van informatie er volgens het modal model uit?

  1. Informatie wordt eerst opgeslagen in het sensorische geheugen.
  2. Informatie kan onder invloed van aandachtsprocessen worden geselecteerd en opgenomen in het KTG.
  3. Eenmaal in het KTG kan de informatie middels repetitie worden opgeslagen in het LTG.

Welk geheugenmodel is opgesteld door Atkinson en Shiffrin?

Het modal model heeft seriële structuur:
  1. Zintuigelijke informatie > opslag in zintuiglijk geheugen 
  2. Door aandacht > korte termijn geheugen
  3. Door herhaling > lange termijn geheugen

Welke 2 theorieën zijn er mbt geheugen?

1 hoe lang geheugen vastgehouden kan worden(sensorisch, KTG,LTG)
2 karakter van de herinneringen: declaratieve en non-declaratieve geheugen:

Welke processen kunnen volgens Atkinson en Shiffrin leiden tot het verlies van herinneringen in alle stadia van het geheugenproces?

  1. Verval (decay): informatie degradeert en raakt met de tijd verloren.
  2. Interferentie (interference): nieuwe informatie vervangt oude informatie.
  3. Een combinatie van beide.

Uit welke onderdelen bestaat het non-declaratieve geheugen?

1 proceduereel geheugen
2 perceptual representation systeem
3 klassieke conditionering
4 niet associatieve leren

Welke nuance hebben Atkinson en Shiffrin in hun geheugenmodel aangebracht?

Het korte- en langetermijngeheugen hoeven niet op twee verschillende plaatsen of structuren in de hersenen plaats te vinden. Het kortetermijngeheugen kan gezien worden als een tijdelijke activatie van een deel van de langetermijnopslag.

Welke karakteristieken kent het modal model het geheugenproces toe?

  1. Het geheugenproces omvat afzonderlijke stadia met verschillende eigenschappen.
  2. Het geheugen wordt gekenmerkt door een seriële structuur die loopt van sensorisch geheugen, via KTG, naar LTG.

Uit welke 2 onderdelen bestaat het sensorisch geheugen?

1 iconisch geheugen: opslaan in visuele iconen
2 echoisch geheugen: opslaan in auditieve klanken

Hoe was de receptie van het modal model en wat is diens huidige status binnen het domein van geheugenpsychologie en neurowetenschap?

De ontvangst van het modal model was niet eensgezind. Het model leidde tot intens debat, waarbij er data werd aangevoerd ter ondersteuning, uitdaging en uitbereiding van het model.

Welke centrale vraag houdt geheugenwetenschappers bezig m.b.t. het modal model en wat was de opvatting van de bedenkers hierover?

Een belangrijke vraag luidt of codering noodzakelijkerwijs via het KTG verloopt. Een andere manier om hier tegenaan te kijken is de vraag of het KTG en het LTG zich in dezelfde of andere hersendelen bevinden.

Atkinson en Shiffrin stelden dat beide geheugens zich in dezelfde hersensystemen kunnen bevinden, i.e. kortetermijnopslag is de tijdelijke activatie van een deel van het LTG (1971).

Wat hebben averbach en Coriell ontdekt?

bij een korte tijdsinterval smelten letters samen
bij een langere tijsdinterval vergeet je de eerste
bij een langere tijdsinterval onthoud je ze beiden

Wat houdt het levels of processing model in?

geen verdeling in verschillende geheugens. Hoe iets wordt opgeslagen hangt af van de mate van verwerking

Wat houdt het self- refference effect in?

je kunt woorden beter onthouden als je ze op jezelf betrekt. mn de woorden die positief betrekking hebben op jou kun je beter onthouden

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo