Neuroanatomy & Development - Intro story - Methods in neuroanatomy

Question

Wat is grijze massa/ stof?

Answer 1

Het continue corticale omhulsel van de witte massa. Bevat cellichamen van neuronen en gliacellen.

Answer 2

1.Grove ontleding (dissectie)
2.Microanatomie en histologie (weefselleer)

Answer 3

De hersenen:
1: anterieur/ rostral (voorkant, naar voor, het voorste deel)
2: posterieur / caudal (achterkant, naar achteren, het achterste deel)
3: superieur / dorsal ( bovenkant, naar boven, het bovenste deel
4: inferieur / ventral (onderkant, naar onderen, het onderste deel)

De hersenstam / het lichaam:
1: rostral (naar de hersenen toe)
2: caudal (van de hersenen weg)
3: dorsal (aan de rugzijde)
4: ventral (aan de buikzijde)

Answer 4

Gevormd door axonen. Lijkt erg melkachtig, wat komt door de vetachtige myeline om de axonen.

Answer 5

De hersenen konden enkel onderzocht worden wanneer ze verwijderd werden uit het hoofd, bij overledenen dus. Deze vorm van onderzoek is de tried-and-true methode waarbij de hersenen vaak in een met formalin gevulde container werden bewaard. Met deze methode is enkel de grove dissectie te ontleden en kan men door middel van het maken van schijfjes de verschillende hersendelen onderscheiden.

Answer 6

Men kan de in- en output banen zien van omliggende zintuigen. Ook de banen vanuit de motorische cortex en de zenuwbundels zijn te zien. Het is mogelijk het traject van groepen axonen (als lange vezelkanalen) te volgen naar verschillende locaties in het brein.

Answer 7

Harde hersenvlies/ stevige collageenweefsel-lagen

Answer 8

Grotere gleuven in het cerebrum. De opening tussen de 2 hersenhelften in.

Answer 9

1. Anterieur = Rostral = vooraanzicht (of naar de hersenen toe, vanuit lijf mens gezien)
2. Superieur = Dorsaal = vanuit de rug (bovenkant) gezien
3. Posterieur = Caudaal = vanuit de staart (achterkant) gezien (of van de hersenen af vanuit lijf mens gezien)
4. Inferieur = Ventraal = vanuit de buik (onderkant) gezien

Answer 10

Schedel
Dura mater (dichte collageen lagen)
Gyrus/gyri (uitstulpingen)
Sulcus/sulci (plooien, kleine inkepingen)
Fissures (grotere inkepingen)
Grijze stof (roze/rood door doorbloeding; cellichamen van neuronen en glia cellen)
Witte stof (witte myeline om zenuwuitlopers)