Samenvatting: Cognitive Psychology And Its Implications | 9781429219488 | John R Anderson
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Cognitive Psychology and Its Implications | 9781429219488 | John R. Anderson.
-
3 Attention and Performance
-
Wat houd de filter theory van Broadbent in?
Filter theory: Broadbent (1958) kwam hierbij tot de conclusie dat verschillende stimuli door kunnen komen tot het moment dat er een bottleneck optreed. Op dat moment kiest een persoon welke bootschap hij verwerkt en welke hij uitfiltert.
-
Wat houd de Attenuation Theory van Treisman in?
Attenuation theory: Treisman (1964) concludeert hierbij dat bepaalde bootschappen worden verzwakt maar niet uitgefilterd.
-
Wat houdt de Late Selection Theory in?
Late-selection theory: Hierbij wordt voorgesteld dat alle infromatie wordt verwerkt zonder dat er aandacht aan wordt besteed.
-
Wat houdt de Feature-Intergration theory in?
Feature-intergration theory een mogelijk antwoord op de binding probleem die stelt dat mensen zich eerst moeten richten op een bepaalde stimulus voordat ze de verschillende stimuli in een patroon kunnen plaatsen.
-
5 Representation of Knowledge
Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 5
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is het voordeel van een conceptuele representatie ten opzichte van een propositionele representatie?
Voordeel van een conceptuele representatie tov een propositionele
De hiërarchische ordening: door overerving is de opslag efficiënter; hierdoor kunnen eigenschappen geinfereerd worden waardoor voorspellingen gedaan kunnen worden, of nieuwe instantiaties worden herkend.
-
Wat is het voordeel van schema's t.o.v. semantische netwerken?
Voordeel van schema’s tov semanische netwerken
• Schema’s zijn flexibeler
• Maken het mogelijk om typische eigenschappen, (tegen)voorbeelden etc. te representeren. Ook bij schema’s worden eigenschappen overerfd van wat hier de superset (bovenliggend concept) wordt genoemd.
-
6 Human Memory: Encoding and Storage
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 6
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is het expliciete geheugen, en wat is het impliciete geheugen?
Explicit memory: kennis die we ons bewust kunnen herinneren
Implicit memory: de kennis waar we ons niet bewust van zijn maar die we wel gebruiken tijdens het uitvoeren van bepaalde taken. Het gaat hier om procedurele kennis.
-
Wat zijn de drie niveau's van informatieverwerking?
Niveau’s van informatie verwerking:
o Maintenance processing: herhalen, oppervlakkige verwerking
o Deep procesing: abstracter maken van informatie, je geeft een betekenis aan de informatie waardoor je het makkelijker kunt herinneren.
o Elaborative processing: verrijking van nieuwe informatie
-
Wat houdt het 'Encoding-specifity principle in?
Encoding-specificity principle: de kans om een item te hernoemen bij een test hangt af van de gelijkheid van zijn encoding bij de test en bij de studie.
-
8 Problem Solving
Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 8
Laat hier meer flashcards zien -
Beschrijf hoe je te werk gaat bij probleemoplossen met behulp van behaviorisme, Gestalt theory, en informatieverwerkingstheorie.
Probleem oplossen met het behaviorisme: trial and error.
Probleem oplossen met Gestallt: gaat om inzicht, het doorbreken van de vaste situatie. Aap heeft geen dozen om op te stapelen om bij de banaan te komen aan het plafond. Dus als de onderzoeker (Köhler) binnen komt klinkt hij op zijn hoofd om de banaan te pakken. Probleem oplossen is het reconstrueren van een situatie, het gaat om het doorbreken van een vaste gedachte
Probleem oplossen met de informatieverwerkingstheorie: je zelf steeds afvragen “welke stappen neem ik nu?”
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden