Memory: model and research methods - Multiple Memory Systems

18 belangrijke vragen over Memory: model and research methods - Multiple Memory Systems

Tulving onderscheidde 2 expliciete geheugensystemen (uit het langer termijnmodel)

episodische geheugen (evenst, dingen over ons zelf)

 

semantische geheugen (facts, wereldkennis)

 

PS deze 2 zijn onderdeel van het declaratieve lange termijngeheugen (Expliciet)

Endel Tulving stelde een scheiding voor tussen twee soorten expliciet geheugen. Welke?

1. Semantisch geheugen = slaat algemene kennis van de wereld op. Het is ons geheugen voor feiten die niet uniek zijn voor ons en die niet herinnerd worden in een tijdslijn.
2. Episodisch geheugen = slaat persoonlijke ervaringen en episodes op. Volgens Tulving maken we gebruik van het episodisch geheugen als we woordjes leren of al swe ons iets willen herinneren wat in een bepaalde periode hebben beleefd in een bepaalde context.

In welke twee delen wordt het declaratieve geheugen door Tulving opgedeeld?

1. Semantisch: voor feitelijke kennis, over de wereld, niet persoonsgebonden.
2. Episodisch: voor gebeurtenissen, persoonlijke ervaringen, tijdsgerelateerd.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Waarop duidden de bevindingen van Wilder Penfield in zijn chirurgische experimenten?

Penfields patiënten maakten tijdens de chirurgische ingrepen melding van episodische herinneringen, maar niet van semantische feiten. Dit wijst op het bestaan van meerdere aparte expliciete geheugensystemen.


welke bevindingen bevestigen dat het episodisch en het semantisch geheugen 2 verschillence systemen zijn

1.investigators found dissociations in brain areas for semantic versus episodic memory retrieval
2.research found patients with loss of semantic memory but no impairment of episodic memory

Ondersteuning voor de theorie van Tulvin is gebaseerd op cognitieve en neurologisch onderzoek. Waar bestond dit uit?

Het neurologisch onderzoek betrof elektrische stimulatie onderzoeken, onderzoeken met patiënten met geheugenstoornissen en cerebraal bloedstroom studies. Beschadiging aan de frontale lob hebben invloed op de herinnering wanneer een gebeurtenis plaatsvond, maar niet op het feit dat de gebeurtenis plaatsvond.

Welke kritiek bestaat er op de splitsing semantisch-episodisch? En welke aanwijzingen zijn er die de splitsing bevestigen?

De kritiek is dat het geen twee volledig losstaande systemen zijn, het zouden meer de uiteinden van een continuüm zijn.
Onderzoek bij patiënten met geheugenverlies heeft aangetoond dat ze verlies kunnen hebben op een van beide typen herinneringen, terwijl de ander nog intact is.
Over het algemeen wordt aangenomen dat er op zijn minst een grote mate van interactie is tussen de twee.

Hoeveel expliciete geheugensystemen zijn er minstens, en wat zijn hun kenmerken?

Er zijn minstens twee aparte expliciete geheugensystemen. De een wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van een tijdsreferentie (episodisch). Bij de andere is deze component afwezig (semantisch).

Wat is het Hemispeheric encoding/retrieval asymmetry (HERA) model?

Een neuroscientific model. Volgens dit model is:
1. Er meer activiteit in de linkerhemisfeer dan in de rechter prefrontale lob als er herinneringstaken worden uitgevoerd vanuit het semantisch geheugen. Denk hierbij aan het verbinden van werkwoorden met zelfstandige naamwoorden (rijden en auto).
2. Er meer activiteit in de rechter hemisfeer dan in de linker prefrontale lob als er herinneringstaken voor het episodisch geheugen worden uitgevoerd. Denk hierbij aan het vrijelijk opnoemen van een lijst met woorden.

Dit model veronderstelt dat er twee onderscheidende systemen zijn omdat er gebruik wordt gemaakt van verschillende hersenfuncties.

Welke twee vormen van expliciet geheugen onderscheidde Endel Tulving?

Endel Tulving suggereerde het bestaan van twee expliciete geheugensystemen:


  1. Semantisch geheugen: algemene wereldkennis
  2. Episodisch geheugen: persoonlijke ervaringen en gebeurtenissen

In welke onderdelen is het impliciet/non-declaratieve geheugen te verdelen?

procedureel, priming effecten, klassieke conditionering, habituatie, sensitiatie, perceptuele aftereffects.

In welk hersendeel is een grotere activiteit bij het ophalen van episodische informatie

rechter prefrontal hemisfeer

Welk wetenschappelijk model voor het geheugen stelde Squire voor?

Squire stelde het volgende wetenschappelijke model voor het geheugen voor:
1. Declaratief = Expliciet geheugen
2. Non-Declaratief geheugen = Impliciet geheugen
a. Producereel geheugen = motorische vaardigheden, perceptie en cognitief
b. Priming effecten = perceptie en semantisch
c. Klassieke conditionering
d. Non-associatief = gewoonten en gevoel

Welk bewijs is er gevonden voor het verschil tussen semantisch en episodisch geheugen?

Op basis van cognitief en neurologisch onderzoek (elektrische stimulatie, gevalstudies bij patiënten met geheugenstoornissen, studie naar cerebrale bloedstroom) hebben Tulving et al. onder meer gevonden dat laesies in de frontale lob invloed uitoefenen op de herinnering van "wanneer" een stimulus, maar niet "dat" die stimulus werd gepresenteerd.

Schacter onderscheidt 5 geheugensystemen. Welke?

1. episodisch
2. semantisch
3. perceptueel (het herkennen van dingen op basis van hun vorm en structuur)
4. producereel
5. werkgeheugen

Welke kritiek is er op de scheiding van beide systemen?

Semantisch en episodisch geheugen lijken soms op verschillende manieren te functioneren. Bij onderzoek naar patiënten met specifieke vormen van geheugenverlies is een duidelijk onderscheid waar te nemen (aanwezigheid van de een in afwezigheid van de ander).


Critici wijzen op de vage grens tussen beide, en op methodologische problemen met de bewijsvoering van hun scheiding. Andere bevindingen suggereren dat beide systemen overlap vertonen. Wellicht is episodisch geheugen slechts een gespecialiseerde vorm van semantisch geheugen.

De vraag over deze kwestie is dus nog niet beantwoord.

Hoe luidt de taxonomie van het geheugen door Larry Squire?

Squire maakt onderscheid tussen:

Declaratief geheugen:
  • Semantisch (feiten)
  • Episodisch (gebeurtenissen)

Nondeclaratief geheugen:
  • Procedureel (motorische/perceptuele/cognitieve vaardigheden)
  • Priming (perceptueel/semantisch)
  • Conditionering
  • Nonassociatief (habituatie/sensitisatie)

Uit welke vijf geheugensystemen bestaat een alternatieve indeling?

  1. Episodisch
  2. Semantisch
  3. Perceptueel (herkenning o.b.v. vorm en structuur)
  4. Procedureel
  5. Werkgeheugen

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo