Memory Processes - The Constructive Nature of Memory - Memory Distortions

Question

Wat betekent '' seven sins of memory''?

Answer 1

7 vervormingen in het menselijk geheugen

Answer 2

Mensen hebben de neiging herinneringen te vervormen. Bijv. zeggen dat er iets is gebeurd maakt dat je eerder denkt dat het ook werkelijk is gebeurd.

Answer 3

Transcience (vergankelijkheid)
Absent-mindedness (verstrooiing)
Blocking (blokkering)
Misattribution (onterechte aanname)
Sugestibility (beïnvloedbaarheid)
Bias (vooringenomenheid)
Persistence (volharding)

Answer 4

Transcience (Vergangkelijkheid): geheugen vervliegt snel

Answer 5

Absent-mindedness: niet in het hier-en-nu. Bijv. 2 keer tandenpoetsen, omdat je alweer vergeten was dat je het al had gedaan

Answer 6

Blocking: info op het puntje van je tong, maar niet kunnen ophalen

Answer 7

Misattribution: vaak denken we iets te horen/zien, wat er niet is. Of niet weten waar je iets hebt gehoord.

Answer 8

Suggestibility: Als iemand iets suggereert kan iemand anders echt denken dat ze dat gezien hebben

Answer 9

Bias (vooringenomenheid): Als je pijn hebt, denk je dat je dat eerder hebt gehad. Mnsen die niet zulke pijn ervaren, hebben die herinnering veel minder (ondanks wel of niet)

Answer 10

Persistence (volharding): bijv. iemand met veel successen, kan 1 negtief dingetje veel beter onthouden

Answer 11

als het ras anders is dan die van de ooggetuige. Het gaat hierbij om problemen met encoderen van de gezichten (niet van ophalen uit lange termijn).

Als de ooggetuige stress heeft. Meer stress, accuratie daalt. Moet je nagaan dat de meeste misdaden met stress gepaard gaan.

Answer 12

kinderen geven vaak vervormde info:

1. hoe jonger, hoe minder betrouwbaar de info. Zijn beinvloedbaar bij suggestieve vraagstelling.

2. Als een ondervrager een bepaald antwoord wil, voelen kinderen dit aan en geven dat antwoord. Bijv. een ja/nee vraag, een kind zal een antwoord willen geven, en niet weet ik niet. Als de vraag een ïk weet het niet"keuze heeft, dan pakken ze die wel.

3. Kinderen denken dat ze iets hebben gezien, als een ander dat gezegd heeft.