Samenvatting: Collectief Arbeidsrecht | 9789013036138

Samenvatting: Collectief Arbeidsrecht | 9789013036138 Afbeelding van boekomslag
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Collectief Arbeidsrecht | 9789013036138

  • 5 Cao-recht I

  • 5.1.2 Het rechtskarakter van de cao

    Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 5.1.2
    Laat hier meer flashcards zien

  • Beschrijf wat een cao is, vanuit sociologisch perspectief bezien.

    Een cao is (sociologisch gezien) een contract tussen werkgevers(organisaties) en de vakbonden, waarin hoofdzakelijk de arbeidsvoorwaarden worden geregeld van de werkenden in de onderneming of de bedrijfstak, waarvoor de cao is afgesloten.

    NB: een cao is dus NIET een arbeidsovereenkomst! Een betere benoeming zou zijn: "collectieve overeenkomst betreffende arbeidsvoorwaarden.
  • Leg uit waarom een cao een tweeslachtig karakter heeft.

    Het tweeslachtige karakter volgt uit de volgende twee aspecten ervan:

    1. Het is een overeenkomst tussen cao-partijen (algemene beginselen van het overeenkomstenrecht van toepassing);

    2. Het betreft bepalingen van de 'wet' (geeft normen weer die dwingend doorwerken in de individuele arbeidsovereenkomsten, die aan haar 'onderworpen' zijn).
  • Hoe moet "elk beding" ex art. 12 WCAO worden uitgelegd?

    "Elk beding" ex art. 12 WCAO moet ruim worden uitgelegd; alles wat strijdig is met het cao-beding wordt onrechtmatig geacht (dus ook elk handelen.
  • Voor welke individuele arbeidsovereenkomsten geldt het dwingende karakter van de cao?

    Het dwingende karakter van de cao geldt voor:
    1. Individuele arbeidsovereenkomsten die op het moment van het van kracht worden van de cao al waren gesloten;
    2. Individuele arbeidsovereenkomsten die tijdens de loopdoor van de cao nog worden aangegaan. 


    --> Het geldt dus alleen voor individuele arbeidsovereenkomsten die aan de cao onderworpen zijn. 
  • Van welke twee groepen factoren hangt af of een individuele arbeidsovereenkomsten aan een cao zijn onderworpen?

    1. Perspectief van de justitiabele (= gebondenheid aan de cao);

    2. Perspectief vanuit de cao (= werkingssfeer van de cao).
  • Moet een beroep strijdige bedingen in de individuele arbeidsovereenkomst binnen een bepaalde tijd worden gedaan?

    Nee; nietigheid van met de cao strijdige bedingen in de individuele arbeidsovereenkomst kan steeds worden ingeroepen (art. 12 WCAO). Een termijn is dus niet voorgeschreven. Een beroep tegen nietigheid van met cao strijdige bepalingen kan dus niet snel worden aanvaard.
  • Kan bij een individuele arbeidsovereenkomst in een vaststellingsovereenkomst ex 7:900 BW worden afgeweken van een cao?

    In de lagere rechtspraak is uitgemaakt dat dit mogelijk is. Dit dient echter gerelativeerd te worden omdat een vaststellingsovereenkomst er alleen toe kan dienen een geschil te beëindigen, waarin partijen een serieus verschil van mening hebben over de uitleg of de toepassing van rechtsregels. Het kan dus niet ingaan tegen regels van dwingend recht die duidelijk zijn, ook in hun toepassing.
  • 5.1.3 Privaat- of publiekrecht?

    Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 5.1.3
    Laat hier meer flashcards zien

  • Kunnen bepalingen uit de cao die algemeen verbindend is verklaard ook worden geïncorporeerd in een arbeidsovereenkomst?

    Nee; een avv van een cao-bepaling is eenvorm van dwingend recht dat boven de arbeidsovereenkomsten zweeft. Deze normen worden geen deel van de arbeidsovereenkomst. Wanneer de AVV-cao niet meer geldig zou zijn, zou de individuele arbeidsovereenkomst weer in zijn oorspronkelijke vorm herleven. 

    Dit kan worden gebaseerd op het feit dat cao-bepalingen die algemeen verbindend zijn verklaard de status hebben van "recht" in de zin van art. 79 RO; ze zijn van contractueel recht naar objectief recht geworden.
  • 5.1.4 Het gunstigheidsbeginsel

    Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 5.1.4
    Laat hier meer flashcards zien

  • Welke twee problemen kunnen er spelen met betrekking tot het gunstigheidsbeginsel?

    1. Er kan twijfel bestaan over de vraag of een bepaald beding in de individuele arbeidsovereenkomst wel gunstiger is dan een cao. De HR gaat uit van een beding-voor bedingvergelijking (apart) in plaats van een pakketvergelijking; een afzonderlijke cao-bepaling moet dus worden toegepast en mag niet wijken voor een redenering dat het totale arbeidsvoorwaardenpakket gunstiger is (HR Boonen/Quicken).

    2. Het hoeft niet zo te zijn dat het gunstigheidsbeginsel altijd werking heeft: een cao kan vaak zowel een standaard-cao als een minimum-cao betreffen.
  • 5.2 De partijen bij de cao

    Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 5.2
    Laat hier meer flashcards zien

  • Welke zwaardere eisen kunnen er worden gesteld (indien men rechtsvergelijkend gaat kijken)?

    Het is denkbaar dat de volgende zwaardere eisen gesteld kunnen worden voor cao-partijen:
    • onafhankelijkheid (IAO-Verdrag 98; cao-partijen moeten vrij zijn van inmenging van de een in de zaken van de ander);
    • macht (organisatie moet voldoende leden hebben om ook voldoende collectieve strijdmiddelen te hebben);
    • een democratisch gehalte (betrokken leden moeten tijdig en voldoende inspraak hebben in de cao die de bond wil afsluiten, anders 'democratisch deficit');
    • representativiteit. 

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart