Samenvatting: College 4 - Motorische Ontwikkeling

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van College 4 - Motorische ontwikkeling

• 5 Terminologie - 'vaardigheid' vs. 'beweging'

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 5
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is een beweging (movement)?

  Deelcomponent van vaardigheid, die op verschillende manieren (in combinatie) tot dezelfde vaardigheid kunnen leiden. 

• 6 Motorische ontwikkeling

  Dit is een preview. Er zijn 11 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 6
  Laat hier meer flashcards zien

• Waaruit bestaat de motorische ontwikkeling?

  De motorische ontwikkeling bestaat uit veranderingen in motorisch gedrag die de interactie van het rijpende organisme en zijn omgeving reflecteert.

• Hoe verloopt de motorische ontwikkeling en waarvan is het afhankelijk?

  
  De ontwikkeling verloopt non-lineair (discontinue) met spurts en plateaus. Hierbij is het van veel factoren afhankelijk hoe de ontwikkeling verloopt.

• Welke drie theorieën kan je onderscheiden op het gebied van motorische ontwikkeling?

  1. neurale rijpingstheorie
  2. dynamische systeemtheorie
  3. neurale groep selectietheorie

• Wat houdt de neurale rijpingstheorie in?

  
  Volgens deze theorie wordt de motoriekprimairbepaald door een neurologischsysteem --> centraal zenuwstelsel (Gesell & McGraw):
  • rijping (genetisch bepaalde schemata, groeiende invloed cortex)
  • algemeen geldende regels (mijlpalen)

• Welke principes komen er kijken bij de neurale rijpingstheorie?

  - cefalocaudale ontwikkeling (van kop naar staart)
  - proximodistale ontwikkeling (van binnen naar buiten)
  - volgorde en tempo van ontwikkeling hetzelfde
  - van reflexmatig naar doelmatig

• Wat zijn de kenmerken van de neurale groep systeem theorie (NSGT)?

  - Wisselwerking tussen genen en omgeving
  - Variatie en selectie
  - Fase van primaire variabiliteit
  
  • genetisch bepaalde primaire neurale repertoire (aantal cellen)
  • niet doelgerichte motoriek - Fase van secundaire variabiliteit
  
  • motoriek aanpassen aan omgeving
  • actieve trial-and-error

• Waarom is onderzoek naar motoriek belangrijk?

  
  Motoriek is ingebed in totale ontwikkeling -> verandering in motorische ontwikkeling leidt tot verandering in cognitieve en sociaal-emotionele  ontwikkeling.

• Wat is de relatie tussen motoriek en cognitie?

  Voor motoriek en cognitie worden dezelfde hersengebieden gebruikt, daarnaast hebben ze beide hetzelfde ontwikkelingsproces.

• Wat houdt belichaamde cognitie (embodied cognition) in?

  Dat er een samenhang is in de ontwikkeling van cognitie, motoriek en perceptie.