Samenvatting: College 4
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van college 4
-
4 hoorcollege 4
Dit is een preview. Er zijn 21 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4
Laat hier meer flashcards zien -
Waarom heb je doelen in een organisatie?
Is prettig, je hebt iets om acties op te baseren
Aansprekende doelen kan mensen enthousiasmeren -
Wat is Deming cyclus?
Plan- do - check - act
Je wilt een soort doel stellen
Maakt plan om het aan te pakken
Je probeert uit en test of het lukt
Je stelt bij
(continue proces) -
Wie bepaalt doelen in de organisatie?
Mintzberg: Strategische top
Maar ook op lager niveau: subdoelen
Ook technostructuur en maatschappij (zeker voor de zorg) bepalen doelen -
Hoe worden doelen in een organisatie vastgesteld?
Soort onderhandelingsproces
De ene organisatie heeft duidelijk hiërarchie.
Andere organisatie is het meer verspreid en wordt het bijvoorbeeld lager in de organisatie bepaald.
Machtsverhouding in organisatie kan ook bijdragen aan wie doelen stelt. -
Waarom houden mensen zich aan doelen van anderen?
-Conformeren om te voorkomen dat er dwangmiddelen worden toegepast
ontslag / salaris
-Conformeren omdat het eigen voordeel oplevert
-Conformeren uit gewoonte
we doen het altijd zo
-Conformeren uit overtuiging het juiste te doen
Intrinsieke motivatie (vooral belangrijk in zorgsector) -
Wat is macht volgens Mechanic?
Elke kracht die resulteert in gedrag dat bij afwezigheid van deze kracht niet had plaatsgevonden -
Wat is macht volgens Pfeffer?
De capaciteit (iets wat je in potentie hebt) van een sociale actor om weerstand te overwinnen om een gewenst doel of resultaat te bereiken -
Wat is macht volgens Northouse?
De capaciteit of het potentieel om te beïnvloeden -
Welke macht speelt in bepaalde organisaties?
Machinebureaucratie: Positie- en functiemacht
Professionele bureaucratie: kennis en vaardigheid -
Welke eigenschappen heeft een machtsmiddel?
-Toepassingsgebied:
Machtsmiddelen hebben bepaald toepassingsgebied (chirurg, professional met macht door kennis en vaardigheden: heeft bij een baan in een speelgoedwinkel weinig nut)
-Mate van onmisbaarheid;
Bron die je hebt, hoe onmisbaar is die?
-Mate van onuitputtelijkheid
Geld en middelen, kan je beperkt inzetten - kennis en vaardigheden in principe onuitputtelijk
-Mate van overdraagbaarheid
Kan je de macht overdragen (geld is makkelijk, kennis niet)
-Mate van duurzaamheid
Is het verouderd?
Mate van ruilbaarheid:
Met geld kan je bv andere machtsbronnen kopen (relaties leggen, mensen met deskundigheid in organisatie nemen)
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden