Samenvatting: College 7

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van College 7

• 1 Internationaal & Europees Belastingrecht

  Dit is een preview. Er zijn 11 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• Wanneer spreekt men van een kwalificerende buitenlandse belastingplichtige?

  De belastingplichtige woont in één van de lidstaten en zijn inkomen is voor minstens 90% In NL onderworpen aan de inkomenstenbelasting of loonbelasting.

• Leg uit wat het woonplaatsbeginsel inhoudt:

  Het (wereld)inkomen of winst van een persoon wordt belast in het land waar die persoon woont of is gevestigd.

• Leg uit wat het bronstaatbeginsel inhoudt:

  Het inkomen (object) van een persoon wordt belast in het land waar het inkomen zijn bron heeft. Ook wel oorsprongbeginsel genoemd.

• Hoe kan dubbele belastingheffing ontstaan?

  Dubbele belastingheffing ontstaat als heffingsbeginselen van verschillende landen elkaar overlappen doordat:
  
  - Er een verschillende uitleg wordt gegeven aan het begrip 'woonplaats';
  - Het woonplaatsbeginsel overlapt met het bronstaatbeginsel; 
  - Het woonplaatsbeginsel overlapt met het nationaliteitsbeginsel.

• O.b.v. welke vier punten van het OESO-verdrag wordt beoordeeld waar de belastingplichtige woon?

  1) Duurzame woonruimte (waar woon je op lange termijn);
  2) Middelpunt van levensbelangen;
  3) Waarde persoon bewoonlijkt verblijft;
  4) Nationaliteit.

• Hoe kan een verdrag worden omschreven in het kader van EU-recht?

  Een verdrag is een overeenkomst tussen twee (of meer) landen waarin wordt bepaald welk land de heffingsrechten over inkomensbestandsdelen krijgt toegewezen. Een bilateraal verdrag wordt overeengekomen tussen twee landen. Een multilateraal verdrag wordt overeengekomen tussen meerdere landen.

• Hoe kan, in het kader van het OESO-verdrag een vaste inrichting worden omschreven?

  Art. 5 OESO-verdrag: Een vaste inrichting is een bedrijfsinrichting waarin werkzaamheden van de onderneming geheel of gedeeltelijk worden uitgeoefend.

• In het kader van het OESO-modelverdrag: Wat is het gevolg als er sprake is van een vaste inrichting als een vaste vertegenwoordiger?

  Is sprake van een vaste inrichting of een vaste vertegenwoordiger dan zal het resultaat door toedoen van het woonplaatsbeginsel en het bronbeginsel tussen beide landen worden belast.

• Wat zijn in beginsel de drie kenmerken van een vaste inrichtin?

  1) Het gaat om een fysieke constructie;
  2) Het staat duurzaam ter beschikking van de onderneming;
  3) De constructie is ingericht voor de onderneming.

• Wat zijn de vier kenmerken van een vaste vertegenwoordiger?

  1) iemand die afhankelijk is van de onderneming ;
  2) Iemand die is gemachtigd om namens die onderneming overeenkomsten te sluiten;
  3) Iemand die regelmatig van de matchtiging gebruikt maakt;
  4) Iemand waarvan de werkzaamheden overeenstemmen met de werkzaamheden van de onderneming.