Samenvatting: College 7 - Kwetsbare Kinderen
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van College 7 - Kwetsbare kinderen
-
4 Kwetsbare kinderen en kwetsbare gezinnen
-
Het NJI spreekt over twee typen kwetsbare kinderen. Welke zijn dit?
1. perfectionistische ouders -->overbescherming --> kwetsbare kinderen
2. ‘kinderen die tot een risicogroep behoren’ --> verwaarlozing (lichamelijk, psychisch, emotioneel) -
Communicatie en interactie zijn erg belangrijk. Op welke manier?
Communicatie en interactie zijn sleutelbegrippen, bij zowel de gewone opvoeding als de moeilijkere opvoeding. Voor pedagogische kwaliteit zijn deze begrippen zowel middel als doel. -
Wat is de definitie van 'pedagogisch quotiënt' (PQ)?
Het oplossend vermogen van een systeem (bijv. gezin/school) om de pedagogische situatie zó in te richten dat er doeltreffende keuzes, gericht op optimale ontwikkeling, gemaakt kunnen worden in het spanningsveld tussen doelen en behoeften van het individu en van de (sociale) context. -
8 OTS en residentiële jeugdzorg
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 8
Laat hier meer flashcards zien -
OTS is een kinderbeschermingsmaatregel na uitspraak van de rechter. Wat zijn kenmerken van een situatie waarin dit gebeurt?
-probleemgedrag van kind
-opvoedingsonmacht van ouder --> complexe en meervoudige problematiek -
Wat is bekend over de effectiviteit van OTS?
Voor het onderzoeken van de effectiviteit van OTS wordt gekeken naar de criteria probleemreductie en doelrealisatie.
Hieruit is naar voren gekomen dat:
-weinig onderzoek: maar 60% lijkt niet effectief
-goede uitvoering is moeilijk/problematisch
-werkdruk (caseload) gezinsvoogden
-ernst van de problematiek
-complexiteit van de problematiek
-(on)meetbaarheid van ‘goed ouderschap’ -
Wat is vaak zichtbaar tussen de relatie van een jeugdige en hulpverlener?
Een jeugdige die openstaat voor contact en meewerkend is, ziet vaak dat de hulpverlener ook sensitief en stimuleren handelt, met daarnaast individuele aandacht. Een jeugdige die echter gesloten, afhoudend en tegenwerkend is, ziet vaak dat de hulpverlener restrictief en correctief optreed. Er is meer aandacht voor 'ordehandhaving' en niet voor het individu. -
Wat is de belangrijkste voorspeller van 'succes' in de hulpverlening van een residentiële instelling?
positief (werk)klimaat in de instelling:
organisatie ondersteunt zorgactiviteiten
+ gedeelde opvattingen / verwachtingen:
--> positieve beleving van werkomgeving (arbeidssatisfactie)
--> positieve houding --> betere prestaties
opleidingsniveau medewerkers leidt niet automatisch tot meer succes -
Wat zijn andere relevante factoren voor succes binnen een residentiële instelling?
1. ‘programma-integriteit’ (maar hulpverleners vaak eigen stijl van handelen)
2. kleinere leefgroepen: meer persoonlijke aandacht, meer positieve interactie, stimulering, motivering etc.
Beide leiden tot grotere kans op verbetering van psycho-sociaal functioneren van jeugdigen. -
15 Leer- en gedragsproblemen
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 15
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is het verschil tussen een gedragsprobleem en een gedragsstoornis?
Bij een gedragsstoornis is er iets in de aanleg niet goed gegaan.
Bij een gedragsprobleem zijn er moeilijkheden met interactie. -
Wat is de limiting control strategy?
De ouder probeert het kind ‘in bedwang’ te houden; beperking van handelingsruimte --> kind in de knel --> onzekerheid, faalangst, etc.
--> verergering problematiek
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden