Samenvatting: College's P2 Branding

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van College's P2 branding

• 1 Visual branding week 1

  Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• Noem de 5 stappen van het 'total proces' van visual branding en leg de stappen kort uit.  

  1. Conducting research; onderzoekt wie het brand is, of kan zijn

  2. Clarifying strategy; bepaalt hoe het bedrijf communiceert

  3. Designing identity; bepaalt uiterlijk, geeft het brand vorm

  4. Creating touchpoints; laat het brand zien in alle uitingen

  5. Managing assets; creëert (on)mogelijkheden met je brand

• Welke drie dingen wil het brand in beeld hebben?

  1. Perception:  hoe wordt het brand gezien door de key stakeholders
  2. Behavior:   welk effect heeft dit op het brand gedrag
  3. Performance:  hoe kan het resultaat in het brand geuit worden

  Een soortgelijke doelstelling voor Kennis, houding en gedrag kom je bij de modaliteit: Marketing communicatie volop tegen.

• Bij het eerste punt, conducting research, moet je de wereld door de ogen van je klant zien. Wat zijn de vier do's voor een brand dat een sterke strategie wil voeren?

  1. Vision -> toon je visie

  2. Action -> vertaal in acties

  3. Expression -> geef uitdrukking

  4. Experience -> laat ervaren 

• Wat is de Code of Conduct? 

  Code of Conduct is hoe we ons gedragen tegen klanten/stakeholders.

• Branden vindt plaats tussen verschillende niveaus, en elk niveau stelt zijn eigen eisen op gebied van taal, cultuur, regelgeving, uitvoering etcetera. Wat zijn deze vijf niveaus?

  1. personal

  2. local

  3. national

  4. global

  5. virtual

• Wat zijn de drie variabelen bij cross culture denken?

  1. objective variables         | taal, naam, kleur, geluid, etc…

  2. subjective variables       | aspiraties, humor, emotie,

  3. cultural variables             | economie, religie, ethiek, maatschappij,

• 2 Visual branding week 2

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
  Laat hier meer flashcards zien

• Waar laat je een bedrijfsnaam van afhangen?

   

  • Is het gemakkelijk te begrijpen?
    
  • Is het gemakkelijk te onthouden?
    
  • Is de naam vrij?
    
  • Is de domeinnaam vrij?
    
  • Mogelijkheden?
    
  • Grenzen?
    
  • Betekenis?
    
  • Positief (doelgroep)?
    
  • Gericht op de toekomst?
    
  • Uniek?
    
  • Onderscheidend?
    

• Noem de vijf eisen waaraan een tagline moet voldoen.

  1. Pay-off
     
  2. Kort en krachtig
     
  3. Lang in gebruik
     
  4. Belofte
     
  5. Centraal in de communicatie 
     

• Wat voor typen namen zijn er? Noem er zeven.

  1. Founder/oprichter (Ben & jerry's)

  2. Descriptive/beschrijving: YouSendIt

  3.Bedacht/fabricated: Pinterest

  4. Metafoor: Nike, Amazon

  5. Acroniem (afkorting): IBM, GE

  6. Rare spelling: Flickr, Netflix, Tumblr

  7. Combinations of the above: klanten en investeerders houden van namen die ze begrijpen. "Hope's Cookies", Citibank. 

• Waarom zijn long legs belangrijk? En wat betekent het als een naam dit heeft?

  Dan heeft een bedrijf potentie om te groeien, te veranderen en potentie voor succes. Meer mogelijkheden met de naam. Duurzaamheid. (Zoom, Zoomerang, ZoomNooz)