Visual branding

Question

Noem de vijf typen/vormen die logo's aan kunnen nemen.

Answer 1

1. Wordmarks (google): een vrijstaande afkorting, bedrijfsnaam, of productnaam.

2. Letterforms ( Unilever): een unique design waarbij meerdere lettervormen een design vormen en zich voordoen als geheugensteun voor de bedrijfsnaam.

3. Emblems: Harley-davidson, TiVo. Een merk waarin de bedrijfsnaam onlosmakend is van het beeld.

4. Pictorial marks: een herkenbaar en letterlijk beeld/plaatje dat versimpeld en gestyled is. Zoals Twitter, Polo, Apple, lacoste.

5. Abstract/symbolic marks: Een symbool dat het big idea weergeeft, en soms een dubbelzinnigheid belichaamd. Voorbeelden: Chase, Sprint, Nike.

Answer 2

Design

Color

Type

Images

Sensory

De gehele gebruikerservaring.

Answer 3

Emotie- gevoel: individueel bepaald, door gebeurtenissen getekend, mode en seizoengevoelig.
Symbool- associatie, cultureel bepaald (wit = maagdelijk maar wit is ook dood of rouw.
Betekenis- afspraken, bijvoorbeeld bij verkeersborden, verpakkingen (waarom is rood bij mineraalwater met bubbels?)

Answer 4

1. Morfologische matrix

2. Persoonlijke analogie

3. Associatief schetsen, vanuit beelden

4. Associatief schetsen, vanuit woorden

Answer 5

De morfologische matrix bestaat uit het medium, de inhoud en de verspreiding. Deze drie dingen kun je op onwijs veel manieren combineren. Er zijn dus 8 x 8 x 8 = 512 mogelijkheden.

Answer 6

De persoonlijke analogie doet een sterk beroep op je inlevingsvermogen en verbeelding, maar in een voorwerp van de probleemcontext. Niet simpel dus, maar daarom juist uitdagen en inspirerend.

- Je selecteert een cruciaal onderwerp uit de probleemcontext.

- Hoe zou ik mij voelen als ik dit onderwerp was in deze specifieke situatie?

- Hoe zou ik reageren? welke actie zou ik ondernemen?

Probeer dus in deze fantasiesituatie te bedenken hoe het voorwerp zou reageren als het een levend wezen was.

Answer 7

Deze techniek is ontstaan vanuit de vaststelling dat technici en uitvinders zich sterk identificeren met het onderwerp van hun aandacht. Een mecanicien ‘luistert’ naar een moter alsof die hem iets wil zeggen. Een kapitein vindt het normaal zijn schip vrouwelijke kenmerken toe te schrijven en erover te praten alsof zij een eigen wil heeft. En spreek (schreeuw) je ook zelf niet tegen je computer als deze jou op een lastig moment ‘in de steek laat’?